Artikel 12 Verkeer
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wegverkeer;
-
b. openbaar vervoer;
-
c. verblijfsgebied;
-
d. standplaatsen;
-
e. parkeervoorzieningen;
-
f. bescherming en behoud van de historische ruimtelijke structuur en de waarden van het beschermd stadsgezicht;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'binnendieze' tevens voor de overkluisde waterloop van de Binnendieze en Dieze, waarbij voor de waterloop van toepassing zijn de bepalingen onder de leden a t/m e en h van artikel 15.1 Bestemmingsomschrijving''Water';
-
h. ter plaatse van de aanduiding 'water' tevens voor water overeenkomstig artikel 15.1
Bestemmingsomschrijving''Water';
-
i. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals openbare verblijfsvoorzieningen, fietsenstallingen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, bijbehorende verhardingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en dergelijke.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met dien verstande, dat de oppervlakte per gebouw niet meer dan 25 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen, behoudens het bepaalde onder b;
-
b. kunstwerken als viaducten en overkluizingen, kunstobjecten, verlichting, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mogen maximaal 5 meter hoog zijn.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van behoud en versterking van :
-
a. de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermde stadsgezicht;
-
b. cultuurhistorische en archeologische waarden;
-
c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
d. het ensemble van binnendieze en aangrenzende bebouwing;
-
e. de verkeersveiligheid;
-
f. de sociale veiligheid;
-
g. de milieusituatie;
-
h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 12.2.1 en toestaan dat de oppervlakte per gebouw mag worden vergroot tot 50 m2, een en ander mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
- de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermde stadsgezicht;
- cultuurhistorische en archeologische waarden;
- een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.5 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken of in gebruik te geven of te laten gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag wijkt bij een omgevingsvergunning af van het bepaalde in lid 12.5, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
12.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
Ter plaatse van de aanduiding 'water' is het bepaalde in artikel 15.6 van overeenkomstige toepassing.