direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Bedrijventerrein De Rietvelden, De Vutter, Het Ertveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002071-1402

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. markten, beurzen en evenementen met bijbehorende bedrijfsmatige exploitatie van zaalaccomodatie en horeca;
  • b. congres- en vergaderaccommodatie met bijbehorende horecavoorzieningen;
  • c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, erven en terreinen;


met inachtneming van het volgende:

  • d. geluidzoneringsplichtige inrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • e. (bouw)activiteiten ten aanzien waarvan het maken van een milieueffectrapportage verplicht is of ten aanzien waarvan de artikelen 7.16 tot en met 7.19 van de Wet milieubeheer moeten worden toegepast, zijn niet toegestaan.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
  • a. Uitsluitend mag gebouwd worden ten dienste van de bestemming en mits op eigen terrein voldoende voorzien wordt in de benodigde parkeer- en stallingsvoorzieningen;
  • b. Het bebouwingspercentage van de bouwpercelen bedraagt 50.
4.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat buiten het bouwvlak bijgebouwen mogen worden gebouwd, mits de totale oppervlakte van de bebouwing buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 200 m2 en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 meter;
  • b. de afstand van de bebouwing tot de zijdelingse perceelsgrens dient aan één zijde minimaal 3 meter te bedragen over een afstand van ten minste 10 meter gerekend vanaf de openbare weg;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding voor het bouwvlak of toepasselijke maatvoeringsvlak is aangeduid.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan op de verbeelding voor het bouwvlak is aangeduid;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Nadere eisen bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de (sociale) veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.3.2 Nadere eisen opslag verontreinigende stoffen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de wijze van opslag van potentieel bodem- en grondwaterverontreinigende stoffen met daarbij te treffen voorzieningen ter voorkoming van bodem- en grondwaterverontreiniging.

4.3.3 Nadere eisen bescherming geluidruimte

Burgemeester en wethouders kunnen ter bescherming van beschikbare geluidruimte nadere eisen stellen met betrekking tot de situering van bouwwerken en de afscherming van geluidbronnen op percelen gelegen buiten de 'geluidzone - industrie'.

4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
  • b. Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van:
    • 1. een seksinrichting;
    • 2. ondergrondse opslag van brandbare vloeistoffen in de K0-, K1-, K2-, K3- en K4-klasse.
  • c. Tot een gebruik strijdig met de gegeven bestemming wordt ook gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken zonder op het eigen terrein genoegzaam te (hebben) voorzien in de uit het gebruik voortvloeiende behoefte aan parkeer- en stallingsvoorzieningen, tenzij op een andere wijze in de parkeer- en stallingsbehoefte wordt voorzien en de situering van de parkeer- en stallingsvoorzieningen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.
  • d. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden gelegen buiten de 'geluidzone - industrie' en de daarop voorkomende bouwwerken zodanig te gebruiken of in gebruik te geven dat de aan de gronden toegekende geluidruimte zoals aangegeven op de als bijlage bij de regels behorende geluidverkavelingskaart wordt overschreden.
4.5 Afwijken met omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4d en meer geluidruimte op percelen vergunnen, mits vergroting van de geluidruimte bedrijfseconomisch noodzakelijk is, bij de bedrijfsvoering de beste beschikbare technieken worden toegepast en toekenning van meer geluidruimte zich verdraagt met de milieuwetgeving.