direct naar inhoud van 5.4 Luchtkwaliteit
Plan: Kom Engelen - Haverleij
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002119-1401

5.4 Luchtkwaliteit

Luchtkwaliteit heeft betrekking op de aanwezigheid van verontreinigende stoffen in de buitenlucht. Bij het nemen van ruimtelijke besluiten, zoals het vaststellen van een bestemmingsplan, moet beoordeeld worden of wordt voldaan aan de eisen die vanuit de luchtkwaliteit gelden. Hierbij wordt getoetst aan de voor bepaalde stoffen vastgestelde grenswaarden (de luchtkwaliteit in het plangebied en de omgeving) en wordt beoordeeld of met het ruimtelijk besluit ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die de luchtkwaliteit zullen verslechteren.

Sinds 15 november 2007 staan de hoofdregels voor luchtkwaliteit in hoofdstuk 5 titel 2 van de Wet milieubeheer Wm). Net als die uit het oude Besluit Luchtkwaliteit 2005 gaan deze regels over het naleven van de gestelde normen, maar zijn er belangrijke nieuwe elementen toegevoegd. Die waren nodig om te zorgen dat de grenswaarden in Nederland worden gehaald en tegelijk projecten voldoende doorgang kunnen vinden.

Bij deze bepalingen in de Wet milieubeheer horen ook uitvoeringsregels, vastgelegd in Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriƫle regelingen. Die regels zijn eveneens op 15 november 2007 in werking getreden:

  • AMvB Niet in betekenende mate bijdragen
  • Regeling Niet in betekenende mate bijdragen
  • Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007
  • Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007

De wet voorziet in de mogelijkheid dat kleinere projecten zogenaamde niet in betekenende mate projecten - geen afzonderlijke maatregelen meer behoeven te treffen om aan de grenswaarden te voldoen. Luchtonderzoek is dan niet nodig. Dit geldt ook voor plannen zoals deze, waarbij geen effecten op de luchtkwaliteit zijn te verwachten. Naast de Wet luchtkwaliteit zal ook vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening afgewogen moeten worden of het aanvaardbaar is om een project op een bepaalde locatie te realiseren. Daarbij speelt de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging een rol. Ook de gevoeligheid van bepaalde groepen mensen voor luchtverontreiniging (bijvoorbeeld kinderen, ouderen en zieken) kan daarbij worden afgewogen.

In het bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, luchtonderzoek is om die reden dan ook niet nodig.