Plan: | Binnenstad |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002067-1401 |
Soortenbescherming
De Flora- en faunawet (2002) regelt de bescherming van plant- en diersoorten. Tegelijkertijd vormt deze wet de implementatie van Europese en internationale verplichtingen. De wet vervangt diverse wetten die voorheen betrekking hadden op de bescherming van dier- en plantsoorten. Uitgangspunt van de Flora- en faunawet is het “nee, tenzij”-principe.
Bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat. In het uiterste geval behoort verlening van vrijstelling niet tot de mogelijkheden.
In dat geval zal bij de ruimtelijke besluitvorming moeten worden geconcludeerd dat de voorgenomen ingreep geen doorgang zal kunnen vinden.
De binnenstad is voor een groot deel dichtbebouwd en/of verhard. In het plangebied komen vleermuizen voor, evenals muurvegetatie. De vleermuizen hebben nestplaatsen in gevels en onder daken van gebouwen en in de gewelven van de Binnendieze. De muurvegetatie komt in hoofdzaak voor op de muren aan de Binnendieze en bestaat uit plantensoorten als de wolfspoot, de moerasandoorn, diverse varens, gras- en mossoorten. Ook de vestingmuren worden gekenmerkt door een rijke muurvegetatie. Daarnaast zijn langs de vesting en op de vesting bijzonder zeldzame planten te vinden waaronder het glaskruid dat normaal in andere veel warmere gebieden groeit.
Van oudsher heeft 's-Hertogenbosch zich ontwikkeld binnen de vestingmuren. Door de eeuwen heen is het groen binnen dit gebied schaarser geworden. De aanwezige groenstructuur wordt voor een groot deel gevormd door de historische kloostertuinen waar zich een groot aantal oude en markante bomen bevinden. Daarnaast zijn er groene lijnen langs de waterwegen en een aantal wegen. Deze groen- en watergebieden kunnen mogelijk leefgebied bieden voor beschermde soorten.
Langs de Zuid-Willemsvaart en De Dommel is een ecologische verbindingszone aanwezig. Deze zones moeten de in de provincie Noord-Brabant aanwezige regionale natuur- en landschapseenheden (buitenstedelijke gebieden bestaande uit groene en agrarische hoofdstructuren zoals bos, natuur en landbouw) met elkaar verbinden. De ecologische verbindingszones zijn in dit plan beschermd door middel van een aanlegvergunningstelsel.
Omdat met het bestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, treden geen negatieve effecten tengevolge van dit bestemmingsplan op op mogelijk aanwezige beschermde soorten flora en fauna. Belangrijke bomen kunnen daarbij worden beschermd via het regime van de Kapverordening.
Gebiedsbescherming
Bescherming van natuurgebieden vindt plaats via de Natuurbeschermingswet. Binnen beschermde natuurgebieden gelden (strenge) restricties voor ruimtelijke ontwikkelingen.
Het plangebied bevindt zich niet in een gebied dat op basis van de Natuurbeschermingswet bescherming geniet. Wel grenst het bestemmingsplan aan het "Het Bossche Broek", dat deeluitmaakt van het Natura 2000-gebied " Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche Broek". Omdat het hier een zogenaamd "beheersplan" betreft, waarin geen nieuwe planologische ontwikkelingen zijn vervat zijn geen significante effecten tengevolge van dit plan te verwachten op de beschermde natuurwaarden van het Bossche Broek.
Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk, dus zijn er geen effecten te verwachten op de aanwezige flora en fauna en groenstructuur.