Plan: | De Groote Wielen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002048-1401 |
De gemeente 's-Hertogenbosch heeft zijn ambities voor de komende jaren in beeld gebracht in de vorm van een Ruimtelijke Structuurvisie. Deze Ruimtelijke Structuurvisie is een raamwerk en een gids voor de ruimtelijke activiteiten en investeringen van burgers, bedrijven, instellingen en overheid in de komende jaren. De visie bestrijkt de periode tot 2010 en geeft een doorkijk naar 2020.
In de Ruimtelijke Structuurvisie (RSV) is de lagenbenadering van het streekplan nader uitgewerkt. Nieuwe ontwikkelingen zullen worden afgestemd en getoetst op de specifieke onderlagen van een gebied en de laag van infrastructuur. De Ruimtelijke Structuurvisie is bedoeld om richting te geven aan de eigen stedelijke ambities, voor zover ruimtelijk relevant. Daarmee is het een paraplunota en een integratiekader voor de ruimtelijke gevolgen van deze ambities van de verschillende sectorale nota's. De Ruimtelijke Structuurvisie is ook toetsingskader en leidraad voor ruimtelijke plannen van de gemeente, zoals structuurvisies en bestemmingsplannen.
De belangrijkste aandachtspunten/onderdelen uit de Structuurvisie zijn:
Rosmalen maakt in de Ruimtelijke Structuurvisie deel uit van de oostelijke Rosmalense vleugel. Voor de ontwikkeling van deze vleugel zijn uitgangspunten opgesteld waarvan een aantal van toepassing zijn op het plangebied (of de directe omgeving) van dit bestemmingsplan.
De belangrijkste staan hierna beschreven:
Conclusie:
In het bestemmingsplan 'De Groote Wielen' is het beleid uit de Ruimtelijke Structuurvisie niet direct vertaald. In het plan is wel rekening gehouden met de uitgangspunten uit de Ruimtelijke Structuurvisie. Daarnaast zijn de bestaande functies en kwaliteiten van het plangebied in het bestemmingsplan als zodanig bestemd. In het bestemmingsplan zijn flexibele bestemmingen met ruime voorschriften opgenomen, zodat bestaande situaties hierbinnen vallen. Tevens wordt hierdoor transformatie en herinrichting van gebieden en wegen mogelijk gemaakt. Ten westen van De Groote Wielen en ten oosten van de nieuwe Zuid-Willemsvaart is de nieuwe ecologische verbindingszone gesiuteerd. In deze ecologische verbindingszone is het helofytenfilter, dat aanvankelijk ten noorden van het Centrum in De Groote Wielen was geprojecteerd, gelegen.
De gemeente ‘s-Hertogenbosch wil graag bijdragen aan de ontwikkeling van een kwalitatief hoogwaardig landschap. De opstelling van de Landschapsvisie is één van de initiatieven die zij daartoe heeft ondernomen. De planhorizon is gesteld op 2015. Qua abstractieniveau beweegt de Landschapsvisie zich tussen het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente en de Ruimtelijke StructuurVisie. De Landschapsvisie is op 22 april 1999 vastgesteld door de gemeenteraad.
Conclusie:
In het bestemmingsplan 'De Groote Wielen' is het beleid uit de Landschapsvisie niet direct vertaald. Daarnaast zijn de bestaande functies en kwaliteiten van het plangebied in het bestemmingsplan als zodanig bestemd. In het bestemmingsplan zijn flexibele bestemmingen met ruime regels opgenomen, zodat bestaande situaties hierbinnen vallen. Tevens wordt hierdoor niet al te grootschalige transformatie en herinrichting van gebieden en wegen mogelijk gemaakt.
In december 1998 heeft de gemeenteraad de Nota Detailhandel 's-Hertogenbosch vastgesteld, waarin het detailhandelsbeleid van de gemeente 's-Hertogenbosch is vastgelegd. Doelstelling van dit beleid is het creëren van randvoorwaarden voor behoud en versterking van de Bossche winkelstructuur. Hierbij wordt gestreefd naar een fijnmazige winkelstructuur bestaande uit concentraties van winkels.
In februari 2006 is deze Nota opgevolgd door de Nota detailhandel 2006-2010, waarin het bestaande beleid werd geconsolideerd en er een aantal beleidswijzigingen zijn doorgevoerd. De belangrijkste wijziging voor het plangebied is:
De Groote Wielenbiedt in het centrumgebied ruimte voor een klein wijkwinkelcentrum ter grootte van een ongeveer 4.000 m² brutovloeroppervlak, met een accent op dagelijkse artikelen - plus ca. 2.000 m² bvo voor niet-winkelfuncties.
Het aanbod niet-dagelijkse artikelen wordt relatief beperkt gehouden, zoals in de vorige Nota Detailhandel reeds was vastgelegd. Daarvoor kan men straks in eerste instantie terecht in het, mede vanwege de komst van De Groote Wielen uit te breiden, centrum van Rosmalen. Uiteindelijk – meegroeiend met de ontwikkeling van de woonwijk - dient er in winkelcentrum De Groote Wielen ruimte te zijn voor twee supermarkten, één uit het hogere, één uit het lagere segment. In 2010 zal opnieuw worden bezien of de nu aan De Groote Wielen toegerekende winkelmeters voor food en non-food toereikend zijn voor dit wijkwinkelcentrum.
Vooruitlopend op de realisatie van het wijkwinkelcentrum heeft de gemeente, met toepassing van een tijdelijke ontheffing, in 2008 medewerking verleend aan de vestiging van een tijdelijke winkelvoorziening in de nabijheid van de eerste bewoners. Deze supermarkt is gevestigd aan de Groote Wielenlaan in het gebied tussen Broekland en De Hoven.
Conclusie:
Voor het Centrum is een programma van eisen opgesteld. Dit programma gaat onder meer uit van ca. 7.000 m² bvo aan detailhandel -waarvan 4.000 m² voor twee supermarkten- en ca. 2.000 m² aan overige commerciële dienstverlening (exclusief kleinschalige kantoren). Dit programma is iets ruimer dan de Nota Detailhandel aangeeft. In het kader van de actualisering van voornoemde beleidsnota en het uitwerkingsplan, dat te zijner tijd zal worden opgesteld, zal worden bezien of het programma van eisen bijstelling behoeft.
De nota 'Ruimte voor Bedrijven' van december 2004 beschrijft de gemeentelijke beleidsvisie op bedrijventerreinen. Deze beleidsvisie valt uiteen in twee delen, het algemeen beleid voor de gehele gemeente en het specifiek beleid per bedrijventerrein.
Algemeen beleid
Het algemene beleid is uitgewerkt aan de hand van de volgende thema's:
In het navolgende worden de thema's kort behandeld.
Behoefte aan bedrijventerreinen:
De gemeente kiest voor de volgende meervoudige aanpak: Prioriteit heeft het beter laten functioneren van de bestaande bedrijventerreinen, daarnaast zullen de inbreidingslocaties in de stad maximaal worden benut. De ontwikkeling van nieuw terrein is een sluitstuk, een aantal bedrijven zal voor de invulling van zijn huisvestingsvraag zijn aangewezen op bedrijventerreinen in de regio. De gemeente kiest niet voor veel m² maar voor kwalitatief hoogwaardige invulling van terreinen.
Herstructurering:
De herstructurering van de Rietvelden, Ertveld en Empel Maasakkers wordt voortgezet. Voorts wordt de herstructurering in Boschveld, Kop van ’t Zand, Orthenpoort en de Meerendonk gestart. Dit in nauwe samenwerking met de ondernemersverenigingen, eigenaren en huurders. De herstructurering zal voor de stad per saldo slechts een beperkte ruimtewinst opleveren, als gevolg van onttrekkingen.
Duurzaamheid en intensief ruimtegebruik:
De gemeente heeft hoge ambities op het terrein van duurzaamheid en intensief ruimtegebruik. Het bedrijventerrein Treurenburg is aangewezen als pilotproject voor de toepassing van de nieuwe vorm van gebiedsmanagement, intensief ruimtegebruik en duurzaamheid. De ervaringen met dit terreinen zullen worden benut bij de ontwikkeling van Kloosterstraat.
Ruimtelijke kwaliteit:
De gemeente zet het segmenteringsbeleid voort. Zij onderscheidt daarbij een viertal segmenten: hoogwaardige, gemengde, logistieke en zware terreinen. Kloosterstraat en Rosmalense Plas zullen worden ontwikkeld als hoogwaardig terrein. Treurenburg, Groote Vliet en Empel-Zuid als gemengd terrein. Ruimte voor logistieke bedrijvigheid ontstaat op de Rietvelden door herstucturering. In ‘s-Hertogenbosch zullen geen nieuwe zware bedrijventerreinen worden ontwikkeld. De reeds gevestigde zware bedrijven worden ingepast op de bestaande bedrijventerreinen. Nieuwe zware bedrijven zijn aangewezen op de mogelijkheden in de regio. De gemeente zal bij nieuwe plannen steeds een beeldkwaliteitsplan opstellen. In de praktijk blijkt het een goed instrument om de kwaliteit van de inrichting van een gebied te verbeteren. Daarnaast is het een geschikt communicatiemiddel om bouwers en eigenaren te informeren over de opzet en randvoorwaarden van een plan.
Arbeidsmarkt:
De groep Bossche niet-werkende werkzoekenden heeft weinig specifieke kenmerken, die acties voor bepaalden groepen rechtvaardigen. Investeren in opleidingen en onderwijs lijken de beste stimulans voor het bereiken van een toekomstig evenwicht op de arbeidsmarkt. In de komende jaren zullen de ontwikkelingen in de werkloosheid en de vacatures nauwlettend worden gevolgd om na te gaan, of extra maatregelen noodzakelijk zijn. In dat kader is de gemeente voornemens om de ontwikkelingen in de Bossche industrie nader te onderzoeken.
Bereikbaarheid:
Zonder aanvullende maatregelen zal het autoverkeer vastlopen op de aansluitingen van de snelwegen op het regionale en stedelijke wegennet. Om de bedrijventerreinen in de stad ook voor de toekomst bereikbaar te houden zal in de komende jaren fors moeten worden geïnvesteerd in het onderliggende wegennet. Op de nieuwe bedrijventerreinen zal ruimtewinst worden behaald door geconcentreerde en gebouwde parkeervoorzieningen.
Gebiedsmanagement:
Eigenaren en gebruikers van nieuwe terreinen worden verplicht lid van een vereniging van eigenaren en gebruikers. Welke organisatorische vorm zal worden gehanteerd, wordt bekend na uitvoering van het pilotproject op de locatie Treurenburg. Ook op bestaande terreinen streeft de gemeente naar een uitbouw van het gebiedsmanagement. Zij zal daartoe bestaande ondernemersverengingen in hun activiteiten zo veel mogelijk ondersteunen.
(De)regulering:
De afgelopen jaren heeft stapeling van kwaliteitseisen op bedrijventerreinen plaatsgevonden. Belangrijk is het de economische, ruimtelijke, milieu en andere doelstellingen scherp te formuleren. Tegelijkertijd moet overregulering worden tegengegaan. Daarom zal de gemeente het planningsinstrumentarium regelmatig kritisch tegen het licht houden. Maatwerk en flexibiliteit zijn daarbij leidraad.
Promotie en acquisitie:
De economische teruggang en de oplopende werkloosheid zijn een reden extra om actief in te zetten op promotie- en acquisitie. De pijlen zijn daarbij gericht op groeiende branches als financiële diensten, medisch en elektrotechnische groothandel, ICT en de kennisintensieve industrie. Het gaat om sectoren, die een hoge trendmatige groei kennen en passen bij het profiel van de stad.
Beleid voor bedrijvenpark De Groote Vliet
Het algemene beleid is voor ieder bedrijventerrein verder uitgewerkt, zo ook voor bedrijvenpark De Groote Vliet.
Het ambitieniveau voor De Groote Vliet is het Basispakket duurzame ontwikkeling werklocaties. Concreet betekent dit voor intensief ruimtegebruik en voorzieningen de kwalificatie PlusPlus, voor water, energie en economie de kwalificatie Plusniveau en voor overige aspecten minimaal de kwalificatie Basisniveau.
De mogelijkheden van intensief ruimtegebruik worden maximaal benut. De voorgestane oplossing is gestapeld en geschakeld bouwen (10 gesloten bouwblokken). Voor de bebouwing wordt uitgegaan van minimaal 2 en 3 bouwlagen, een minimale bouwhoogte 10 en 12 meter en een minimaal bebouwingspercentage van 60 en 70%. De hogere bebouwing is voorzien bij de entree van het bedrijvenpark. Het parkeren moet binnen het bouwblok worden opgelost.
De floorspace-index (FSI) ligt op een gemiddeld niveau van 1,5.
Toepassing van gebiedsmanagement is afhankelijk van de uitkomsten van het pilotproject gebiedsmanagement op het bedrijventerreinen Treurenbrug. Het gebiedsmanagement zal mogelijk worden vormgegeven via een verplicht lidmaatschap van de vereniging van eigenaren (V.V.E) en de vereniging van gebruikers (V.V.G).
Treurenburg en De Groote Vliet zijn pilotprojecten in het kader van het basispakket duurzame ontwikkeling werklocaties en het gebiedsmanagement.
De bouwkavels zullen worden uitgegeven aan institutionele beleggers, projectontwikkelaars en grote bouwondernemingen of aan eindgebruikers. Er is gekozen voor deze uitgiftestrategie, omdat de bouwblokken groot zijn (circa 90 bij 100 meter) en doorgaans meerdere bedrijven zullen huisvesten.
De Groote Vliet grenst aan het bestaande Rosmalense bedrijventerrein Overlaet. De aansluiting tussen dit bestaande terrein en De Groote Vliet en de kwaliteit van de openbare ruimte op het bestaande terrein zijn de komende jaren aandachtspunten.
Conclusie:
Ten behoeve van het bedrijvenpark De Groote Vliet in De Groote Wielen is beleid ontwikkeld en geconcretiseerd in het uitwerkingsplan en beeldkwaliteitplan voor De Groote Vliet. In het voorliggende bestemmingsplan is het beleid uit de Nota Ruimte voor bedrijven, het uitwerkingsplan en het beeldkwaliteitplan overgenomen.
Een derde relevante beleidsnota op het gebied van economische zaken is de nota Ruimte voor kantoren van december 2004. Deze nota bevat het gemeentelijk beleid ten aanzien van kantoren. De nota valt uiteen in twee delen, een algemeen deel en een specifiek deel met betrekking tot de verschillende kantoorsegmenten.
Algemeen beleid
Het algemene beleid is opgebouwd uit de onderstaande thema's:
Behoefte aan kantorennieuwbouw:
Er moet in de stad tot 2015 ruim 255.000 m² nieuwe kantoorruimte worden gebouwd om in de behoefte te voorzien; 130.000 m2 in de periode 2004 - 2010 en 125.000 m2 in de periode 2010 -2015.
Segmentering:
De gemeente blijft in de komende jaren voor grootschalige kantoren de hoogste prioriteit geven aan de ontwikkeling van het Paleiskwartier. Daarna volgen de locaties Station Oost (63.000 m²) en Avenue2 (300.000 m²). Er worden geen specifieke snelweglocaties meer ontwikkeld. Dit is ook niet nodig, alle genoemde stationslocaties krijgen een uitstekende aansluiting op het rijkswegennet.
De gemeente geeft meer ruimte voor nieuwbouw van kleinschalige kantoren (= 1.000 m²). Mogelijkheden hiervoor zijn te vinden langs de stedelijke verbindingsassen en op vrijkomende VAB-terreinen. Ook de herontwikkeling van het GZG-terrein en de Kom Rosmalen en de nieuwbouw-mogelijkheden in De Groote Wielen en Willemspoort bieden voor kleinschalige kantoren perspectief.
De gemeente stimuleert actief het vertrek van grote kantoren uit de binnenstad. Deze kantoren kunnen zich hier door de schaarse ruimte minder goed ontwikkelen en ondervinden in toenemende mate problemen in de bereikbaarheid. De binnenstad is door haar fijnmazige structuur meer geschikt voor de vestiging van kleinschalige kantoren. Ook biedt verplaatsing kansen voor herstructurering en ruimteclaims van andere stedelijke functies.
Onttrekkingen:
De gemeente heeft een pro-actieve houding met betrekking tot het onttrekken van incourante kantoren aan de voorraad. Alleen door voortdurende vernieuwing en onttrekking van panden is het mogelijk de voorraad kwalitatief op peil te houden.
Locatie- en mobiliteitsbeleid:
De gemeente laat de strenge parkeernormering voor kantoorlocaties uit het abc-locatiebeleid vervallen. Daarvoor in de plaats stelt zij bij de bouw van grote kantoren de eis van gebouwde parkeervoorzieningen. De ervaring in het Paleiskwartier leert dat bedrijven zelf bereid zijn maatregelen te nemen om het autogebruik te beperken. De tarieven van gebouwde parkeervoorzieningen zijn een voldoende prikkel tot een actief vervoersmanagement.
Verkantorisering van bedrijventerreinen:
Bedrijventerrein is schaars. Daarom verzet de gemeente zich tegen een verkantorisering van bedrijventerreinen. De gemeente wil dit doel bereiken door een duidelijke formulering van het beleid, overleg met de marktpartijen en handhaving.
Acquisitie:
De gemeente ‘s-Hertogenbosch ondervindt de gevolgen van de terugslag in de economie.Voldoende reden om alle zeilen bij te zetten en actieve acquisitie te voeren. Centraal daarbij staat het onderhouden van de contacten in de diverse netwerken.
Segmentering
De nota Ruimte voor kantoren maakt een onderscheid in de volgende kantoorsegmenten:
Voor dit bestemmingsplan zijn de twee laatstgenoemde segmenten relevant.
In het algemene deel van het kantorenbeleid is aangegeven dat de gemeente meer ruimte voor nieuwbouw van kleinschalige kantoren (tot 1.000 m²) wil geven en dat die onder meer mogelijk zijn in De Groote Wielen. Binnen De Groote Wielen zijn in het Centrum mogelijkheden voor de vestiging van kleinschalige kantoren. Bij kleinschalige kantoren moet worden gedacht aan overwegend kleine en middelgrote kantoren in de commerciële en maatschappelijke dienstverlening. Verder betreft het voornamelijk kantoorvestigingen met minder dan 20 werkzame personen en kantoorruimte van 200 tot 500 m².
Ten aanzien van kantoren op bedrijventerreinen is het beleid erop gericht 'verkantonisering' van bedrijventerreinen tegen te gaan. De reden hiervoor is dat bedrijventerrein schaars is. De gemeente wil voornoemd doel bereiken door een duidelijke formulering van het beleid, overleg met marktpartijen en handhaving.
Conclusie:
Het beleid voor bedrijvenpark De Groote Vliet is gericht op bedrijven / bedrijfsbebouwing met een hoogwaardige kwaliteit c.q. uitstraling (zie nota Ruimte voor bedrijven) en het tegengaan van 'verkantonisering' van bedrijventerreinen (zie nota Ruimte voor kantoren). De laatstgenoemde doelstelling dient te worden genuanceerd aangezien in het vigerende bestemmingsplan 'De Groote Wielen' is bepaald dat de twee zuidwestelijke bouwkavels gereserveerd zijn voor kantoren en kantoorachtige bedrijven. In verband met de omlegging van de Zuid-Willemsvaart en het mogelijk maken van binnenvaartschepen met containers die in drie lagen zullen worden gestapeld, is het hoogteverschil tussen de nieuwe brug en het maaiveld aanzienlijk. Overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan, gelet op het toekomstige grote hoogteverschil en het feit dat de meest zuidwestelijke bouwkavel de entree vormt tot Rosmalen en De Groote Vliet / De Groote Wielen, is een hoog kantoorgebouw ruimtelijk en functioneel de meest gewenste invulling van de betreffende bouwkavel. In tegenstelling tot de andere kavels is deze bouwkavel bestemd als "Kantoor".
Het scheppen van vestigingsmogelijkheden voor kleinschalige kantoren in het Centrum van De Groote Wielen past binnen het beleid zoals geformuleerd in de nota Ruimte voor kantoren.
De vraag naar logies met ontbijt bij particulieren thuis – bed & breakfast - is de afgelopen jaren fors gestegen. De woonfunctie in bestemmingsplannen biedt die mogelijkheid echter niet. Het tegen betaling verstrekken van logies is een vorm van horeca met alle daarbij behorende vergunningen en regelgeving. De gemeente wil bed & breakfast als kleinschalige, toeristische logiesverstrekking onder bepaalde voorwaarden mogelijk maken, terwijl de woonfunctie in stand blijft. Het draagt bij aan realisering van de ambitie meerdaags toerisme te stimuleren.
Gelet op het voorgaande zijn in april 2009 beleidsregels voor bed & breakfast voorzieningen vastgesteld. Indien aan deze beleidsregels wordt voldaan mogen particulieren een bed & breakfast voorziening in hun woning realiseren.
Conclusie:
Het voorliggende bestemmingsplan maakt bed & breakfast voorzieningen mogelijk.
De Nota Wonen 2007 bevat een herijking van de beleidsmatige uitgangspunten voor de nieuwbouw, de doorstroming op de huurwoningmarkt, de huisvestingsmogelijkheden van diverse groepen en de ontwikkeling van de bestaande woningvoorraad. Daarnaast geeft de nota actieve uitvoering aan dit beleid met concreet na te streven resultaten en het daarbij horende instrumentarium. De nota bevat concrete doelstellingen voor de periode tot en met 2010, maar geeft ook een duidelijke richting aan het woonbeleid voor de jaren daarna.
De ambitie van het woonbeleid ligt in het creëren van een evenwichtige woningmarkt met een gedifferentieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen en woonmilieus zodanig dat mensen naar tevredenheid in ’s-Hertogenbosch wonen en leven. Het woonbeleid probeert hier invulling aan te geven door te streven naar een stad waar voldoende keuzemogelijkheden in het wonen zijn voor jong en oud, voor alleenstaanden, stellen en gezinnen, voor hogere en voor lagere inkomens, en niet alleen in de bestaande voorraad, maar ook in de nieuwbouw. Een stad ook die aantrekkelijk genoeg is om nieuwe inwoners aan te (blijven) trekken en een stad waarin de slaagkansen op de woningmarkt voor de verschillende groepen goed en bovendien zo gelijk mogelijk zijn. Om deze ambitie te bereiken moeten enerzijds de huidige knelpunten stevig en doelgericht worden aangepakt en moet anderzijds een duurzaam en gedifferentieerd woningbouwprogramma voor de toekomst worden opgesteld, zodat ook de toekomstige inwoners naar tevredenheid in onze gemeente kunnen wonen. Samenwerking met andere partijen is daarbij essentieel en dient op wijkniveau verder vormgegeven te worden.
Uit de ambitie, de huidige knelpunten en de verwachte toekomstige woonvraag zijn in de nota Wonen vier opgaven voor de komende jaren afgeleid. Deze opgaven hebben betrekking op de benodigde woningproductie (qua omvang en differentiatie), het verbeteren van de doorstroming op de woningmarkt, het vergroten van de slaagkansen voor de verschillende doelgroepen (ouderen, starters, huurders, bijzondere doelgroepen) en de gewenste ontwikkelingen in de bestaande woningvoorraad. De opgaven hangen sterk met elkaar samen: een gevarieerd nieuwbouwaanbod is bijvoorbeeld essentieel voor het verbeteren van de slaagkansen van huurders (nieuwbouw van goedkope en middeldure koopsector bevordert de doorstroming vanuit de huursector waardoor meer sociale huurwoningen vrijkomen voor mensen die daarop zijn aangewezen).
Binnen de hoofddoelstelling 'woningproductie (qua omvang en differentiatie)' kunnen de volgende vier doelen worden onderscheiden:
Voor het eerste doel wordt als na te streven resultaat gehanteerd dat gemiddeld 1.000 woningen per jaar in de periode 2007 – 2015 en 15.000 woningen in de periode 2007 – 2025 worden gebouwd. Voor het tweede doel worden de volgende na te streven resultaten gehanteerd:
Ten aanzien van het eerste doel wordt voor De Groote Wielen een capaciteit van circa 4.650 woningen aangehouden. Voor het voorliggende bestemmingsplan is een nuancering van het tweede doel op zijn plaats. Op basis van de raamovereenkomst met marktpartijen is het volgende afgesproken:
Een van de uitgangspunten van de Nota Wonen 2007 is tevens om het woningaanbod voor 'bijzondere doelgroepen' te vergroten. Dit betekent het creëren van woningen voor mensen die specifieke zorg en/of begeleiding nodig hebben. Hiertoe worden mensen gerekend die om diverse redenen, tijdelijk of permanent, begeleiding en/of zorg nodig hebben en die daarbij een specifieke woonvraag (kunnen) hebben. Gedacht kan worden aan gehandicapten (lichamelijk, verstandelijk en visueel gehandicapten), mensen met een verslavingsproblematiek, mensen met een psychiatrische aandoening, jongeren met meervoudige problematiek, ex-gedetineerden en dak- en thuislozen.
Conclusie:
Het voorliggende bestemmingsplan maakt de uitvoering van het beleid uit de Nota Wonen 2007 mogelijk. Tevens zijn en worden afspraken gemaakt met marktpartijen, corporaties en zorginstellingen over de feitelijke uitvoering van het bestemmingsplan met betrekking tot de Nota Wonen 2007.
Met de sportvisie wordt een ontwikkelrichting voor het sportbeleid voor de komende jaren vastgesteld. Het doel van de sportvisie is om een samenhangende ontwikkelrichting te formuleren waar partijen in de stad een houvast aan hebben.
Een sportvisie geeft een richting aan. Het geeft geen direct antwoord op vragen zoals; Hoeveel sportaccommodaties zijn er nodig en waar? Welk deel van de accommodatiekosten kunnen verenigingen zelf opbrengen? Hoe stimuleer je het sporten onder specifieke achterstandsgroepen? Dit type vragen wordt daar waar nodig op basis van de visie later en naar behoefte uitgewerkt in deelnotities.
Voor de ontwikkelrichting met betrekking tot De Groote Wielen zijn van belang het ontwikkelen van een gebundeld en wijkgericht sportaanbod en het sportief inrichten van de (openbare) ruimte.
Het gebundeld en wijkgericht sportaanbod in De Groote Wielen komt op twee manieren tot uiting. Ten eerste bevindt zich aan de zuidzijde van De Groote Wielen de Sport- en Recreatiezone. In deze zone zijn onder meer voetbalvelden, honk- en softbalvelden en een manege aanwezig. Ten tweede zijn en worden er in De Groote Wielen gebouwen voor brede scholen gerealiseerd. Deze gebouwen bieden huisvesting aan één of meerdere basisscholen, kinderopvang, buitenschoolse opvang en een gym- of sportzaal. Alleen in het nieuwe centrum van De Groote Wielen zal sprake zijn van een sporthal.
In De Groote Wielen komen op een aantal plekken grote groenstructuren voor. Deze groenstructuren vormen niet alleen de groene hoofdstructuur van de wijk maar zijn ook uitdrukkelijk bedoeld voor sportbeoefening en recreëren door bewoners.
Conclusie:
De ruimtelijke en functionele structuur van De Groote Wielen is zodanig dat invulling van de Sportvisie mogelijk is.
Het Integraal Accommodatieplan, dat in voorbereiding is en waarover nog bestuurlijke besluitvorming moet plaatsvinden, heeft betrekking op het gemeentelijke accommodatiebeleid op de verschillende beleidsterreinen. In afwachting van de afronding van de bestuurlijke besluitvorming over het Integraal Accommodatieplan, zijn ten behoeve van de planvorming voor De Groote Wielen de accommodaties voor dit plangebied in beeld gebracht.
1. Onderwijs
Onderwijs
In een noodlokalencomplex aan het Laaghemaal is het onderwijs voor De Groote Wielen in 2005 van start gegaan. Vanaf juli 2009 is de eerste nieuwbouw in de buurt Broekland voor het onderwijs in gebruik genomen. In een multifunctionele accommodatie (Windkracht 5) zijn 2 basisscholen gevestigd: basisschool Wittering.nl en basisschool De Groote Wielen. Het voedingsgebied van deze scholen zijn de buurten Watertuinen, Broekland en Vlietdijk.
In de noodlokalen aan het Laaghemaal start vanaf september 2009 basisschool De Kleine Wielen en basisschool De Hoven. De Kleine Wielen is een dependance van basisschool De Groote Wielen (met hetzelfde voedingsgebied). De nieuwbouw (semi-permanente bouwaard) voor De Kleine Wielen is gepland voor 2010 op de locatie Laaghemaal 46. Op basis van de bestaande leerlingprognoses zal De Kleine Wielen een levensduur hebben van 15-20 jaar.
Basisschool De Hoven heeft de gelijknamige buurt als het voedingsgebied. De nieuwbouw van deze school in het hart van die buurt start in 2011 (ingebruikname in 2012).
Voor de buurt de Lanen/Centrum is voorzien in de bouw van één basisschool. Hiervoor is nog geen planning voorhanden. Voor de 2e fase van De Groote Wielen (de Noordoost Hoek) zullen nog 2 basisscholen worden gerealiseerd.
In alle gevallen is sprake van kinderclusters voor kinderen van 0-13 jaar ofwel een combinatie van onderwijs en kinderopvang.
Denominaties: Wittering.nl in Broekland en de nog te stichten nieuwe school in Lanen/Centrum behoren tot het katholieke schoolbestuur Signum. Basisscholen De Groote Wielen (inclusief dependance De Kleine Wielen) en De Hoven vallen onder de stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs (openbaar respectievelijk neutraal bijzonder onderwijs).
Denominaties voor de twee scholen in de 2e fase van De Groote Wielen zijn nog niet vastgesteld.
Speciaal onderwijs
Hierin is niet voorzien in De Grote Wielen.
Voortgezet Onderwijs
Beleidsmatig is tot op heden niet voorzien in een school voor voortgezet onderwijs in De Groote Wielen. Het is echter ook niet uitgesloten. Omdat het totaal aantal leerlingen voortgezet onderwijs in de stad niet of beperkt toeneemt, zal er geen sprake zijn van de stichting van een nieuwe school maar mogelijk van een verplaatsing van een bestaande school voor voortgezet onderwijs. Qua locatie komt hiervoor de 2e fase van De Groote Wielen in aanmerking.
2. Kinderopvang
Beleidsmatig is koppeling van kinderopvang aan basisonderwijs gewenst (doorlopende ontwikkelingslijnen van kinderen van 0-13 jaar) in de vorm van kinderclusters. Bij alle genoemde locaties voor basisonderwijs is voorzien in kinderopvang, in de vorm van kinderdagopvang (0-4 jarigen) en van buitenschoolse opvang (4-12 jarigen).
De vraag naar alle vormen van kinderopvang is de afgelopen jaren sterk gestegen. De vraag overtreft het nu geplande aanbod bij genoemde basisscholen. Extra locaties voor de bouw van kinderopvangcentra zijn zeer gewenst.
3. Binnensportaccommodaties (inclusief bewegingsonderwijs)
Voor het bewegingsonderwijs is voorzien in de bouw van een sportzaal (dubbele gymzaal) in de multifunctionele accommodatie in Broekland (Windkracht 5). Deze accomodatie is vanaf september 2009 in gebruik. Bij basisschool De Hoven is voorzien in een gymzaal. Voor de Lanen/Centrum is een sporthal (drievoudige gymzaal) voorzien. Deze sporthal heeft functie voor de behoefte aan verenigingssport vanuit de gehele De Groote Wielen.
Voor de 2e fase van De Groote Wielen is nog geen binnensportaccommodatie ingepland. Uitgangspunt is de benodigde ruimte voor bewegingsonderwijs vanuit het basisonderwijs. Dit zal de bouw van 2 gymzalen of een sportzaal vergen in de nabijheid van de basisscholen.
4. Sociaal culturele centra
In multifunctionele accommodatie Windkracht 5 is een (kleinschalig) wijkcentrum opgenomen voor het voedingsgebied ten zuiden van de Groote Wielenplas. Voor de Lanen/Centrum is voorzien in een wijkcentrum met een stadsdeelfunctie. Op dit moment staat de komst daarvan ter discussie:
5. Cultuur
In De Groote Wielen is geen bibliotheek. Overeenkomstig de Verandervisie van de bieb is gekozen voor schoolbibliotheken bij de te realiseren basisscholen. In Perron 3 in Rosmalen is wel een filiaal van een bibliotheek aanwezig.
6. Jongerencentrum
Voor De Groote Wielen is niet voorzien in de bouw van een zelfstandig jongerencentrum. In Windkracht 5 is een ruimte opgenomen ten behoeve van activiteiten van kinderen tot circa 15 jaar.
7. Gezondheidszorg
In Broekland wordt in 2010 een multidisciplinair gezondheidscentrum geopend. Het is het resultaat van een samenwerking met onder andere verzekeraar VGZ, woningcorporatie Brabant Wonen en zorg- en welzijnsorganisaties.
Conclusie
Het bestemmingsplan 'De Groote Wielen' maakt de realisatie van de accommodaties zoals die in het nog vast te stellen Integraal Accommodatieplan zijn opgenomen, mogelijk.
Het doel van het Waterplan 'Waterstad 's-Hertogenbosch' (14 juli 2009) is het bereiken van een veilig en een duurzaam watersysteem in en om 's-Hertogenbosch, waarbij zo goed mogelijk aan de wensen van alle belanghebbenden tegemoet wordt gekomen. Het Waterplan betreft een koepelplan voor alle waterzaken. Het gaat daarbij om de gewenste inrichting en het beheer van oppervlaktewater en grondwater, als ook om de afvoer van hemelwater en afvalwater.
Het Waterplan omvat het gemeenschappelijk beleid van gemeente en de waterschappen. Dit gemeenschappelijke beleid moet leiden tot een klimaatbestendig, robuust en mooi watersysteem in de Groene Delta. De bijdrage aan energiebesparing vanuit het watersysteem zijn verkend met het oog op de doelstelling om in 2050 als stad klimaatneutraal te zijn. Ambities zijn hierbij verwoord naar beleid op hoofdlijnen. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGrp) is het beleid ten aanzien van afvalwater, regenwater en grondwater verder uitgewerkt.
Het waterplan bevat een uitvoeringsprogramma met concrete projecten. Dit uitvoeringsprogramma is aan de hand van de volgende tien speerpunten samengesteld:
Conclusie:
In hoofdstuk 8 'Waterparagraaf' worden de belangrijkste beleidsuitgangspunten voor het plangebied De Groote Wielen genoemd. Ook wordt hier ingegaan op de wijze waarop met water wordt omgegaan op deze ontwikkelingslocatie.
De basis voor het gemeentelijk beleid ten aanzien verkeer wordt gevormd door de Ontwerp Koersnota Hoofdinfrastructuur 's-Hertogenbosch van mei 2007en het Uitwerkingsplan Koersnota.
Ontwerp Koersnota Hoofdinfrastructuur ’s-Hertogenbosch
De bereikbaarheid en daarmee ook de leefbaarheid van de (binnen)stad komt steeds meer onder druk. Een nog sterk groeiende automobiliteit en de voorgestane grootschalige ontwikkelingen maken dat beeld nog zichtbaarder. De gemeenteraad heeft het college opdracht gegeven de (toekomstige) knelpunten te analyseren en met oplossingsrichtingen te komen. De ontwerp Koersnota 'Hoofdinfrastructuur ’s-Hertogenbosch' geeft inzicht in de hoofdkeuzen, die gemaakt moeten worden op het gebied van de hoofdinfrastructuur, wil er sprake kunnen zijn van een kwalitatief hoogwaardige bereikbaarheid en leefbaarheid.
De ontwerp Koersnota is thematisch als volgt opgebouwd:
Voor het gebied ten oosten van de A2 betekent dit het volgende:
De Ruit optimaal benutten
Met het realiseren van de Randweg en de parallelbanen aan de A2 in het kader van de verbreding van de A2 naar 4x2 rijstroken beschikt de stad over een volwaardige Ruit rond de stad. Deze moet optimaal worden benut om doorgaande verkeersstromen buiten de stad om te geleiden en verkeer van en naar de stad via de juiste toegang de stad te laten benaderen.
Verkeer bundelen op doorstroomassen
De verkeersstromen tussen de verschillende stadsdelen en vanaf de Ruit naar bestemmingen in de stad worden gebundeld op zogenoemde doorstroomassen. Op deze wegen staat de doorstroming van het autoverkeer centraal. Het aantal aansluitingen en kruisingen wordt beperkt en er is geen verstoring door langsparkeren. De voor het plangebied relevante hoofdas is de oost-westroute vanaf Rosmalen/De Groote Wielen via de Bruistensingel en de Zandzuigerstraat naar de Rietvelden.
Versterken verblijfsklimaat (kom) Rosmalen
Om de ruimtelijke ontwikkelingen, ook op langere termijn, op te vangen, dient de Ring-structuur rond Rosmalen te worden afgemaakt als zogenoemde doorstroomas. Voor Rosmalen zelf biedt het afmaken van de Ringstructuur in de vorm van de oostelijke omleiding de ruimte om doorgaand verkeer in het centrum te weren. De Deken van Roestellaan en de Rodenborchweg kunnen hierdoor meer als invalsroute naar het centrum gaan functioneren. In het centrum van Rosmalen ontstaat ruimte om het eigen karakter te versterken en te komen tot een meer verkeersluwe inrichting.
Uitwerkingsplan Koersnota
Dit plan bevat een aantal concrete uitwerkingen van de Ontwerp Koersnota. Op 21 mei 2008 heeft de gemeenteraad in de vorm van een aantal moties ter bevordering van de bereikbaarheid van stad, wijken en regio de volgende ambities en wensen uitgesproken:
Ten aanzien van 4 en 8 is er een kleine nuancering aangebracht.
Ad.4: Het ondersteunen van de wens om te komen tot ongelijkvloerse kruisingen tussen doorstroomassen en hoofdstructuren van de fiets zonder de garantie dat dit voor de fiets op maaiveldniveau gebeurt. Per situatie zullen de mogelijkheden bekeken worden.
Ad.8: Daar waar de doorstroming van het openbaar vervoer in het gedrang komt als gevolg van autoverkeer (niet de doorstroomassen) zullen maatregelen ten faveure van het openbaar vervoer genomen worden. De vorm waarin dit gebeurt zal afhankelijk zijn van de ruimtelijke mogelijkheden.
Vervolg ontwerp Koersnota, oost-west Rosmalen
In de ontwerp Koersnota 'Hoofdinfrastructuur ’s-Hertogenbosch' is één van de thema's 'Verkeer bundelen op doorstroomassen'. Binnen dit thema worden drie doorstroomassen voorgesteld. Daarvan is de oost-westroute vanaf Rosmalen/Groote Wielen via de Bruistensingel en de Zandzuigerstraat naar de Rietvelden relevant voor het voorliggende bestemmingsplan.
Bruistensingel en omgeving
In het meerjarenprogramma van OV-Netwerk Brabantstad is een HOV-verbinding opgenomen tussen De Groote Wielen en het centraal station in Den Bosch. Deze HOV-verbinding loopt via de Bruistensingel. Sindsdien heeft de planvorming rond de ontwikkeling van Avenue2 niet stilgestaan. Het is de bedoeling om in dit gebied een station te realiseren. Dit station zou een knooppuntfunctie moeten krijgen. Stad- en streekvervoer zou op dit station moeten aansluiten. Dit vraagt wel om een zeer goede (frequente) OV-verbinding tussen station Avenue 2 en het centraal station. Zo’n frequente verbinding kan via het bestaande spoor lopen of eventueel parallel aan dat spoor. Dit betekent dat het nog niet zeker is of de HOV-verbinding tussen oost en west via de Bruistensingel of via of langs het spoor gaat lopen. Deze duidelijkheid wordt verwacht in 2011.
In de uitwerking van de fietsambitie is een nieuw hoofdfietsnet opgebouwd. Dit vanuit het uitgangspunt van maximale ontvlechting van hoofdroutes voor auto en fiets. Dit geldt ook voor de Bruistensingel. Daarom wordt een sternetroute gerealiseerd tussen ’s-Hertogenbosch en Rosmalen via Graafseweg-Stadionlaan-Avenue2 langs het spoor. Dit wordt een belangrijke fietsas waarop veel fietsverkeer tussen ’s-Hertogenbosch, Avenue2 en Rosmalen gebundeld moet worden. Daarnaast wordt naar een nieuwe noord-zuid sternetroute gezocht aan de oostkant van de binnenstad. Deze sternetroute kruist de Bruistensingel bij de Balkweg. Hier dient een nieuwe ongelijkvloerse kruising gerealiseerd te worden voor fietsverkeer.
Stadionlaan/aansluiting A2, kom Rosmalen en oostelijke omleiding
Er staat grote druk op het kunnen garanderen van de bereikbaarheid van Rosmalen, zowel in aansluiting op de A2 en de A59 als in relatie tot de rest van de stad (westzijde A2). In mei 2008 is hierover uitvoerig gediscussieerd in de gemeenteraad hetgeen geleid heeft tot het aannemen van de motie waarin wordt aangedrongen op versnelling van realisering van een goede oost-west verbinding tussen Rosmalen en de stad voor alle vervoersmodaliteiten (openbaar vervoer, fiets en auto). Belangrijk uitgangspunt voor een nog op te starten studie is dat maximaal wordt ingezet op de kansen voor openbaar vervoer en fiets. De studie zal in nauwe samenwerking met de omgeving (wijkraden, provincie en rijk) plaats vinden.
De studie zal zich niet beperken tot de spoorzone, waarin onder andere Avenue2, maar op een gebied tussen de knopen Empel en Hintham. Daarnaast zal er ook een relatie worden gelegd met de wens te komen tot een autoluw centrum van Rosmalen en de “noodzaak” van een oostelijke ontsluiting Rosmalen richting A59. Daarbij zal voor zover op dat moment mogelijk een relatie gelegd worden met ruimtelijke ontwikkelingen aan de oostzijde van de stad, zoals de nieuwe wijk De Groote Wielen.
Conclusie
De Ontwerp Koersnota 'Hoofdinfrastructuur ’s-Hertogenbosch' en het Uitwerkingsplan Koersnota hebben betrekking op de gehele stad 's-Hertogenbosch. Slechts zijdelings gaan de rapporten in op De Groote Wielen. Daarentegen wordt in het Vervolg ontwerp Koersnota, oost-west Rosmalen uitvoerig ingegaan op de bereikbaarheid van Rosmalen en De Groote Wielen. Dit bestemmingsplan maakt de uitvoering van enkele maatregelen zoals beschreven in het Vervolg ontwerp Koersnota, oost-west Rosmalen mogelijk. Het betreft onder meer de reconstructie van de Bruistensingel in relatie tot de verbrede A2, de aanleg van fietsroutes vanuit De Groote Wielen naar 's-Hertogenbosch en Rosmalen en een busverbinding van De Groote Wielen naar het centraal station.
De Nota Hoogbouw (mei 2003) is een kadernota en vormt een brug tussen de Ruimtelijke Structuur Visie (R.S.V, januari 2003) en concrete initiatieven die het geëigende planologische traject zullen doorlopen. In de R.S.V. is de ordening en inrichting van de gemeente gefundeerd op de zogenaamde lagenbenadering. Deze benadering (in lijn met nationale en provinciale planningsactualiteit) gaat uit van drie lagen: de natuurlijke onderlegger bestaande uit geomorfologie, water/bodem en de cultuurhistorie, de infrastructuurlaag en de occupatie - of verstedelijkingslaag.
De vraag waar Hoogbouw nader onderzocht kan worden is door drie aspecten bepaald: enerzijds de Ruimtelijke Structuur Visie, daarna door de ruimtelijke grammatica die in de Nota Hoogbouw is aangegeven. Vervolgens is gekeken of er ruimtelijke mogelijkheden bestaan. Hoewel de nota een uitwerking is van de Ruimtelijke Structuur Visie zijn beide nota’s in de periode van totstandkoming zorgvuldig op elkaar afgestemd. Dat neemt niet weg dat de nota's elkaar onderling kunnen beïnvloeden. Zo kan een zone worden toegevoegd waar in het kader van de R.S.V andere ideeën over bestaan.
In de Nota Hoogbouw is een methodiek ontwikkeld om te bepalen of, waar en onder welke voorwaarden hoogbouwinitiatieven een vervolg kunnen krijgen. Een belangrijk onderdeel van de benadering is het ruimtelijk onderzoek waarin tien punten zijn genoemd waarover de initiatiefnemer dient te rapporteren. Dit ruimtelijk onderzoek bevat tal van aspecten die van belang zijn voor hoogbouw: de zichtlijn benadering als ook de effecten van een initiatief op skyline en op de St.Jan waarborgen het cultuurhistorische belang. Andere belangrijke aspecten zijn onder andere bezonning, schaduwval, kwaliteit van de omgeving, windhinder. Pas als de resultaten van het ruimtelijk onderzoek door de gemeente positief worden ontvangen zal een vervolg gegeven worden aan een hoogbouwinitiatief. Op dat moment zal het planologische traject worden ingezet.
Als gevolg van de definitiebepaling heeft de Nota Hoogbouw betrekking op gebouwen hoger dan 25 meter.
Conclusie
Op verschillende lokaties in De Groote Wielen (onder andere de Vlietdijk) worden hoge gebouwen (25 meter en hoger) mogelijk gemaakt. In het kader van de verdere planvorming dient voor iedere lokatie het vereiste ruimtelijke onderzoek op grond van de Nota Hoogbouw te worden verricht.