Plan: | Kanaalpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0796.0002043-1401 |
Voor het kanaalpark zijn de volgende uitgangspunten per thema geformuleerd;
Landschap en ruimtelijke kwaliteit
Natuur
Recreatie
Cultuurhistorie
Waterbeheer
Overige belangen
Impressie Kanaalpark
In het najaar van 2010 heeft de Gemeente haar ambitie weergegeven voor het kanaal en de ruime omgeving. In de visie Kanaalpark vormt het nieuwe kanaal de ruggengraat van het landschapspark. Hieronder wordt kort geschetst hoe het kanaal eruit komt te zien. Het kanaal is circa 8 kilometer lang Het is 35 tot 65 meter breed. De komst van het nieuwe kanaal betekent een grote ruimtelijke ingreep in het gebied. Het kanaal is een extra barrière tussen het stedelijk gebied van 's-Hertogenbosch dat en van Rosmalen. Het kanaal kent twee type oevers. De westzijde is meerstedelijk van karakter. Bij de Brand is zelfs een 'harde kade' in de vorm van een loswal aanwezig (overigens wordt deze kade niet in het kader van dit bestemmingsplan uitgevoerd). De oevers ter hoogte van toekomstige kantoorlocatie Avenue2 worden later definitief ontworpen. Het programma en stedenbouwkundige plan voor Avenue2 zijn nog niet helder. Gedacht wordt aan een stedelijke boulevard met allure. Voor mensen vanuit Empel is een aantrekkelijk contact tussen 'de wijk en het water' interessant. Dit krijgt nog verdere invulling.
De oostelijke oever van het kanaal wordt groener ingericht. Hiermee sluiten we aan op de verbinding met het geplande landschapspark. Aan de oostzijde is het kanaal voorzien van een natuurvriendelijke oever. Deze oever is circa 13,5 meter breed en bestaat uit open water, rietvegetaties, wilgenstruweel en natte ruigten met kattenstaart, gewone wederik en watermunt. In het kanaal ligt een vooroever om golfslag te voorkomen. Op enkele plaatsen is een open verbinding met het water. De natuurvriendelijke oever is geschikt voor tal van moerasvogels (zoals blauwborst), libellen (zoals glassnijder), zoogdieren (zoals. waterspitsmuis) en vissen. Aansluitend zijn de taluds van het kanaal inclusief de omgeving van het onderhoudspad door hun kruidenrijke vegetatie en lokaal struweel van belang voor het ecologisch functioneren. De natuuroevers van het kanaal versterken het ecologisch functioneren van de EVZ Rosmalense Aa.
Het kanaal doorsnijdt verschillende landschapstypen die horen bij het zand- en rivierengebied. Van Berlicum tot aan de Maas zijn dit achtereenvolgens het beekdal van de Aa, de dekzandrug van Rosmalen en het rivierenlandschap van de Maas. Het kanaal trekt er zich niets van aan. Het is een autonome lijn in het landschap. Ter hoogte van het beekdal van de Aa wordt het kanaal voorzien van dijken. Het kanaalpeil is daar hoger dan het omringende maaiveld. De dijk zal het zicht op het bedrijventerrein De Brand verminderen. Het beekdal van de Aa wordt ruimtelijk begrensd door een bebost landgoed in het noorden en een kanaaldijk in het westen.
Voorbij sluis Hintham snijdt het kanaal door het hoogteverschil in het waterpeil in in het dekzandlandschap. Hier is dus geen dijk of kade aanwezig. In de laag gelegen polders verschijnt een lage kade van ongeveer 90 centimeter hoog. Deze kleine kade verdwijnt weer ter hoogte van de oeverwal, vlak voor de Empelse dijk. Vanaf de dijkpassage door de Empelse dijk krijgt de Rosmalense Aa een strakkere en technische inrichting en snijdt vrij diep in in het landschap.
Sluizen en hoofdinfrastructuur
In het kanaal komen twee sluizen; sluis Hintham (ter hoogte van de A59) en sluis Empel (ter hoogte van Empel). Deze sluiscomplexen zijn belangrijke verbindingen voor de stadbewoners. Sluis Empel manifeert zich door de hoogte en omvang nadrukkelijk in het landschap. Beplanting neemt een deel van het zicht op de sluis weg. Over de sluis komt een fiets- en autoverbinding. Sluis Hintham is minder nadrukkelijk aanwezig in het landschap en ligt ongeveer 1,5 meter hoger in het landschap. Beide sluizen worden voorzien van een klein bouwwerk dat nodig is voor beheer en onderhoud van de sluis.
Naast de sluizen is het van belang om stil te staan bij de kruisende hoofdinfrastructuur over het kanaal heen. De (omgeleide) Empelse Weg, de Bruistensingel, de Tivoliweg met spoorlijn, de A59 en de nieuwe Graafsebaan kruisen het kanaal en het Kanaalpark op grote hoogte. De hoogte van de kruisende wegen ten opzichte van het kanaalpeil is minimaal 7,5 meter. Dit is noodzakelijk om de scheepvaart een vrije doortocht te garanderen.
De Empelse weg krijgt een nieuwe aftakking over het kanaal die de Groote Wielen met Empel zal verbinden. Het is een weg met twee rijbanen en een fietspad. Aan de oostzijde sluit deze weg aan op de bestaande verhoogde rotonde op de kruising Hooghemaal en Blauwe Sluisweg.
De brug over de A2 van de Bruistensingel trekken we als het ware door over het nieuwe kanaal. Aan de oostzijde, bij de entree naar Rosmalen (kruising met de oude Empelse weg) sluit de weg aan op een nieuw te maken turbotonde.
Om de spoorlijn een goede inpassing over het kanaal te garanderen is het noodzakelijk om het tracé aan beide zijden van de brug op te hogen. Het hoogste punt ligt op maar liefst 10,30 meter +NAP.. De spoordijk bestaat uit een aarden wal net als andere kruisende wegen. Naast een spoorbrug, komt er een brug voor lokaal verkeer (Tivoliweg) en een fietspad.
Ter hoogte van de bestaande Graafsebaan, komt een omleiding op circa 8 meter hoogte over het kanaal. De weg wordt voorzien van een geluidsscherm. In het bestemmingsplan is ook de mogelijkheid opgenomen voor de bouw van een beweegbare brug ten behoeve van het langzame verkeer. Deze brug in gepland in de as van de huidige ventweg aan de zuidzijde van de Graafsebaan.
Andere wegen zoals de Hustenweg en de oude Empelse hebben in de toekomst geen verkeersverbindende functie meer.. Door de aanleg van het kanaal verliezen ook andere wegen zoals de Heinisdijk, de Burg. Jhr. von Heijdenlaan, de Elststraat, de Bankade en de Lunerkampweg hun doorgaande functie. Deze wegen nemen we op in het routenetwerk van het Kanaalpark.
De bruggen met bijbehorende dijklichamen staan haaks op het kanaal. Hierdoor ontstaan er als het ware 'kamers' binnen een langgerekte groengebied. De kamers zijn met elkaar verbonden via het kanaal en de EVZ Rosmalense Aa. Aan de oostzijde is de vrije ruimte onder de bruggen ongeveer 40 meter breed. Dit is voldoende ruimte voor de EVZ Rosmalense Aaen de functie van de EVZ voor de migratie van fauna..
De toekomstige infrastructuur; het kanaal en de kruisende wegen op hoogte zijn beeldbepalend voor het landschap en de beleving in het toekomstige Kanaalpark.
De Ecologische verbindingszone Rosmalense AA
Parallel aan het kanaal wordt een Ecologische verbindingszone aangelegd. De drager van deze EVZ is een nieuw te graven beek; de Rosmalense Aa. De EVZ legt de verbinding tussen tussen de Aa en Maas. Dit geldt niet alleen voor soorten die gebonden zijn aan (stromend) water zoals rheofiele vissen en sommige zoogdieren (o.a. bever en waterspistmuis).
Naast een goede inrichting van de beek en oevers is het van belang om aanvullende maatregelen te treffen om vestiging en migratie van fauna te optimaliseren.
Een belangrijk uitgangspunt voor de inrichting van de ecologische verbindingszone is het onderliggende landschap richtinggevend te laten zijn voor de invulling. Dat betekent dat van zuid naar noord rekening gehouden moet worden met een beekdal (Aa-dal), hogere gronden (dekzandrug Rosmalen – 's-Hertogenbosch), komgronden (ter hoogte van de Groote Wielen) en uiteindelijk de oeverwallen en uiterwaarden van de Maas. Ingrepen die geen recht doen aan het landschap, zoals het op grote schaal afgraven van de bodem, zijn niet gewenst. De landschappelijke opbouw en bijbehorende natuurlijke hoogteverschillen moeten worden gerespecteerd. De enige uitzondering is de aanleg van de nieuwe beek. Aanleg is alleen mogelijk door de Rosmalense Aa ter hoogte van de dekzandrug en de oeverwal relatief diep in het landschap te laten snijden.
De Ecologische verbindingszone Rosmalense Aa is gemiddeld 60 meter breed. De breedte is afgeleid van de landschappelijk, ecologische en hydrologische doelstellingen voor de verbinding tussen Maas en Aa. In het Maas- en Aadal worden overwegend natte natuurgebieden ontwikkeld. Denk aan open water, moeras en natte graslanden en ruigten. In de uiterwaarden bevindt zich ook droge natuur zoals stroomdalgraslanden en hardhoutooibos. De Maas en de Aa zijn 'stromende wateren' en vormen de dragers voor de natuur. De nieuw te graven beek; de Rosmalense Aa.
De (toekomstige) natuurgebieden rond de Maas en Aa liggen circa 7 kilometer van elkaar. Het realiseren van een goede verbinding via de StadsAa is onvoldoende voor kritische soorten. De EVZ Rosmalense Aa biedt de kans om kritische soorten wel te laten migreren tussen Maas- en Aadal. In de beide natuurgebieden komen veel soorten of soortgroepen. Denk aan vissen (o.a. winde, kopvoorn, bermpje e.d.), zoogdieren (o.a. bever, waterspitsmuis), vlinders (o.a. pimpernelblauwtje), amfibieën (poelkikker, kamsalamander) en bijzondere vegetaties (o.a. pimpernelgraslanden).
De EVZ Rosmalense Aa is op zijn minst 15 meter breed. Deze ruimte is minimaal noodzakelijk om de beek met begeleidende oevers in te passen. Een goede landschappelijke inpassing met beekbegeleidend bos vraagt al snel om een breedte van circa 40 meter. Deze breedte wordt ook aangehouden bij onderdoorgangen bij kruisende infrastructuur. De Ecologische Verbindingszone moet echter ook ruimte bieden aan het ontwikkelen van kleinere natuureenheden langs de EVZ. Het is het beeld van een kralensnoer. Naast een langgerekte groenzone is het gewenst om lokaal te zoeken naar meer ruimte voor het ontwikkelen van gevarieerde natuurgebiedjes met bijvoorbeeld moeras, bos, struweel en bloemrijke graslanden. Dit worden dus leefgebieden voor bever, kamsalamander en pimpernelblauwtje die onderling verbonden zijn door de Rosmalense Aa. Om deze reden is er bijvoorbeeld ter hoogte van de Heer en Beekstraat en in de komgronden gekozen voor de wat grotere natuurelementen. Met een gemiddelde van 60 meter breed is het mogelijk om de EVZ Rosmalense Aa zowel een migratie- als verblijfsfunctie te geven voor genoemde doelsoorten.
Het ontwerp op hoofdlijnen.
De gemeente is met de provincie en met de minister van Verkeer en Waterstaat overeengekomen dat de ecologische verbindingszone een gemiddelde breedte krijgt van 60 meter en ter plaatse van de kunstwerken een minimale breedte van 40 meter. Dit is inclusief de circa 12,5 meter brede natuurvriendelijk ingerichte talud en zaksloot met plasberm langs het kanaal). In een nader ontwerp is, in samenspraak met het Waterschap Aa en Maasvallei, de breedte van de beek bepaald op circa 8 meter (breedte water) met bijpassende steile en flauwe oevers. De maatvoering wijkt af van de eerder genoemde 10 meter (voorontwerp BP). Het is het gevolg van een detaillering en optimalisering van het ecologisch en hydrologisch ontwerp. De verbindingszone beslaat een oppervlakte van circa 42 hectare (7 km lengte x 60 meter breed). De Rosmalense Aa wordt een licht slingerende beek. De beek kent zijn 'oorsprong' als een aftakking van de Aa ter hoogte van Landgoed De Wamberg. De beek stroomt onder vrij verval naar de Maas. Er bevinden zich geen stuwen. Alleen bij extreem hoogwater zal de Rosmalense Aa tijdelijk worden afgesloten. De afvoer is redelijk stabiel. Er is een beperkte schommeling in zomer- en winterpeil. De beek heeft een bodembreedte van circa 2 meter en een minimale waterdiepte van 0,70 meter. De stroomsnelheid is 0,15 tot 0,2 m/sec. Dat maakt dat het voor vissen die van stroming houden geschikt is. We hebben het dan over vissen van langzaam stromende laaglandbeken zoals winde, bermpje en kopvoorn.
Principeprofiel Rosmalense Aa
De Rosmalense Aa stroomt uit op het kanaal. Dat is niet ideaal. De voorkeur ging uit naar een rechtstreeks verbinding op de Maas. Dat zou voor vissen het beste zijn. Maar dat kan niet vanwege de aanwezigheid van een vuilstort met zware verontreiniging. De stort is in 2010 geïsoleerd, waardoor er geen gevaar meer bestaat voor mens of milieu. Maar een beek er dwars doorheen is geen optie. Toch zal ook in de nieuwe situatie de beek goed gaan functioneren. Het water uit de beek zorgt er samen met het kanaalwater voor dat vissen op de Maas de Rosmalense Aa zullen 'detecteren'. Om migratie van vissen te vergemakkelijken worden er ondiep water en flauwe oevers aangelegd aan de westzijde van de huidige Koornwaardplas. Het vormt een goede schuilplaats voor vissen. De beek heeft in de aansluiting op het kanaal over een lengte van circa 500 meter (?) een groter verhang. Daar kan de stroomsnelheid oplopen tot maximaal 1 m/sec. Nog steeds maakt het de beek geschikt voor stroomminnende soorten.
De beek krijgt een steeds ander uiterlijk afhankelijk van plaats in het landschap waar het door heen stroomt. In het van oorspong natte Aadal en in de komgronden is de Rosmalense Aa te zien als een moerasbeek. De beek ligt daar hoog in het maaiveld. Het kent brede, flauwe en moerassige oevers. Op de hogere zandgronden en de oeverwal snijdt de beek zich diep in. Daar is de beek voorzien van steile taluds. De variatie in de Rosmalense Aa is daarmee over de gehele lengte groot.
Impressie moerasbeek
beek ingesneden in dekzandrug
Rondom de beek is een natuurzone aanwezig van gemiddeld 60 meter breed. De zone bestaat uit bos, struweel, droge tot natte bloemrijke graslanden en ruigten en moeras. Het half-open karakter is van groot belang om zoveel mogelijk soorten of soortgroepen van deze ecologische zone gebruik te laten maken. De EVZ Rosmalense Aa staat niet op zichzelf. Samen met natuuroevers langs het kanaal wordt er een stevige ecologische verbinding ontwikkeld tussen Maas en Aa. De afwisseling van open en gesloten en de grote variatie in biotopen maken dat vele soorten zoogdieren (o.a. bever, watervleermuis), libellen (o.a. glassnijder, beek- en rivierrombout), vlinders (o.a. 'pimpernelblauwtje'), vogels (o.a. ijsvogel) en sprinkhanen (o.a. moerassprinkhaan) er gebruik van kunnen maken. Tussen haakjes zijn enkele doelsoorten aangegeven. De zone fungeert zowel als leefgebied als migratieroute.
In het plan voor het Kanaalpark vormen het kanaal en de EVZ Rosmalense Aa de basis voor het nieuwe landschapspark. De visie van het Kanaalpark gaat over het gehele groengebied ten oosten en westen van het nieuwe kanaal. Het Kanaalpark is te karakteriseren als soort 'groene zandloper'. Op de dekzandrug van Rosmalen is het park het smalst. Dat is ook logisch. Daar naderen van oudsher de bewoning van Rosmalen en 's-Hertogenbosch elkaar. Ten zuiden van sluis Berlicum waaiert het groengebied breed uit in het beekdal van de Aa en Landgoed de Wamberg. Ook het gebied ten westen van het toekomstige kanaal hoort daarbij. We hebben het dan over de omgeving van de huidige zandvang en de Steenenkamerplas. Ten noorden van Intratuin waaiert het Kanaalpark opnieuw uit. Tussen de Groote Wielen en Empel liggen de komgronden. Deze vormen een landschappelijk eenheid met de uiterwaarden van de Maas. Ook de Rosmalense Plas aan de westzijde hoort bij het kanaalpark.
Het Kanaalpark wordt een samenhangend geheel van bos, struweel en grazige vegetaties. Het landschapspark wordt over de hele lengte voorzien van een doorgaand netwerk van bossages, houtwallen en lanen bosstrip. Daarmee wordt het typische boskarakter van het Landgoed De Wamberg via de dekzandgronden tot in het rivierengebied doorgezet. Het sluit straks aan op de bosjes rondom de wielen langs de Maasdijk. Tussen het kanaal en de bossages en houtwallen ligt een parkachtig landschap met daarin de Rosmalense Aa. In het beekdal van de Aa en in de rivierpolders is er ruimte voor natuurontwikkeling. Hier kunnen op grotere schaal moeras, open water en wilgenbos- en struweel ontstaan. Op de zandgronden bij Rosmalen overheerst het bosrijke karakter. Hier moet het landschap voldoende massa hebben om in de toekomst op te kunnen botsen tegen het stedelijke landschap van Avenue2 aan de andere kant van het nieuwe kanaal. Het Kanaalpark en de nieuwe Zuid Willemsvaart versterken samen het doorgaande karakter van dit nieuwe groengebied in noordzuid richting. Dat is ook gewenst gezien de grote impact van de kruisende infrastructuur.
Het kanaalpark Zuid-Willemsvaart wordt een waar eldorado voor planten, zoogdieren, vogels, vlinders, libellen en sprinkhanen. Honderden soorten zullen er in voorkomen. Waar het gebied nu arm aan planten en dieren is; ondergaat het gebied een ware metamorfose. Het zal voor de typische soorten van oude loofbossen wel even wachten worden voordat het gebied er geschikt voor is. Een goede bosontwikkeling kost namelijk gewoon veel tijd. Andere soortgroepen zoals diverse moeras- en watervogels en libellen zijn er vaak als de 'kippen' bij om gebieden te koloniseren. Dat hebben we recentelijk gezien in Landgoed De Haverleij aan de noordzijde van de stad. Van diverse soorten vlinders en amfibieën is bekend dat de migratie over het algemeen langzaam gaat. Het is daarbij sterk afhankelijk van of er zich populaties in de nabije omgeving bevinden. Veel van de soorten zullen komen vanuit landgoed De Wamberg en de Koornwaard. In de tabel staan enkele doelsoorten en begeleidende soorten genoemd die in het kanaalpark worden verwacht. Meest karakteristieke soorten in de toekomst zijn ongetwijfeld bever en ooievaar.
Uitwerking per deelgebied
Het kanaalpark is in te delen in drie delen met elk een eigen karakter en sfeer. De samenhang wordt gewaarborgd door het kanaal en de Rosmalense Aa. We onderscheiden:
In het kort wordt per deelgebied een beschrijving gegeven van het streefbeeld en de belangrijkste maatregelen.
1. Dynamisch Beekdal Aa, Groote Wetering, zandvang en Steenenkamerplas
Het Aadal op grondgebied van Sint-Michielsgestel is geen onderdeel van het bestemmingsplan Kanaalpark (gemeente 's-Hertogenbosch). Toch is het van belang om de plannen voor het Aadal te beschrijven. Immers, de Rosmalense Aa ontspringt vanuit de Aa. De beschrijving is gebaseerd op het Koepelplan Dynamisch Beekdal van Waterschap Aa en Maas uit 2007. In het project krijgt de Aa weer ruimte om te meanderen en jaarlijks te overstromen. Gronden in de directe nabijheid van het beekdal van de Aa worden aangekocht en onttrokken aan de landbouw. Door de hoge waterstand in de Aa blijft het noodzakelijk om een kade aan te leggen. Deze ligt langs de rand van het toekomstige dynamisch beekdal. Het waterschap gaat nog een keuze maken over de exacte wijze van waterberging in het dynamisch beekdal.
Het waterpeil van de Aa is hoog om twee redenen. Dit is wenselijk vanuit het streefbeeld om het dynamisch beekdal te kunnen realiseren. Hierin kan de Aa periodiek 'overstromen' en meanderen. En het is nodig om voldoende water in de Rosmalense Aa te krijgen. Dat heeft natuurlijk consequenties voor het grondgebruik en de landbouw. Het waterschap is gestart met een proces van gebiedsontwikkeling waarin het gehele beekdal en al haar functies bekeken wordt. Als de landbouw in delen verdwijnt is het interessant om te bekijken welke nieuwe economische dragers er in het gebied kunnen worden gevonden. Er wordt onder andere gedacht aan 'rood voor groen'. Dat sluit goed aan bij de landgoedsfeer ter plaatse. Het natte en open karakter van het beekdal contrasteert als vanouds met de hoge bosrand van Landgoed De Wamberg. Vanuit een historisch perspectief wordt daarmee ook de linie van 1629 weer meer beleefbaar. De hogere gronden van Landgoed De Wamberg waren destijds een natuurlijke en militaire grens. Het Dynamisch Beekdal vervult een belangrijke functie voor natuurgerichte recreatie. Daarbij is aansluiting op het recreatief routenetwerk vanuit de stad, Rosmalen en Berlicum een belangrijke opgave.
De Groote Wetering die rondom het landgoed de Wamberg loopt, gaat in de toekomst net als de Aa onder het nieuwe kanaal door. In de Zandvang komen ze samen en gaan verder als StadsAa richting de Dieze. De Zandvang verliest op termijn haar functie. Er komt een nieuwe zandvang in het Aadal aan de oostzijde van het nieuwe kanaal. In de ambitie van het Kanaalpark wordt deze zandvang plas omgevormd tot een soort 'mini-Biesbosch'. Dit landschap geeft de suggestie van een beekdal dat doorloopt tot in de stad. Gedacht wordt aan verdere verondieping van de plassen en zelfs de aanleg van enkele eilanden. De Steenen Kamer plas blijft vooralsnog gewoon liggen.
Het gebied rondom sluis Hintham kan met deze ontwikkeling een belangrijk knooppunt of schakel voor natuur en recreatie zijn. Via de sluis kan men kiezen voor een bezoek aan Landgoed de Wamberg, het Aadal of het Kanaalpark Zuid-Willemsvaart. Het is daarmee letterlijk en figuurlijk de poort naar de stad en het landelijke gebied.
2. Landgoederen Heer & Beek en Heinis
Tussen het kanaal en Rosmalen wordt aanwezige kleinschalige cultuurlandschap opgeschaald naar twee landgoederen. We hebben ze landgoed Heer en Beek en landgoed Heinis genoemd.
De naam Heer en Beek is heel toepasselijk. Langs de gelijknamige weg liggen nu al een reeks van vrijstaande huizen met ruime tuinen. Samen geven ze de rand van Rosmalen een bosrijk karakter. Dit karakter wordt versterkt door bosaanleg en de EVZ Rosmalense Aa. Dit landgoed ligt tussen de Graafsebaan en het spoor. Landgoed de Heinis is vernoemd naar de oude Heinisdijk. Het ligt tussen het spoor en de Bruistensingel.
Met landgoederen bedoelen we gebieden met meerdere eigenaren, die samen werken aan een aaneengesloten en toegankelijk landschap van bos, lanen, boerderijen, weilanden en enkele akkers. Het is een kleinschalig en afwisselend parklandschap.
Historische wegen zoals de Burgemeester Jonkheer von Heijdenlaan en de Heinisdijk worden als opgenomen in het recreatieve routenetwerk van het Kanaalpark.
De landgoederen zullen voldoende tegenwicht moeten bieden aan alle stedelijke invloeden (A2, woningen, intensiever gebruik) en in het bijzonder aan Avenue 2. Alleen door meer bossen en lanen aan te planten blijft de beleving van een kleinschalig parklandschap overeind. De Rosmalense Aa krijgt in dit deel het karakter van een bosbeek. Het is te vergelijken met de Wambergse Beek in het gelijknamige landgoed. De beek snijdt dieper in in het landschap, krijgt smallere oevers en andere beeknatuur. De ligging van de beek wordt ook ingezet om de grens tussen openbaar terrein en de particuliere erven aan te merken.
In het deel tussen Tivoliweg/spoor en de Graafsebaan is een klein deel van de gronden door de Gemeente aangekocht om het Kanaalpark fase 1 te kunnen realiseren. Vanzelfsprekend exclusief bestaande woningen en tuinen.
In het deel tussen de Tivoliweg/spoor en Bruistensingel zijn verspreid woningen en (voormalige) bedrijfsgebouwen aanwezig. In de aanloop naar een landgoederenlandschap, worden eigenaren in de gelegenheid gesteld om in aanmerking te komen voor het toepassen van 'rood voor groen'. Eigenaren mogen bijvoorbeeld een extra woning bouwen indien ze bereid zijn om grond af te staan voor het Kanaalpark. Deze gronden worden dan toegevoegd aan het openbaar groengebied.
In een ander geval gaat het om een extra woning in ruil voor het slopen van 'ongewenste' gebouwen. Hiervoor is maatwerk van geval tot geval nodig. Naast een kwaliteitsverbetering van bebouwing, is het hiermee ook mogelijk om de beleving van het groen maximaal op te rekken.
Locatie De Harense Smid
Uitgangspunt bij de realisatie van de groene geledingszone is dat deze een gemiddelde breedte dient te hebben van ca 60 m. Bij de viaducten dient de minimale breedte ca 40 meter te bedragen. Ter plaatse van de Harense Smid is de zone tussen het kanaal en het winkelpand De Harense Smid ca 20 meter breed. Binnen deze zone is voor de nieuwe beek met bijbehorende oevers minimaal 12,5 meter nodig. Ten noorden en ten zuiden van deze “punt” wordt de ecozone weer breder en loopt op tot 40 á 50 meter. Onderzocht is of De Harense Smid verplaatst kan worden. De verplaatsingskosten bedragen ca € 5 milj. Dit bedrag zou ten koste gaan van het budget voor de inrichting van het kanaalpark en zou betekenen dat belangrijke onderdelen van het plan voor het Kanaalpark niet gerealiseerd kunnen worden. Daarbij is de keuze gemaakt om De Harense Smid te handhaven en in te passen en de realisering van een bredere ecozone op deze locatie niet ten koste te laten gaan van de realisering van andere belangrijke onderdelen van het Kanaalpark. Overigens is de zone voldoende breed en gevarieerd om voor alle beoogde doelsoorten (bever, waterspitsmuis, winde, vlinders, sprinkhanen e.d.) te functioneren. Doordat de 'drukte' rond de Harense Smid zich verplaatst naar de oostkant is het aan de zijde van de ecozone relatief rustig.
Ter hoogte van de Harense Smid is de Rosmalense Aa op zijn smalst. Geprobeerd is om de Harense Smid te verplaatsen, maar die plannen gaan niet meer door. Omdat het gebouw zo dichtop het nieuwe kanaal staat is hier alleen maar ruimte voor de Rosmalense Aa en een smal oeverprofiel. Alle watergebonden soorten kunnen op deze manier wel gebruik blijven maken van de beek.
Inpassing Harense Smid
3. Rosmalense Delta
In de Rosmalense Delta ligt het zwaartepunt bij zoveel mogelijk ruimte voor grootschalige natte natuurontwikkeling. De Rosmalense Aa krijgt hier brede oevers en de ruimte om te slingeren. Dit van oudsher laag gelegen drassige gebied kan plaatselijk onderlopen. Hierdoor verandert dit gebied per seizoen van uiterlijk. De kanaaloever aan de oostzijde krijgt hier een extra brede plas/draszone die naadloos aansluit de Rosmalense Delta. Het past prima bij de riviernatuur die er rond de voormalige proefboerderij wordt ontwikkeld. Een ontwerp moet nog worden gemaakt. Naast wandel- en aansluitingen die onder andere aansluiten op het recreatief fietspad langs het kanaal is er ruimte voor struinen.
Bijzondere elementen in dit deel van het kanaalpark zijn de voormalige proefboerderij en Intratuin. Voor de proefboerderij is nog geen definitieve bestemming. Het is gewenst om samen met private partijen te komen tot een herontwikkeling van de locatie en omgeving die het karakter en het functioneren van het kanaalpark versterken. Er zijn vele mogelijkheden waarbij men kan denken aan bijzondere vormen van recreatie, landbouw, horeca, voorlichting en scholing.
Voor Intratuin staat een goede landschappelijke en ecologische inpassing voorop. Daarnaast zal in samenspraak met Intratuin bekeken worden of er kansen liggen om in te spelen op de ligging in het Kanaalpark. De doelen vanuit natuur en landschap zijn daarbij richtinggevend.
Aan de andere kant van het kanaal ligt de Rosmalense Plas. Ook deze behoort in de toekomst bij het Kanaalpark Zuid-Willemsvaart. Het idee bestaat om rond de Empelse Weg die daar het kanaal op hoogte gaat kruisen een 'Empels Duin' te ontwikkelen. De gedachte is om de beoogde taluds van het viaduct volledig op te nemen in een soort grote, groene heuvel. Het betekent een enorme kwaliteitsverbetering en biedt kansen voor bijzondere vormen van recreatie. Deze heuvel sluit naadloos aan op de Rosmalense Plas. Daarvan is het idee om deze te voorzien van een zandstrand en moerassige oevers. Door vergraven van de oevers en tegelijkertijd verondiepen van de plas liggen hier kansen voor grootschalige natuurontwikkeling. Het groen sluit daarbij naadloos aan op het stedelijk maar wel ecologisch groen rond het gelijknamige bedrijventerrein. Stad en land worden hier volledig verweven.
Om een vrije afstroming te waarborgen, krijgt de Rosmalense Aa een speciale dijkpassage door de Empelse dijk. Deze wordt veel groter en ruimer dan een normale passage. Omdat de beek door een waterkerende dijk gaat, moeten we wel extra aandacht besteden aan de veiligheid. Daarom wordt een extra schuif in de dijkpassage geplaatst, die dicht gaat bij hogere waterstanden van de Maas (2.20 m +NAP).
De Rosmalense Aa kan zoals eerder gepland, niet door de Koornwaard in de Maasuiterwaarden afstromen. Dit heeft te maken met de oude functie van stortplaats in de Koornwaard, waardoor de ondergrond vrijwel overal sterk vervuild is. Daarom mondt de Rosmalense Aa uit in de nieuwe Zuid-Willemsvaart, vlak na de sluis. Dit is voldoende dichtbij de Maas om een aantrekkende werking te hebben op de beoogde vissoorten in de Rosmalense Aa. Vlak voor de uitmonding wordt de beek voorzien van een vispassage. Dit is nodig vanwege het grote verval van de beek in het buitendijkse deel.
Stedelijk water en waterberging
De komst van het kanaal biedt nieuwe mogelijkheden voor het verbeteren van het watersysteem. Het kanaalpark zelf biedt kansen voor het bergen van extra water. Het idee bestaat om regenwater uit Rosmalen af te koppelen, te bergen en te laten infiltreren in het Kanaalpark. In de Rosmalense Delta is ook ruimte om water te bergen vanuit de Rosmalense Aa of bij wat hogere waterstanden op de Maas.
Het meest bijzondere is het voorstel voor inlaat van kanaalwater in de stad. Op dit moment wordt het stedelijk water in Empel en de Maaspoort negatief beïnvloed door landbouwwater dat uit de Rosmalense polder komt. Dat leidt tot allerlei problemen met waterkwaliteit en bagger. Het water uit de Zuid-Willemsvaart is aanzienlijk beter van kwaliteit dan het huidige landbouwwater. Via een nieuw inlaatpunt bij sluis Empel wordt het kanaalwater in het stedelijke gebied ingelaten. Het gaat onder vrij verval door de stedelijk gebied en gaat daarna weer onder het kanaal door in de richting van het gemaal Empel. Zie paragraaf 6.4.3.
Recreatie en routestructuren
Langs het kanaal komen aan beide zijden recreatieve verbindingen. Aan de westzijde van het kanaal komt een doorgaande fietsroute. Deze is vooral utilitair en zal parallel aan het kanaal lopen.
Aan de oostzijde liggen de meer landelijke en informele fiets- en wandelpaden die verspreid door het gehele park liggen, zodat er volop in het kanaalpark gerecreëerd kan worden. Het is de bedoeling dat er vanuit de aangrenzende woonwijken diverse aansluitingen worden gemaakt op de paden in het park, zodat het kanaalpark goed toegankelijk wordt en onderdeel van de stad.
fietsen in de landgoederenzone 'lekker struinen'
De routestructuren lopen vanaf de Sluis aan de Empelsedijk tot aan Sluis Berlicum. Het Kanaalpark is toegankelijk vanaf de beide sluizen, die dan ook te beschouwen zijn als de de entrees van het park. In de uiteindelijke inrichting is het de bedoeling dat de sluizen een uitstraling krijgen die dit ondersteunt. Vanaf de sluizen kan men in het noorden verder recreëren langs de Maas en in het zuiden in de Hooge Heide met landgoederen als de Wamberg en Coudewater.
De ambitie voor het Kanaalpark is omvangrijker dan de afspraken uit het Convenant uit 2007. Het verbeeldt een panorama voor 2020. De realisering van het totale programma zal gefaseerd en met de inzet van verschillende middelen geschieden. Voor fase 1; de aanleg van het kanaal en de EVZ Rosmalense Aa zijn de middelen beschikbaar (convenant 2007). Voor de andere delen behorende bij fase 2 is nog niet duidelijk hoe dat gerealiseerd kan worden. Daarbij wordt gedacht aan:
Rood voor Groen
In het plangebied staan een aantal (voormalige) agrarische woningen met de daarbij behorende stallen en loodsen. Met name langs de Empelseweg is bijna alle grond (vanaf de Empelseweg tot aan het kanaal) in handen van particuliere eigenaren. Volledige verwerving is hier geen doel en ook geen optie. Zoals hierboven omschreven streeft de gemeente naar een zo groot mogelijk natuurgebied met grote en samenhangende landschappelijke en ecologische kwaliteiten. Een natuurgebied met zo weinig mogelijk belemmeringen voor de flora en fauna, en goed toegankelijk voor de mens. Grote privé-kavels en stallen passen niet in dit ideaalplaatje. Dit is de reden dat, om het Kanaalpark toch te kunnen realiseren, eigenaren in de gelegenheid worden gesteld om in aanmerking te komen voor het principe 'rood voor groen'. Dit betekent (afhankelijk van de hoevelheid in te brengen grond of te slopen stallen), dat elke eigenaar één of meer nieuwe woningen mag realiseren, in ruil voor te slopen stallen,het toevoegen van gronden aan het Kanaalpark of het inbrengen van geld in een fonds ter versterking van landschappelijke, ecologische en/of recreatieve waarden. Het precieze aantal woningen is afhankelijk van de hoeveelheid in te brengen grond of te slopen stallen en de stedenbouwkundige en landschappelijke inpasbaarheid. Het principe is dat elke particuliere eigenaar de nieuwe woningen dicht bij zijn huidige woning neerzet, zodat er een compact erf ontstaat, waarbij het groen als het ware om het erf heen spoelt: 'erven in het landschap'. De bebouwing kan vervolgens als een ensemble op het erf worden vormgegeven.
Bij de toepassing van het principe Rood voor groen wordt tevens toepassing gegeven aan artikel 2.2. kwaliteitsverbetering van het landschap, van de Provinciale verordening ruimte van Noord Brabant. Daarbij wordt opgemerkt dat met de realisering van de Rosmalense Aa en de gemiddeld 47,5 m brede zone ten oosten van het kanaal, een gedeelte van de verplichte compensatie voor het kanaal wordt gerealiseerd ("moeten"variant). Het totale Kanaal park, dat een onderdeel is van het totaal programma "De Groen Delta" gaat veel verder dan deze "moeten" variant. De toepassing van de rood voor groen benadering zoals deze nu concreet wordt toegepast op een 3 tal kavels in het kanaalpark, vormt een onmisbaar element in de realisering van het Kanaal park en sluit goed aan op de landschapsinvesteringsregeling van de provincie. Daarbij dient tevens in ogenschouw te worden genomen dat elk geval specifieke aspecten heeft, die maatwerk noodzakelijk maken. In zijn algemeenheid heeft de gemeente een regeling opgesteld die als uitgangspunt wordt genomen bij de toepassing van de rood voor groen regeling.
Inmiddels zijn 3 initiatieven zo concreet en in overeenkomsten vastgelegd dat deze in dit bestemmingsplan kunnen worden meegenomen. De ruimtelijke onderbouwingen voor deze initiatieven hebben afzonderlijk ter visie gelegen. Het betreft de volgende gevallen:
1. Fam. Voets Hustenweg 7.
In de toekomstige situatie wil de initiatiefnemer het bedrijf beëindigen. Dit houdt in dat de de vigerende agrarische bestemming wordt opgeheven. Verder worden de aanwezige opstallen gesloopt en erfverhardingen verwijderd. Tevens zal een reguliere pachtovereenkomst van gemeentegrond worden beëindigd en zal een deel van het bestaande agrarische bouwblok tot natuur worden bestemd.
Door deel te nemen aan een Landschapsinvesteringsregeling (Rood voor Groen regeling) wil de initiatiefnemer in ruil hiervoor twee woningen op het perceel realiseren. De bedrijfswoning blijft staan en zal de bestemming burgerwoning krijgen. De twee te realiseren woningen krijgen eveneens de bestemming burgerwoningen. Naast de twee woningen wordt er ook nog een bijgebouw gerealiseerd voor de, dan voormalige, bedrijfswoning. Dit bijgebouw heeft een oppervlakte van maximaal 120m². De nieuwe woningen krijgen een maximale inhoud van 750m³ en een bijgebouw met een maximale oppervlakte van 60m².
Tegen de ter visie gelegde ruimtelijke onderbouwing zijn geen zienswijzen ingediend. De ruimtelijke onderbouwing is als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan gevoegd.
2. Fam Van Doremalen, Empelseweg 30.
In de nieuwe situatie wordt het agrarisch gebruik en de exploitatie van de paardenhouderij en pensionstalling beëindigd. De eigenaar zal alleen hobbymatig nog enkele paarden gaan houden. Dit betekent dat de huidige twee stallen worden gesloopt. Achter de bestaande woning langs de Empelseweg worden twee nieuwe vrijstaande woningen en een nieuwe paardenstal met rijbak mogelijk gemaakt. Stedenbouwkundig uitgangspunt is om een erf te creëren waarbij beide woningen en de nieuwe stal gegroepeerd bij elkaar staan. Daarnaast wordt het erf landschappelijk ingepast in de omgeving. Dit gebeurt door rondom het erf beplanting aan te brengen in de vorm van bomen en struiken.
Behalve de beëindiging van de paardenhouderij en de sloop van de stallen brengt de eigenaar van Doremalen circa 6.800 m2 grond in voor de ontwikkeling van het kanaalpark. Deze gronden worden ingezet voor natuur. Aan de achterzijde van het nieuwe erf en langs het kanaal komt de ecologische verbindingszone van de Rosmalense Aa te liggen. Deze heeft hier een breedte van circa vijftig meter. De Rosmalense Aa krijgt hier het karakter van een bosbeek. Een ander deel van de gronden wordt ingezet om een nieuwe recreatieve route te maken vanaf de Empelseweg naar de Zuid-Willemsvaart. Op deze manier wordt het Kanaalpark toegankelijk gemaakt voor de bewoners aan de overzijde van de Empelseweg.
Het gedeelte direct ten noorden van het erf blijft in eigendom van de eigenaar en zal worden gebruikt als paardenweide. Daarbij is uitgangspunt dat deze qua inrichting onderdeel gaat uitmaken van de landgoederenzone. Daarom zijn er met de eigenaar afspraken gemaakt over de inrichting en het beheer van het terrein. Deze zullen ook worden opgenomen in de gebruiksregels van het ontwerp-bestemmingsplan Kanaalpark.
De ontsluiting van de locatie verloopt via de Empelseweg. Bij nieuwe woningen dient op eigen terrein in de benodigde parkeerbehoefte te worden voorzien. Voor vrijstaande woningen wordt een parkeernorm gehanteerd van 2 parkeerplaatsen per woning die op eigen terrein gerealiseerd moeten worden. De woning worden vrijstaand gebouwd. Daarmee kan voorzien worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Tegen de ter visie gelegde ruimtelijke onderbouwing zijn zienswijzen ingediend. deze zienswijzen vormen geen aanleiding om het initiatief te wijzigen. Voor de inhoudelijke beantwoording van de zienswijzen wordt verwezen naar Hoofdstuk 10.2 Inspraak. De ruimtelijke onderbouwing is als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan gevoegd.
3. Fam Coppens, Empelseweg 18
Op de Empelseweg 18 is een melkveehouderij met woning aanwezig geweest. Momenteel worden er alleen nog maar schapen gehouden. Er is nog één grote stal aanwezig met enkele kleinere schuurtjes. Totaal is er ca 575 m2 bedrijfsbebouwing aanwezig. het initiatief is er op gericht om de bestaande bedrijfsopstallen te slopen en de bestaande (bedrijfs)woning op termijn in oostelijke richting te verplaatsen. De agrarische bedrijfswoning zal worden omgezet naar een burgerwoning en het bedrijfsperceel wordt aan de agarische bestemming onttrokken. Op het perceel zal de bouw van 2 extra nieuwe woningen mogelijk worden gemaakt. De woningen krijgen een landelijk karakter en zullen aansluiten bij de bestaande bebouwingskarateristiek. Stedenbouwkundig uitgangspunt is om een soort van hof te creëren waarbij de 3 woningen en bijgebouwen gegroepeerd bij elkaar staan. Voor de nieuw te bouwen woningen gelden de volgende stedenbouwkundige uitgangspunten:
- één bouwlaag afgedekt met kap;
- bebouwing staat haaks op of parallel aan de Empelseweg;
- bebouwing vormt een ensemble;
- goothoogte van maximaal 3,5 m;
- nokhoogte van maximaal 8,5 m;
- minimaal 5 m uit de zijdelingese perceelsgrens blijven;
- parkeren op eigen erf;
- ontsluiting van één woning via de Heinis en de twee andere woningen via de Empelseweg;
- groene invulling achterterrein.
Dit stedenbouwkundig concept past in het integrale inrichtingsplan voor het Kanaal park. Mede door het slopen van de bestaande bedrijfsbebouwing en het inleveren van grond aan de gemeente levert het bouwplan op een indirecte wijze een bijdrage aan de realisering van het Kanaalpark. De intentieovereenkomst waarin de rood voor groen regeling is vastgelegd, is als een bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd (bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing).
De mogelijkheid bestaat dat op termijn de bestaande bedrijfswoning wordt gesloopt en wordt verplaats in oostelijke richting. Dit kan met een wijzigingsbevoegdheid mogelijk worden gemaakt.
Om het plan uit te voeren dient de rij italiaanse populieren te worden verwijderd. Dit zal in fasen gebeuren, al naar gelang waar er gebouwd gaat worden. De overige bomen van formaat blijven allemaal staan. Daarnaast worden er met houtwallen en hagen aangesloten op het omliggende landschap. Door het behoud van de waardevolle bomen en de aansluiting op het omliggende landschap ontstaat een evenwichtige groene ontwikkeling.
De ruimtelijke onderbouwing is als bijlage bij deze toelichting gevoegd.