direct naar inhoud van Artikel 13 Natuur
Plan: Molenhoek-Sparrenburg-A59
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002115-1401

Artikel 13 Natuur

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke en natuurwaarden;
  • b. bomen/groenvoorzieningen;
  • c. aan de hoofdfunctie ondergeschikte functies in de vorm van waterhuishoudkundige voorzieningen, water en/of onverharde paden.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Op de gronden binnen deze bestemming mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

13.2.2 Ondergronds bouwen

Op de gronden binnen deze bestemming mag niet ondergronds worden gebouwd.

13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
13.3.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of van werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel of met meer dan 0,40 meter wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveau's van een steilrand worden gewijzigd;
  • b. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 meter onder maaiveld;
  • c. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • d. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
  • e. het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
  • f. het verwijderen van natuur- en landschapselementen, die aanwezig waren ten tijde van het van kracht worden van het plan;
  • g. het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen.
13.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 13.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
13.3.3 Toelaatbaarheid

De in 13.3.1 bedoelde omgevingsvergunning mag slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden. Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag advies in bij een terzake deskundig adviseur.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag wijkt met een omgevingsvergunning af van het bepaalde onder 13.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.