direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: De Groote Wielen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002048-1401

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

Algemeen

De Interim structuurvisie Brabant in ontwikkeling, Paraplunota ruimtelijke ordening en het uitwerkingsplan Waalboss zijn vervangen door de ontwerp Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (Structuurvisie RO). In de 2e helft van 2009 en de 1e helft van 2010 zijn respectievelijk het vooroverleg en de inspraak met betrekking tot de ontwerp Structuurvisie RO gehouden. De Structuurvisie RO met de bijbehorende Plan MER is op 1 oktober 2010 vastgesteld en op 1 januari 2011 in werking getreden.

De Structuurvisie RO geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen.

De provinciale Structuurvisie RO is een belangrijke schakel tussen de structuurvisies van het Rijk en de gemeenten op het vlak van ruimtelijke ordening. Met deze structuurvisie biedt de provincie helderheid aan gemeenten over de provinciale belangen en de wijze waarop de provincie daarbij haar instrumentarium inzet. Met deze structuurvisie geeft de provincie ook (mede) gestalte aan nationale ruimtelijke belangen en doelen.

De Groote Wielen

Volgens de kaart van de Structuurvisie RO is De Groote Wielen voorzien van twee aanduidingen, te weten 'stedelijk concentratiegebied' en 'zoekgebied voor verstedelijking'. De aanduiding 'stedelijk concentratie gebied' heeft betrekking op het zuidelijk en noordwestelijk deel van De Groote Wielen, de aanduiding 'zoekgebied voor verstedelijking' op het noordoostelijk deel van De Groote Wielen. Het noordoostelijke deel is een woningbouwlokatie voor de middellange termijn.

Conclusie:

Het bestemmingsplan "De Groote Wielen" is in overeenstemming met de Structuurvisie RO.

3.2.2 Verordening Ruimte

De Verordening Ruimte is één van de uitvoeringsinstrumenten voor de provincie om haar doelen te realiseren. In de verordening vertaalt de provincie de kaderstellende elementen uit het provinciaal beleid in regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen. Van een aantal onderwerpen verplicht het Rijk de provincie ze uit te werken in de provinciale verordening. Dit is in de ontwerp AMvB Ruimte opgenomen.

De provinciale Verordening Ruimte bestaat uit drie fasen. De Verordening Ruimte 1e fase is op 23 april 2010 vastgesteld door Provinciale Staten en op 1 juni 2010 in werking getreden. De 2e fase van de Verordening Ruimte is op 17 december 2010 vastgesteld en op 1 maart 2011 in werking getreden.Het is nog niet bekend wanneer het ontwerp van de Verordening Ruimte 3e fase in procedure wordt gebracht.

Verordening 1e fase

De Verordening Ruimte 1e fase bevat regels over de volgende onderwerpen:

  • stedelijke ontwikkeling (aanwijzing gebieden en zuinig ruimtegebruik);
  • planning van woningbouw en bedrijventerreinen en kantorenlocaties onder provinciale regie door middel van de zogenaamde regionale planningsoverleggen;
  • ecologische hoofdstructuur, inclusief natte natuurparels;
  • waterberging;
  • integrale zonering intensieve veehouderij;
  • concentratiebeleid glastuinbouw;
  • ruimte-voor-ruimteregeling.

Voor De Groote Wielen zijn de regels over stedelijke ontwikkeling en planning van woningbouw en bedrijventerreinen relevant. Volgens de kaart behorende bij de Verordening Ruimte 1e fase is het zuidelijk en noordwestelijk deel van De Groote Wielen aangemerkt als stedelijk gebied en het noordoostelijk deel aangewezen als zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling.

Voor stedelijke ontwikkeling in zowel bestaand stedelijk gebied als zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling bevat de 1e fase van de Verordening Ruimte een aantal regels. De meest relevante regels zijn:

  • de toelichting dient een verantwoording van de ruimtelijke afweging, die ten grondslag ligt aan de beoogde vorm van de stedelijke ontwikkeling, te bevatten;
  • de stedelijke ontwikkeling dient aan te sluiten bij bestaand stedelijk gebied of plaats te vinden in een nieuw cluster van stedelijke bebouwing;
  • bij de ruimtelijke en stedenbouwkundige inrichting van de stedelijke ontwikkeling dient rekening te worden gehouden met de bestaande ruimtelijke kwaliteiten en structuren in het gebied zelf en in de naaste omgeving.

De Verordening Ruimte 1e fase bevat ook regels ten aanzien van nieuwbouw van woningen. In de toelichting van het bestemmingsplan dient te worden ingegaan op de in regionaal verband gemaakte afspraken over woningbouw, het gemeentelijk woningbouwprogramma en de plancapaciteit.

Conclusie:

In de diverse onderdelen van de plantoelichting wordt ingegaan op de regels ingevolge de Verordening Ruimte 1e fase. De plantoelichting voldoet aan de regels voor stedelijke ontwikkeling in zowel bestaand stedelijk gebied als zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling en voor nieuwbouw van woningen.

Verordening Ruimte 2e fase

De Verordening Ruimte 2e fase bevat regels over de volgende onderwerpen:

  • aanvulling op algemene regeling (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit, landschapsinvesteringregeling);
  • aanvulling op stedelijke ontwikkeling (regeling voor windturbines in bestaand stedelijk gebied, regels voor bovenregionale detailhandel en leisurevoorzieningen);
  • aanvulling op regeling EHS: regels inzake compensatie;
  • vanuit het provinciaal Waterplan diverse wateronderwerpen (hoogwaterbescherming,. watersysteemherstel, grondwaterbeschermingsgebieden);
  • aanvulling op regeling intensieve veehouderij: herbestemming van bouwblokken waar de RBV-regeling is toegepast;
  • aanvulling op regeling glastuinbouw: aanwijzing van vestigingsgebied op verzoek;
  • regeling agrarische gebieden (regeling grondgebonden agrarische bedrijven en overige niet-grondgebonden agrarische bedrijven, regeling teelondersteunende voorzieningen en teeltondersteunende kassen);
  • regeling groenblauwe mantel (aanwijzing en begrenzing groenblauwe mantel, planologische basisbescherming);
  • bescherming van aardkundige en cultuurhistorische waarden en nationale landschappen (aanwijzing en begrenzing van de diverse gebieden, planologische basisbescherming, bebouwingscomplexen van cultuurhistorisch belang);
  • regeling van diverse niet-agrarische activiteiten (wonen, waaronder ruimte-voor-ruimte en in bebouwingsconcentraties, nieuwe landgoederen, grootschalige verblijfs- en dagrecreatie, diverse sportvoorzieningen, diverse niet-agrarische bedrijven, windturbines in specifieke gebieden).

De meeste onderwerpen uit 2e fase hebben betrekking op het buitengebied. Slechts enkele onderwerpen zoals de bescherming van aardkundige en cultuurhistorische waarden zijn relevant voor De Groote Wielen.

Conclusie:

Het voorliggende bestemmingsplan houdt rekening met de Verordening Ruimte 2e fase en in het bijzonder eventuele cultuurhistorische waarden. Zo wordt in paragraaf 2.2 van de plantoelichting ingegaan op het onderwerp 'archeologie' en op de verbeelding in combinatie met de planregels is voor enkele lokaties een aanlegvergunningstelsel opgenomen.

Verordening Ruimte 3e fase

De 3e fase heeft betrekking op de ligging en begrenzing van de landbouwontwikkelingsgebieden. Een landbouwontwikkelingsgebied is bestemd voor intensieve veehouderijbedrijven. Ten oosten van De Groote Wielen is een landbouwontwikkelingsgebied geprojecteerd.

Conclusie:

Het voorliggende bestemmingsplan houdt rekening met het landbouwontwikkelingsgebied, dat ten oosten van De Groote Wielen is geprojecteerd. Het noordoostelijk deel van het plangebied is deels gelegen binnen de milieuzonering van het landbouwontwikkelingsgebied en daarom bestemd als 'Agrarisch'.