direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: De Overlaet
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002061-1401

3.3 Gemeentelijk beleid

Voor het plangebied van De Overlaet zijn een aantal gemeentelijke beleidsstukken relevant. Zij vormen de kaders, zowel in ruimtelijke, als in functionele, als in programmatische zin. Dat betekent dat bepaalde keuzes reeds gemaakt zijn. Zij vormen derhalve de uitgangspunten voor verdere planvorming.

3.3.1 Ruimtelijke StructuurVisie 's-Hertogenbosch 2003 "Stad tussen Stromen"

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft zijn ambities voor de komende jaren in beeld gebracht in de vorm van een Ruimtelijke StructuurVisie. Deze Ruimtelijke StructuurVisie is een raamwerk en een gids voor de ruimtelijke activiteiten en investeringen van burgers, bedrijven, instellingen en overheid in de komende jaren. De visie bestrijkt de periode tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2020.

In de Ruimtelijke StructuurVisie (RSV) is de lagenbenadering van het streekplan nader uitgewerkt. Nieuwe ontwikkelingen zullen worden afgestemd en getoetst op de specifieke onderlagen van een gebied en de laag van infrastructuur.

De Ruimtelijke StructuurVisie is bedoeld om richting te geven aan de eigen stedelijke ambities, voorzover ruimtelijk relevant. Daarmee is het een paraplunota en een integratiekader voor de ruimtelijke gevolgen van deze ambities van de verschillende sectorale nota's. De Ruimtelijke StructuurVisie is ook toetsingskader en leidraad voor ruimtelijke plannen van de gemeente, zoals structuurvisies en bestemmingsplannen.

Rosmalen maakt in de Ruimtelijke StructuurVisie deel uit van de oostelijke Rosmalense vleugel. Voor de ontwikkeling van deze vleugel zijn uitgangspunten opgesteld waarvan een aantal van toepassing zijn op het plangebied (of de directe omgeving) van dit bestemmingsplan. De belangrijkste staan hierna beschreven:

  • Het open gebied ten westen van het plangebied, tussen 's-Hertogenbosch en Rosmalen, wordt ontwikkeld tot het stedelijke knooppunt Avenue2, gecombineerd met een natte verbindingszone tussen het Aadal en de Maas, de verbreding van de A2 en de omlegging van de Zuid-Willemsvaart;
  • Ten noorden van Rosmalen wordt begonnen aan de VINEX-wijk Groote Wielen;
  • Verdere verstedelijking van Rosmalen mag niet leiden tot een verdere afbreuk van het dorpse karakter van Rosmalen;
  • De belangrijkste ambitie voor Rosmalen: de kleinschalige en groene karakteristiek behouden;
  • Het centrumgebied van Rosmalen wordt een stadsdeelcentrum, het winkelareaal wordt vergroot en de recreatieve en sociaal-culturele voorzieningen worden uitgebreid;
  • De uitwerking van de stedelijke verbindingsas tussen het centrum van 's-Hertogenbosch en de kom Rosmalen (Hinthammerstraat-Graafseweg-Hintham-Graafsebaan-Molenstraat-Dorpsstraat). Deze as wordt als recreatieve fietsroute doorgetrokken door De Groote Wielen naar Gewande aan de Maas;
  • Door verlenging van de ring ten noorden van Rosmalen wordt naar mogelijkheden gezocht voor een oostelijke aansluiting op de A59.
3.3.2 Structuurvisie Rosmalen

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft voor het oostelijk deel van de gemeente een (ontwerp)ontwikkelingsvisie opgesteld.

De Structuurvisie Rosmalen bestaat uit twee delen; deel 1 'Analyse en beleid' en deel 2 'Visievorming'. In deel 1 staan de belangrijkste kenmerken per wijk beschreven. Hieruit zijn voor De Overlaet de volgende uitgangspunten gedestilleerd:

  • De ontwikkeling van een drietal locaties; de Driehoek (buiten het plangebied), de Cirkel en de Terp (reeds gerealiseerd) in samenhang met het totale beeld voor de Nieuwendijk – Vlietdijk richting de Groote Wielen (omgevingsstudie);
  • De inrichting Nieuwendijk – Vlietdijk. Dit oorspronkelijke lint richting Gewande zal een belangrijke langzaamverkeers-route voor Rosmalen als geheel gaan vervullen;
  • De verkeersveiligheid van de kruising van de Nieuwendijk – Vlietdijk met de Rodenborchweg. Er wordt onderzocht of het kruisingsvlak ongelijkvloers kan worden uitgevoerd;
  • Parkeerdruk op het bedrijventerrein. Onderzocht dient te worden of de parkeerdruk op het bestaande terrein danwel op het toekomstige vergrote bedrijventerrein opgelost kan worden;
  • De relatie tussen De Overlaet en De Groote Wielen. De groene recreatiezone mag geen scheidend element vormen. Bij het ontwerp is het tot stand brengen van routes tussen de beide wijken als randvoorwaarde;
  • De aansluiting tussen de Rodenborchweg en De Groote Wielen. Onderzocht wordt of een deel van de Rodenborchweg kan komen te vervallen en als groenzone kan gaan fungeren. Tevens zal een deel van de Rodenborchweg worden verlegd waardoor er een heldere entree tot de wijk ontstaat;
  • De behoefte aan klaslokalen nabij de diverse basisscholen.

Deel 2 van de Structuurvisie beschrijft de ontwikkelingsvisie voor Rosmalen. Uit het beleid op de verschillende schaalniveaus is het programma ofwel ruimtelijk programma te destilleren. In de Structuurvisie zijn twee belangrijke ontwikkelingen beschreven die van belang zijn voor De Overlaet:

  • Recreatiezone ten noorden van de Overlaet te liggen, hier komt onder andere een omvangrijk sportprogramma;
  • Verbindingsroute (Vlietdijk is hier onderdeel van) waarlangs verdicht wordt met multifunctionele bebouwing.
3.3.3 Landschapsvisie

De gemeente 's-Hertogenbosch wil graag bijdragen aan de ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig landschap. De opstelling van de Landschapsvisie is één van de initiatieven die zij daartoe heeft ondernomen. De planhorizon is gesteld op 2015. Qua abstractieniveau beweegt de Landschapsvisie zich tussen het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente en de Ruimtelijke StructuurVisie.

De Landschapsvisie is op 22 april 1999 vastgesteld door de gemeenteraad.

De ruimtelijke kwaliteit van het landschap rond Rosmalen wordt aan de zijde van De Overlaet bepaald door een relatief open, agrarisch landschap. De naam 'Overlaet' verwijst naar de oude functie van dit gebied. Ten tijde van hoogwater was dit gebied de overlaat van de rivier de Maas. Dit verklaart het feit dat de wijk lager ligt dan zijn omgeving en het relatief grote aandeel water in de openbare ruimte.

Het gebied ten noorden van De Overlaet heeft overwegend een agrarische functie. In de Landschapvisie wordt dit gebied ten dele aangewezen als ontwikkelingslocatie voor woningbouw, de Groote Wielen. De huidige structuur van het landschap zal een grote rol spelen bij de ontwikkeling van deze wijk.

Het buitengebied rond de gemeente 's-Hertogenbosch wordt gekenmerkt door grotere aaneengesloten groene gebieden, die zeer divers van karakter zijn. Centraal in de Landschapsvisie staat het behoud en het ontwikkelen van deze grote groene gebieden waarbij de diversiteit van de gebieden leidend is. In de visie wordt daartoe een landschappelijk raamwerk voorgesteld dat bestaat uit een samenhangend patroon van grootschalige natuur- en bosgebieden: de Bossche Buitens met elk een eigen karakteristiek, die middels zogenaamde verbindingszones met elkaar in verband gebracht worden. Het Bossche Buiten Hooge Heide grenst met Sprokkelbosch aan het plangebied dorpsrand Bruggen. In Sprokkelbosch is het behoud van de oud-kampenverkaveling belangrijk.

Bruggen is onderdeel van de lange lijn Orthense dijk. Het is een belangrijke recreatieve slagader en een droge ecologische verbinding. De lijn verbindt 's-Hertogenbosch / Rosmalen met het buitengebied.

3.3.4 Nota "Bomen in de Stad"

Met de nota “Bomen in de stad” wil de gemeente 's-Hertogenbosch een visie geven op bomen en op die manier een grote impuls geven aan het ontwikkelen van de kwaliteiten van de gemeente. In de nota worden de ambities van de gemeente weergegeven die men met groen wil bereiken.

Een ambitie die in de nota wordt uitgesproken is het herstellen van oude structuren die nu vaak slechts fragmentarisch aanwezig zijn. Met behulp van bomen kan een dergelijke structuur niet alleen weer opnieuw worden vastgelegd, maar kan tevens bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteiten.

In de nota wordt een toekomstbeeld gegeven van de Rodenborchweg als noordelijke ontsluitingsroute voor De Overlaet. Ten zuiden van de Groote Wielen en dus ten noorden van de Overlaet, loopt de Laaghemaal. In de toekomstige situatie moet de weg onderdeel vormen van de groene sportzone. Een zware laanbeplanting, vergelijkbaar met de inrichting van de Bundersteeg zal de kwaliteit van de zone als geheel versterken.

Over het oostwestgerichte fietspad door De Overlaet staat in de nota aangegeven dat de route weinig of geen samenhang kent. Nu eens is er sprake van landelijke bermen met ruig gras en knotwilgen, dan weer staan er kleine gecultiveerde bomen en een haag langs de route. De continuïteit is puur functioneel.

Gelet op het bochtige verloop is het voor de herkenbaarheid van de route van belang om ook een zekere eenduidigheid in de inrichting aan te brengen. Primair kan dit worden gevonden in een eenduidige en continue laanbeplanting. Daarnaast is het ook denkbaar om een opvallende lantaarnpaal te gebruiken langs deze route.

De voorgestane verbeteringen van routes zijn zonder meer mogelijk binnen het voorliggende bestemmingsplan.

3.3.5 Woningbouwbeleid

De beperkte woningbouwmogelijkheden die zijn opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan passen binnen het Meerjarenprogramma zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch.

3.3.6 Nota Detailhandel

De Nota detailhandel 's-Hertogenbosch 2006-2010 is vastgesteld door de gemeenteraad op 14 februari 2006.

Diverse ontwikkelingen in de afgelopen jaren, in combinatie met op stapel staande plannen, maken het noodzakelijk om voor de gehele gemeente 's-Hertogenbosch een nieuwe visie op de detailhandel te ontwikkelen.

Door BRO Adviseurs is in 2005 de adviesrapportage “Visie op de detailhandel 2005-2010, 's-Hertogenbosch" opgesteld. Het college onderschrijft op hoofdlijnen de aan het daarin geschetste model van de Bossche winkelstructuur ten grondslag liggende overwegingen en criteria:

  • de dagelijkse artikelensector is de eerst bepalende sector uit verzorgingsoogpunt voor de bevolking; het aanbod dient zich op een redelijke afstand te bevinden;
  • een centrum moet vanuit het verzorgingsgebied goed en snel bereikbaar zijn;
  • de situering van een winkelconcentratie is gerelateerd aan een in de nabijheid gelegen winkelcentrum dat een hogere plaats in de hiërarchie inneemt.

Voor de gehele gemeente is over overige detailhandel het volgende afgesproken:

  • Ten aanzien van perifere detailhandel wordt een restrictief beleid gevoerd, met als uitgangspunt dat geen afbreuk mag worden gedaan aan andere winkelconcentraties met veel niet-dagelijkse artikelen.
  • Solitair gevestigde niet-perifere winkelvestigingen werken veelal verstorend op de winkelstructuur. Uitgangspunt is het voortbestaan niet te frustreren maar in principe geen medewerking te verlenen aan uitbreidingsverzoeken van dergelijke verspreid liggende winkels.
3.3.7 Beleidsplan Horeca

In het Beleidsplan Horeca is aangegeven dat de mogelijkheden voor uitbreiding van het horeca-aanbod in de wijken buiten de binnenstad beperkt zijn. De bestaande horecabedrijven moeten in staat worden geacht aan de potentiële vraag te kunnen voldoen. Voor de Overlaet zal derhalve een consolidatiebeleid worden gevoerd. Er worden geen vestigingsmogelijkheden voor nieuwe horecabedrijven geboden.

3.3.8 Kantorenvisie 2004-2015

In de kantorenvisie 'Ruimte voor kantoren 2004 - 2015' wordt een visie gegeven op de Bossche kantorenmarkt in de periode 2004 – 2015.

De belangrijkste beleidspunten uit de kantoorvisie zijn:

  • Realisatie van een nieuwbouwprogramma in de periode 2004 – 2015 van 255.000 m2. De eerstkomende jaren wordt uitgegaan van een nieuwbouwproductie van 20.000 m2, daarna van 25.000 m2. Tot 2003 is deze productie veel hoger geweest (bijvoorbeeld de nieuwbouwproductie van 156.689 m2 b.v.o., dit komt op gemiddeld ruim 31.000 m2 per jaar, in de periode 1999-2003). Op deze wijze zal het bestaande overaanbod aan kantoorruimte geleidelijk aan verdwijnen.
  • Het selectief vestigingsbeleid zal worden voortgezet. Dit houdt in dat voor grootschalige kantoren slechts één locatie tegelijkertijd wordt ontwikkeld. Het Paleiskwartier en omgeving hebben prioriteit, daarna volgen Station Oost en Avenue2.
  • Duidelijkheid voor marktpartijen staat centraal. Uitgangspunt is locaties waar de bouw gestart is af te maken alvorens naar een nieuwe locatie over te stappen.
  • De ontwikkeling van kleinschalige kantoren (1000 m2) krijgt meer ruimte. De mogelijkheden hiervoor liggen op de stedelijke verbindingsassen en de vrijkomende VAB-terreinen. Ook de herontwikkeling van het GZG-terrein, de Kom Rosmalen en de nieuwbouwmogelijkheden in de Groote Wielen en Willemspoort bieden voor kleinschalige kantoren perspectief.
  • De gemeente stimuleert actief het vertrek van grote kantoren uit de binnenstad. Deze kantoren kunnen zich hier door de schaarse ruimte minder goed ontwikkelen en ondervinden in toenemende mate problemen in de bereikbaarheid. De binnenstad is door haar fijnmazige structuur meer geschikt voor de vestiging van kleinschalige kantoren. Ook biedt verplaatsing kansen voor herstructurering en ruimteclaims van andere stedelijke functies.
  • De gemeente is pro-actief wat betreft het uit de markt nemen van verouderde incourante kantoren. Daarmee zet zij de middelen van RO- en grondbeleid actief in. Op deze wijze krijgt de nieuwbouw in de kantorenparken een impuls en blijft de kwaliteit van de kantorenvoorraad op peil.
  • De gemeente laat de strenge parkeernormering voor kantoorlocaties uit het abc-locatiebeleid vervallen. Daarvoor in de plaats stelt zij bij de bouw van grote kantoren de eis van gebouwde parkeervoorzieningen. De ervaring in het Paleiskwartier leert, dat bedrijven zelf bereid zijn maatregelen te nemen om het autogebruik te beperken. De tarieven van gebouwde parkeervoorzieningen zijn een prikkel tot een actief vervoersmanagement.
  • Bedrijventerrein is schaars. Daarom verzet de gemeente zich tegen een verkantorisering van bedrijventerreinen. De gemeente wil dit doel bereiken door een duidelijke formulering van het beleid, overleg met de marktpartijen en handhaving.

De gemeente vindt het belangrijk dat in woonwijken gewerkt kan worden. Kleinschalige bedrijvigheid veelal in de vorm van een bedrijf aan huis is belangrijk voor de werkgelegenheid en bedrijvendynamiek in de stad, het biedt ondernemers de mogelijkheid werk en zorg te combineren en vergroot de levendigheid van de woonwijken. Veel ondernemers starten hun bedrijf vanuit huis. De woning biedt een praktisch en goedkoop huisvestings- alternatief. Dit geldt voor bijvoorbeeld een adviesbureau, edelsmid, vertaalbureau, schoonheidsspecialist of assurantiebedrijf.

Voor kleine kantoren (< 500 m²) liggen er mogelijkheden langs de stedelijke verbindingsassen (zoals de Rodenborchweg) en op VAB-terreinen. De vestiging van zelfstandige kantoren op bedrijventerreinen is vanwege de schaarste aan bedrijventerrein niet gewenst. Dit betekent dat kantooractiviteiten op een bedrijventerrein alleen toelaatbaar zijn als onderdeel van een bedrijf.

3.3.9 Onderwijs en Accommodaties

De aanwezige basisscholen (De Hobbit, De Overlaet en De Borch) kennen, zoals alle basisscholen in de stad, een verbrede functie voor kinderen van 0 tot 13 jaar: een zogeheten kindercluster waarin onderwijs en opvang gecombineerd plaatsvinden. Ook geldt voor alle basisscholen dat zij zoveel als mogelijk voorzien in de behoefte vanuit de directe woonomgeving aan ruimten voor sociale, culturele en/of sportieve activiteiten, waardoor de buurtfunctie van de school wordt versterkt. Deze verbrede functie leidt tot een capaciteitsuitbreiding van deze scholen.

3.3.10 Nota Buiten Spelen

De Nota Spelen (vastgesteld door de gemeenteraad op 24 januari 2002) biedt het beleidskader voor buitenspelen in de gemeente 's-Hertogenbosch op de daarvoor formeel bestemde plekken in de openbare ruimte. Per wijk is/wordt hiervoor een wijkspeelplan opgesteld, dat inzicht geeft in de verschillende speelplekken die in een wijk voor de verschillende leeftijdsgroepen gerealiseerd moeten worden. Daarbij wordt o.a. rekening gehouden met bevolkingssamenstelling naar leeftijd en met de reeds aanwezige speelplekken in de wijk.

Voor dit plangebied is het wijkspeelplan 'Rosmalen Noord' van toepassing. Voor wat betreft de speelplekken wordt onderscheid gemaakt in verschillende leeftijdscategorieën, aangezien elke categorie haar eigen behoeften en beperkingen heeft. Er wordt rekening gehouden met jonge kinderen van 0-6 jaar (spelen tot 100 meter van de eigen woning), met schoolkinderen van 6-12 jaar (spelen 300 tot 400 meter van de eigen woning), en jongeren van 12-18 jaar (spelen tot ca. 1000 meter van de eigen woning).

Onder andere de loopafstand van de verschillende leeftijdscategorieën dient als basis voor een optimale spreiding van speelvoorzieningen in de buurt.

In het bestemmingsplan De Overlaet is het beleid uit de Nota Buiten Spelen en de bijbehorende wijkspeelplannen direct vertaald. De plaatsen waar bestaande speelplekken zich bevinden of nieuwe speelplekken zijn gepland, zijn zodanig bestemd, dat de bestaande speelplekken (indien gewenst) gehandhaafd kunnen worden en nieuwe speelplekken daadwerkelijk kunnen worden gerealiseerd.

3.3.11 's-Hertogenbosch bereikbaar

Het verkeers- en vervoerbeleid is opgenomen in het rapport 's-Hertogenbosch bereikbaar (mei 2000). Van direct of indirect belang voor het plangebied De Overlaet zijn de volgende aandachtspunten:

  • Hoge uitgesproken ambities voor verkeersveiligheid, zoals opgenomen in het Verkeersveiligheidsplan 1997, worden waargemaakt door een actieve vertaling naar maatregelen.
  • Veel aandacht voor langzaam verkeer waar het gaat om veiligheid, comfort, voorrang op hoofdroutes en stallingsmogelijkheden bij voorzieningen.
  • De voetganger staat centraal bij het ontwerp van de openbare ruimte.
  • Grootschalige investeringen in verkeersinfrastructuur.
  • In het kader van het mobiliteitsbeleid: het juiste bedrijf op de juiste plaats.

Inmiddels wordt de Koersnota verkeer en vervoer voorbereid. Hierin wordt gestreefd naar een groei van het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets, en een daling van het autogebruik. Dit zal moeten leiden tot een daling van het aantal verkeersslachtoffers en verbetering van de totale situatie met betrekking tot geluidhinder en luchtverontreiniging.

Wat betreft concrete maatregelen voor De Overlaet is van belang:

  • De gemeente 's-Hertogenbosch zal de komende decennia nog aanzienlijk groeien. Deze groei zal zich met name manifesteren in de Groote Wielen, in diverse bouwplannen in Rosmalen en in verstedelijking van de A2-zone).
  • Alle woonbuurten in de Overlaet zijn de afgelopen jaren ingericht als 30 kilometer per uur-zone.
  • Hoofdinfrastructuur gemotoriseerd verkeer: deze is, mede in verband met de bouw van de Groote Wielen, aangepast en verbeterd.
  • Structuur fietsverkeer: twee radiale fietsroutes naar het centrum van 's-Hertogenbosch en enkele overige utilitaire hoofdstructuur stad ter ontsluiting van het woongebied en voor de verbinding met het centrum van Rosmalen. Er komt een gelijkvloerse fietsoversteek van de Oosteinderweg tussen de Overlaet en de Groote Wielen.

Categorisering van wegen:

  • Gebiedsontsluitingswegen 50 km/u: Rodenborchweg, Oosteinderweg (tussen Rodenborchweg en Vlietdijk), Laaghemaal.
  • Erftoegangswegen: Thorbeckeborch, Jagersbosstraat, Striensestraat, Hortensiastraat, Zusterbosweg, Oosteinderweg (tussen Laaghemaal en Bruggen).
3.3.12 Nota parkeernormen

Voor ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening heeft de gemeente 's-Hertogenbosch een eigen parkeernormenbeleid vastgesteld. Dit beleid is vastgelegd in de nota 'Parkeernormen' (december 2003). De nota geeft aan hoeveel parkeerplaatsen per functie en per stadsdeel gerealiseerd dienen te worden bij nieuwbouw.

In bestaande situaties wordt het beleid uit de Nota Parkeernormen niet toegepast. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt echter het beleid met betrekking tot parkeernormen gehanteerd.

3.3.13 Prostitutiebeleid

In deze toelichting wordt voor zover nodig ingegaan op de artikelen die zijn opgenomen in het prostitutiebeleid. In hoofdstuk 3 van de A.P.V. is het gemeentelijk prostitutiebeleid verwoord, voor zover dat in het kader van de algemene plaatselijke verordening van toepassing is.

Op diverse maatschappelijke voorzieningen en nog enkele andere verspreide niet-woonfuncties (zoals detailhandel, horeca en bedrijven) na, hebben we uitsluitend te maken met een woongebied, waarin de vestiging van een seksinrichting niet gewenst is.

In de regels van het bestemmingsplan De Overlaet is de vestiging van een seksinrichting uitgesloten.

3.3.14 Antenne-installaties

Begin 2000 is er door de gemeente 's-Hertogenbosch de Beleidsnotitie GSM antennemasten opgesteld. In deze notitie wordt beargumenteerd dat plaatsing van antenne-installaties bouwvergunningplichtig is. De notitie dient als beleidskader voor de beoordeling van bouwaanvragen. Dit beleid is vertaald in het voorliggende bestemmingsplan.

Het beleid kan als volgt worden samengevat. Wat betreft bestaande antenne-installaties wordt voorgesteld een gedoogbeleid te voeren. Wanneer tijdens de procedure van het voorliggende bestemmingsplan wordt besloten de aanbieders van illegaal geplaatste installaties op ongewenste locaties aan te schrijven met het verzoek een nieuwe bouwaanvraag in te dienen danwel een andere locatie te zoeken, zal het beleid dat wordt gevoerd ten aanzien van nieuwe installaties richtlijn zijn. Plaatsing van nieuwe installaties kan via solitaire masten, plaatsing van antennes met een hoogte van circa 5 meter op gebouwen hoger dan 25 meter, combinatie van meer dan één aanbieder (site-sharing) of plaatsing in combinatie met bestaande elementen, zoals hoogspannings- of reclamemasten.

Het beleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is vertaald in een zoneringskaart voor GSM/antenne-installaties. Er zijn drie gebieden te onderscheiden, namelijk gebieden waar dergelijke installaties zonder uitzondering niet zijn toegestaan, gebieden waar zij niet zijn toegestaan, tenzij, en gebieden en zones waar antenne-installaties zijn toegestaan.

Gebieden waar zonder uitzondering geen GSM/antenne-installaties zijn toegestaan, betreffen landschappelijk waardevolle gebieden en natuurzones zoals die zijn benoemd in de Landschapsvisie.

In verband met de kwetsbaarheid van de historische delen van de gemeente wordt voorgesteld die delen die zijn aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht geen GSM/antenne-installaties toe te staan, tenzij de welstands- en monumentencommissie positief adviseren, in die zin dat wordt voldaan aan hoge eisen van welstand. De richtlijnen van de Rijksdienst voor Monumentenzorg vormen mede een leidraad bij de plaatsing van installaties op of aan monumenten.

Gebieden waar GSM/antenne-installaties zijn toegestaan, betreft:

  • op portalen van hoofdautowegen en de zone ter weerszijden van en 100 meter uit de as van de weg;
  • op portalen van de Nederlandse Spoorwegen;
  • op hoogspanningsmasten;
  • binnen de zone ter weerszijden van en 50 meter uit de as van wijkontsluitingswegen zoals aangeduid op de zoneringskaart;
  • bedrijven- en/of kantorenterreinen.

Er zal terughoudend worden omgegaan met plaatsing van antenne-installaties binnen woongebieden.

De zoneringskaart ziet er voor het plangebied als volgt uit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002061-1401_0026.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002061-1401_0027.png"

Site-sharing is inmiddels van hoger hand, waar mogelijk, verplicht gesteld aan de aanbieders van mobiele telefonie, zodat het aantal antenne-installaties kan worden beperkt.

In de regels is een algemene ontheffingsbevoegdheid opgenomen voor het bouwen van GSM/antenne-installaties tot een maximale hoogte van 40 meter, waarbij het gemeentelijk beleid zoals hierboven staat beschreven richtinggevend is voor de toelaatbaarheid van een GSM/antenne-installaties op de locatie waarvoor het verzoek is ingediend.