Kanaalpark

5.4 Ontgronding

Landschappelijk.

Voor realisatie van de Rosmalense Aa en het moeras in de Rosmalense Delta, moet circa 180.000 m3 grond ontgraven worden. Deze grond wordt binnen het totaalplan voor het Kanaalpark verwerkt.

De grond wordt zoveel mogelijk in de directe nabijheid van de vergraving opnieuw verwerkt en ingepast in het ontwerp voor het park.

Tussen de Empelse dijk en de Bruistensingel ligt het rivierpolderlandschap met een inrichting van overwegend ruigte en moeras. Hier wordt een deel van de grond extra vergraven om een groter moerasbiotoop te kunnen ontwikkelen. Omdat dit deel van het park in directe verbinding staat met het Maaswater, kan het tijdelijk onder lopen (tot een hoogte van 2.20 m +NAP). Om de veiligheid te kunnen garanderen is aan de oostrand van dit moerasgebied een dijkje nodig (minimaal 3.0 m + NAP). De te vergraven grond wordt hiervoor ingezet. De overige grond wordt aan de oostrand van het park uitgesmeerd over een groter oppervlakte. Zo hopen wij de impact van de ophoging op het open landschap minimaal te houden.

Tussen de Bruistensingel en sluis Hintham is sprake van een hoger gelegen zandbodem met twee landgoederen. De inrichting bestaat voornamelijk uit bospercelen, laantjes, boerderijen weides en graanakkers. De grondverwerking wordt hier ingezet om dit landschapstype te versterken. Dit gebeurt in de vorm van kleine terpjes, waarop de nieuwe bossen worden aangeplant.

Flora en fauna

De natuurwaarden op het tracé van de nieuwe beek zijn beperkt. Het betreft over vrijwel de gehele lengte agrarisch gebied bestaande uit weilanden en akkers. De aanleg van het kanaal zorgt voor de grootste aantasting van natuurwaarden. Daarvoor is een natuur- en landschapscompensatieplan opgesteld en is er een ontheffing in het kader van de FF-wet afgegeven. De aantasting vanuit het kanaal richt zich vooral op de aantasting van Landgoed de Wamberg (bos, lanen, dassenleefgebied e.d.) en de Maasuiterwaarden (stroomdalgraslanden e.d.).

De aanleg van de Rosmalense Aa heeft in dat opzicht geen of nauwelijks een effect op de (potentiële) natuurwaarden. Voor een beoordeling is gebruik gemaakt van de inventarisatie van flora en fauna door Rijkswaterstaat in het kader van het TB en het bijbehorende natuur- en landschapscompensatie. Daaruit blijkt dat er zich geen belangrijke natuurwaarden op het beektracé zelf bevinden. Vanuit zorgvuldigheid is er bij de keuze van het tracé van de beek wel rekening gehouden met aanwezige bomen. Bijvoorbeeld ter hoogte van de Wamberg. Daarbij worden deze ook geïnspecteerd op de eventuele aanwezigheid van vleermuizen. De verwachting is overigens dat deze zich er niet bevinden. Daarnaast wordt er bij het tracé rekening gehouden met de ligging van de dassenburcht langs de Oude Bossche Baan. Deze wordt nadrukkelijk ontzien. Tot slot is er in de komgronden kans op modderkuipers in (nog bestaande) waterlopen. Ook daar zal rekening mee gehouden worden en bij aanwezigheid zorgvuldig mee worden omgegaan. Dat geldt overigens ook voor de monding van de Rosmalense Aa in de uiterwaarden. Daar valt de nieuwe beek voor een deel samen met de bestaande waterloop.

Water

De waterhuishoudkundige situatie in het plangebied zal in de komende jaren aan enkele veranderingen onderhevig zijn. Hierbij zijn twee deelgebieden te onderscheiden.

• 4. Ten noorden vanaf de primaire waterkering (Maasdijk) tot en met de uitmonding in het kanaal.

Hiervoor wordt een procedure conform de Waterwet doorlopen. Doormiddel van het opstellen van een projectplan Dijkaanpassing in samenwerking met Provincie Noord Brabant en Waterschap Aa en Maas worden de vergunningsprocedures conform de Waterwet doorlopen.

• 5. Ten zuiden van de primaire waterkering tot en met de Oude Bossche Baan (Wamberg).

Het watersysteem in dit gebied bestaat uit leggerwaterlopen, schouwsloten en (zak)greppels. Dit systeem is gericht op de drooglegging voor het huidige gebruik van de percelen.

In overleg met Waterschap Aa en Maas is een integraal plan opgesteld om gedurende de omvorming tot aan de eindsituatie het watersysteem op orde te hebben en houden.

In de eindsituatie zal de Rosmalense Aa deels gevoed worden door het aflaatwerk in de Aa ten zuiden van de stad 's-Hertogenbosch en daar waar mogelijk aangevuld worden met kwel en regenwater.

Het poldersysteem rondom het kanaalpark zal gehandhaafd blijven. Enkel daar waar de Rosmalense Aa het bestaande watersysteem kruist, worden aanpassingen uitgevoerd. De Rosmalense Aa staat los van de huidige afwateringsysteem in dit gebied en dat zal in de toekomst ook zo gewaarborgd blijven.

De benodigde aanpassingen worden opgenomen in de watersysteemanalyse van het projectgebied.

Bodemverontreiniging.

Er is een inventarisatie gemaakt van locaties waarvan de bodem verontreinigd is. De conclusie is dat de aard en de ligging van deze verontreinigingen niet zodanig zijn dat deze de realisering van de Rosmalense Aa in de weg staan.

Archeologie

De beschikbare cultuurhistorische informatie zal worden verwerkt in een bureauonderzoek. Waar nodig zal aanvullende informatie over de intactheid van de ondergrond worden verkregen door het uitvoeren van een verkennend booronderzoek. Op basis van deze gegevens en de geplande ingrepen zal vervolgens worden bekeken waar en in welke vorm cultuurhistorisch vervolgonderzoek noodzakelijk is. Dit kan betekenen dat ter plaatse van behoudenswaardige archeologische vindplaatsen planaanpassingen of opgravingen nodig zijn om de archeologische informatie te behouden.