direct naar inhoud van 5.2 Dakopbouwen
Plan: 't Ven Hondsberg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002102-1401

5.2 Dakopbouwen

Binnen het plangebied zijn met name in 't Ven op diverse woningen dakopbouwen opgericht. Het betreft dakopbouwen op schuine dakvlakken, waarbij de goot- en nokhoogte van het oorspronkelijke dak zijn verhoogd om de dakopbouw mogelijk te maken. De daken van dergelijke dakopbouwen zijn doorgaans evenwijdig aan de oorspronkelijke dakvlakken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002102-1401_0020.png"

Een dakopbouw aan de voorzijde van een woning bezien vanaf de straat

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002102-1401_0021.png"

Een dakopbouw aan de achterzijde van een woning bezien vanaf de straat

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er voor gekozen om met de inwerkingtreding van het voorliggende bestemmingsplan, geen nieuwe dakopbouwen aan de voorzijde/straatzijde van een woning meer toe te staan. Dergelijke dakopbouwen geven vaak een verrommeld straatbeeld, omdat de herkenbaarheid van de oorspronkelijke bouwmassa en de stedenbouwkundige structuur van de betreffende straat wordt aangetast. Met de realisering van een dakopbouw ontstaan er immers grotere goot- en nokhoogtes dan bedoeld/geregeld zijn in het bestemmingsplan, waardoor geen eenduidig beeld mogelijk is. Bovendien verschillen de dakopbouwen vaak onderling in maatvoering en verschijningsvorm. Dakopbouwen aan de voorzijde/straatzijde van een woning waren in voorgaande bestemmingsplannen overigens ook niet toegestaan, maar zijn in afwijking van voorgaande bestemmingsplannen toch vergund.

Dakopbouwen aan de achterzijde van een dakvlak zijn, evenals in voorgaande bestemmingsplannen, niet rechtstreeks toegestaan. Onder voorwaarden kan er echter medewerking worden verleend aan het afwijken van het bestemmingsplan voor het realiseren van een dakopbouw op het dakvlak aan de achterzijde van een woning.

Dakopbouwen zijn voorzien van een kap welke evenwijdig of nagenoeg evenwijdig loopt aan het oorspronkelijke dakvlak. Dit betekent dat het oorspronkelijke dakvlak waarop de dakopbouw zich bevindt geheel of gedeeltelijk wordt opgetild, waardoor er, in tegenstelling tot bij dakkapellen, een nieuwe goothoogte ontstaat. De nokhoogte wordt door de realisering van dakopbouwen ook verhoogd. Daardoor worden bij de realisatie van een dakopbouw de maximale goot- en bouwhoogte zoals geregeld in het bestemmingsplan overschreden, waardoor dakopbouwen niet in het bestemmingsplan passen.

5.2.1 Voorwaarden
5.2.1.1 Locatie

Het uitgangspunt is dat er geen nieuwe dakopbouwen worden toegestaan in het plangebied. In Hondsberg worden daarom geen nieuwe dakopbouwen meer planologisch mogelijk gemaakt. In de wijk 't Ven zijn echter in de loop der jaren vele dakopbouwen vergund. Door de relatief grote hoeveelheid aanwezige dakopbouwen, worden in 't Ven dakopbouwen onder voorwaarden toegestaan.

5.2.1.2 Situering
  • De dakopbouw dient zich te bevinden in het dakvlak dat aan de achterzijde van de woning is gelegen.
  • Dakopbouwen worden alleen toegestaan op daken met een hellingshoek van maximaal 35° ten opzichte van het horizontale vlak. Bij daken met grotere hellingshoeken ten opzichte van het horizontale vlak kunnen dakkapellen worden opgericht om meer binnenruimte te verkrijgen.
  • De bestaande dakopbouwen komen alleen voor op aaneengebouwde woningen en tweekappers. Vrijstaande woningen hebben doorgaans meer/andere uitbreidingsmogelijkheden, waardoor dakopbouwen op vrijstaande woningen niet voorkomen. De afwijkingsmogelijkheid geldt daarom niet voor vrijstaande woningen, maar alleen voor tweekappers en aaneengebouwde woningen met kap.
5.2.1.3 Afmetingen
  • De afstand van het dakvlak dat wordt verhoogd tot aan de woningscheidende muur dient minimaal 0,5 meter te bedragen.
  • Bij eindwoningen, hoekwoningen en tweekappers dient de afstand van de dakopbouw tot aan de overstek minimaal 0,5 meter te bedragen.
  • Om er zorg voor te dragen dat de maat en vorm van de hoofdbouwmassa herkenbaar blijven dient de minimale breedte van dakopbouw overeen te komen met de woningbreedte verminderd met 1,5 meter.
  • Het dakvlak aan de achterzijde mag met maximaal 1,2 meter worden opgehoogd.
  • Het dakvlak dat georiënteerd is op de voorzijde van de woning dient verlengd te worden met dezelfde helling als het oorspronkelijke dakvlak.
  • De dakhelling van het nieuw aan te brengen dakvlak aan de achterzijde dient qua materiaal overeen te komen met de bestaande dakhelling en dient evenwijdig te zijn aan de bestaande/oorspronkelijke dakhelling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002102-1401_0022.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002102-1401_0023.jpg"

5.2.2 Bestaande dakopbouwen

Bestaande dakopbouwen die op basis van een geldige (bouw/omgevings)vergunning zijn opgericht op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan mogen worden gehandhaafd en, indien nodig, opnieuw worden opgericht. Dit betekent dat de reeds legaal aanwezige dakopbouwen ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan worden aangemerkt als overeenkomstig met het bestemmingsplan 't Ven Hondsberg.

5.2.3 Verschil tussen dakopbouw en dakkappel

Behalve dakopbouwen hebben ook dakkapellen tot gevolg dat het oorspronkelijk dakvlak wordt aangetast. Toch zijn er een paar verschillen tussen dakopbouwen en dakkapellen, waardoor dakopbouwen niet als dakkapel kunnen worden aangemerkt:

  • Een dakopbouw is per definitie voorzien van een kap, terwijl dakkapellen kunnen zijn voorzien van een plat dak.
  • Een dakopbouw heeft een kap die evenwijdig of nagenoeg evenwijdig is aan het oorspronkelijke dakvlak, terwijl een dakkapel dit niet heeft.
  • Doordat een dakopbouw een kap heeft die evenwijdig of nagenoeg evenwijdig is aan het oorspronkelijke dakvlak, wordt bij de realisatie van een dakopbouw de nokhoogte van de woning verhoogd. Bij de realisatie van een dakkapel verandert de nokhoogte van de woning niet.