Plan: | De Overlaet |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002061-1401 |
Met de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) d.d. 1 september 2007 behoren nieuwe bestemmingsplannen te omschrijven hoe omgegaan dient te worden met de bekende en de te verwachte archeologische waarden in het bestemmingsplangebied. Hieronder volgt een korte schets van de samenstelling en aard van de archeologische waarden. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van de randvoorwaarden die het gemeentelijke archeologische monumentenzorgbeleid stelt aan bodemingrepen in het bestemmingsplangebied teneinde de zorgvuldige omgang met de archeologische waarde te waarborgen.
In 2007 is de archeologische verwachtingskaart voor de gemeente 's-Hertogenbosch opgesteld (het deel buiten de middeleeuwse stadskern). Deze kaart bevat niet alleen de reeds bekende archeologische vindplaatsen maar geeft ook een overzicht van de gebieden waar archeologische vindplaatsen verwacht kunnen worden, de zogenaamde verwachtingsgebieden. Gebieden waar de kans op het aantreffen van archeologie hoog is, worden aangeduid als gebieden met een hoge archeologische verwachting. Verder wordt nog een onderscheid gemaakt in gebieden met een middelhoge en gebieden met een lage archeologische verwachting. Of er ook daadwerkelijk archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, moet archeologisch onderzoek uitwijzen maar de verwachtingsgebieden geven al wel aan in welke mate men met mogelijke archeologische resten rekening moet houden. De archeologische verwachtingskaart vormt de basis voor het archeologiebeleid van de gemeente. Dit beleid is momenteel in ontwikkeling en zal naar verwachting eind 2009 worden vastgesteld.
Ten behoeve van het bestemmingsplan De Overlaet is door SO/BAM een archeologische paragraaf opgesteld waarin de archeologische achtergronden en kenmerken van dit plangebied worden toegelicht. Voor het bestemmingsplangebied De Overlaet is al eerder een archeologische paragraaf opgesteld maar deze had betrekking op het gebied De Overlaet-Oost (incl. Dorpsrand Bruggen).
Bestemmingsplan De Overlaet
Het bestemmingsplangebied ligt ten noorden van de oude kern van Rosmalen en bevindt zich landschappelijk gezien op de overgang van de dekzandrug naar de lager gelegen dekzandvlakten in de richting van de Maas. De dekzandrug is ontstaan tijdens de laatste ijstijd en bestaat uit zand dat lokaal is opgestoven omdat het niet langer werd vastgehouden door vegetatie. De hogere delen van het dekzand worden aangeduid als ruggen en de lager gelegen delen als flanken of vlakten. De dekzandrug waarop het plangebied ligt vormt feitelijk onderdeel van een zeer grote dekzandrug die in westelijke richting ook onder de historische binnenstad van 's-Hertogenbosch wordt aangetroffen en in oostelijke richting doorloopt naar Oss. De hoger gelegen dekzandrug is reeds vanaf de vroege prehistorie een geliefde plaats voor bewoning geweest. Archeologisch onderzoek in het gebied ten noorden van het plangebied (Empel en De Groote Wielen) heeft uitgewezen dat het gebied reeds 4000 jaar geleden bewoond is geweest maar ook oudere bewoningsporen kunnen niet worden uitgesloten.
Op de overgang van de hoge zandrug naar de lage komgebieden werd in de Middeleeuwen een dijk aangelegd. Deze liep vanaf Orthen in oostelijke richting tot Rosmalen en zette zich voorbij Rosmalen voort richting Nuland. Over de datering van deze dijk is weinig bekend maar mogelijk bestonden delen ervan al in de 14de eeuw. Langs deze dijk ten oosten van Rosmalen ontstond in de Middeleeuwen het dorp Bruggen dat nu in het zuidoostelijke deel van het bestemmingsplangebied ligt.
Ondergrond kaart van Bruggen met daarop geprojecteerd de kadastrale minuut uit het begin van de 19e eeuw. De ronde vorm in de dijk heeft betrekking op het wiel.
Uit het plangebied is een groot aantal archeologische vondsten en vindplaatsen bekend (zie afbeelding 3). In een aantal gevallen betreft het losse vondsten van fragmenten aardewerk of metaal maar soms wijzen de vondsten op een nederzetting. Een van de meest belangrijke en waardevolle terreinen betreft de Annenborch. Dit terrein ligt centraal in het plangebied en wordt in de huidige topgrafie aangeduid als de Augustinessenborch. Van oorsprong bevond zich op deze locatie rond 1400 een klein kasteeltje, de Rodenborch, dat vermoedelijk gebouwd is door Hendrick Dickbier. Aan het eind van de 15de eeuw werd het omgevormd tot een Augustinessenklooster waarna het Sint Annaborch of Annenborch werd genoemd. De oudste vermelding dateert uit 1485. Ten gevolge van het oorlogsgeweld van de 80-jarige oorlog werd het klooster in 1574 verlaten. De kloosterzusters vestigden zich daarna in de Verwerstraat in 's-Hertogenbosch. In 1986 zijn delen van het complex archeologisch onderzocht waarbij onder meer een omgrachting werd aangetroffen waaruit veel vondstmateriaal werd geborgen. Een deel van het voormalige kloosterterrein is aangewezen als een beschermd archeologisch rijksmonument en ligt binnen de cirkel die is vrijgehouden van bewoning.
In het zuidoostelijke deel grenst het bestemmingsplangebied aan een terrein van hoge archeologische waarde. Het betreft een restant van een escomplex waar nog relatief intacte cultuurdekken, oude akkerlagen en podzolbodems bewaard zijn gebleven. Op het terrein, dat is aangewezen als een gemeentelijk monument, bevinden zich naar verwachting talloze archeologische vindplaatsen uit de prehistorie t/m het heden.
Vrijwel het gehele bestemmingsplangebied heeft een hoge archeologische verwachting.
Uitsnede archeologische verwachtingskaart gemeente 's-Hertogenbosch. De dunne rode lijn markeert de historische dorpskern van Rosmalen. De gekleurde punten wijzen op archeologische vondsten en/of waarnemingen
Dit betekent dat er een grote kans is op het aantreffen van archeologische waarden. Deze verwachtingswaarde gaat uit van een min of meer intacte ondergrond. In (delen van) het bestemmingsplangebied heeft in de loop van de tijd echter al een groot aantal ingrepen plaatsgevonden, zoals een ruilverkaveling en ontgrondingen. De intactheid van de ondergrond is hierdoor vermoedelijk al grotendeels aangetast maar door het ontbreken van informatie over de precieze aard en diepte van de ingrepen is dat zonder aanvullend (veld)onderzoek niet goed te bepalen.
Op de kadastrale minuutkaart uit het begin van de 19e eeuw is alleen langs de Striemsestraat (huidige Striensestraat) lokaal een enkel huis aanwezig. Resten van deze bebouwing maar ook oudere voorgangers kunnen nog in de bodem verwacht worden.
Op de kadastrale minuutkaart is het perceel van de Annenborch nog goed herkenbaar en staat het aangegeven als 'Annenburg'.
In het gebied is 1 MIP-object aanwezig. Het betreft een woonhuis aan de Deken Fritsenstraat 19/19A (MIP-code: HT095-000801). Dit MIP-object is geen gemeentelijk of rijksmonument.
De lintbebouwing in Bruggen is nog duidelijk herkenbaar. Veel boerderijen liggen op kunstmatig opgeworpen heuvels of terpen. In het buurtschap bevond zich oorspronkelijk een wiel, veroorzaakt door een dijkdoorbraak, dat in de 19e eeuw is gedempt. Van de oorspronkelijke bebouwing op de terpen in Bruggen is tijdens onderzoek nauwelijks iets bewaard gebleven. In de periode 1830-1945 was er sprake van enige bebouwing langs de dijk ter hoogte van het wiel; deze bebouwing is echter voor een groot deel verloren gegaan in de Tweede Wereldoorlog. Thans bestaat de bebouwing dan ook grotendeels uit boerderijen en woonhuizen uit de wederopbouwperiode. De enige oudere boerderij, die mogelijk uit de negentiende eeuw dateert, staat achter Bruggen 42. Met uitzondering van dit pand moet de cultuurhistorische waarde vooral gezocht worden in de nog aanwezige landschappelijke elementen, die een hoge cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen in dit gebied. Deze elementen geven het gebied een eigen cultuurhistorische identiteit. Over het algemeen kan worden gezegd dat de relaties tussen de verspreide bebouwing langs de dijk en het landbouwgronden nog aanwezig zijn. Met name aan de noordkant zijn er nog sterke zichtrelaties met de velden rondom. Behouden en waar nodig versterken van de kenmerken van dit landelijke gebied wordt aanbevolen.
In het bestemmingsplangebied ligt een beschermd archeologisch rijksmonument van zeer hoge archeologische waarde: de Annenborch (Augustinessenborch). Dit terrein moet in de huidige vorm behouden blijven. Op de Bestemmingsplankaart is het monumentterrein kleiner weergegeven en heeft het terrein de bestemming Groen en Maatschappelijk/Verkeer - Verblijfsgebied. De grens van het monumentterrein komt overeen met de kadastrale begrenzing van het perceel: RML00H 03781G0000. De bescherming van het monument valt onder de Monumentenwet en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
In de directe omgeving van het monumentterrein is een zone aanwezig waar nog sporen van een klooster of kasteel kunnen worden verwacht. Omdat deze zone nog niet op de beleidskaart is aangegeven is hiervoor een aparte uitsnede bijgevoegd.
Rondom het beschermde rijksmonument bevindt zich een zone (categorie 4D) waar nog resten van het klooster/kasteel te verwachten zijn. Voor deze zone geldt dat voor bodemingrepen groter dan 50 m² en dieper dan 50 cm onder het huidige maaiveld een aanleg- bouw- of sloopvergunning vereist is.
Hoewel de archeologische verwachting voor het bestemmingsplangebied hoog tot middelhoog is, bestaat de kans dat door de aanleg van de nieuwbouw en ontgrondingen reeds delen van het archeologisch erfgoed zijn verstoord of verloren gegaan. Omdat informatie hierover vooralsnog ontbreekt wordt voor ingrepen in de zone van categorie 5, die dieper gaan dan 50 cm onder het maaiveld en een oppervlakte groter dan 200 m² hebben een archeologisch onderzoek verlangd waarin staat aangegeven dat geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of worden verstoord. Indien behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn kunnen randvoorwaarden worden gekoppeld aan de vergunning.
1 | Wettelijk beschermd arche- ologisch rijksmonument | Monumentenvergunning nodig voor alle ingrepen die dieper reiken dan 30 cm onder het huidge maaiveld. | |
4D | Terreinen buiten de stads- of dorpskernen met een hoge verwachting voor het aantreffen van resten van kloosters, kastelen of molens | Voor bodemingrepen groter dan 50 m² en dieper dan 50 cm onder het huidige maaiveld is een aanleg- bouw- of sloopvergunning vereist. | |
5A | Terreinen met een hoge of middelhoge archeologische verwachting zonder recente ophogingspakketten | Voor alle bodemingrepen groter dan 200 m² en dieper dan 50 cm onder het huidige maaiveld is een aanleg- bouw of sloopvergunning vereist. |
Uitsnede van de beleidskaart en de legenda.
Uitsnede van de bestemmingsplankaart. Uitgaande van de formele begrenzing van het archeologisch rijksmonument De Annenborch (Augustinesseborch) heeft een deel de bestemming Groen en een klein deel de bestemming 'Maatschappelijk'
In bruin de formele begrenzing van het rijksmonument (categorie 1) en in groen de zone waar nog sporen van het klooster verwacht kunnen worden (categorie 4D)