direct naar inhoud van 3.1 Landschap en cultuurhistorie
Plan: Kanaalpark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002043-1401

3.1 Landschap en cultuurhistorie

Het plangebied doorsnijdt grofweg een drietal verschillende landschapstypen. In het noorden staat het landschap onder de invloed van de rivier de Maas. Op de holocene rivierafzettingen liggen de lage komgebieden en de hoger gelegen oeverwallen. Dan gaat het landschap geleidelijk over in de pleistocene Rosmalense dekzandvlaktes en dekzandruggen. Tenslotte bevinden zich in het zuiden de komgebieden van het oude Aadal.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0007.jpg"

Doorsnijding verschillende landschapstypen

3.1.1 De rivierpolders van de Maas

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0008.jpg"

Het gedeelte van het plangebied ten noorden van de Bruistensingel behoort tot het rivierengebied van de Maas. In de uiterwaarden heerst het regiem van de Maas. Ongeveer 8000 jaar geleden begon de stijgende zeespiegel zijn invloed uit te oefenen op de rivieren. De Maas ging hierdoor periodiek overstromen en sedimenten afzetten. De rivier ging steeds meer meanderen en kreeg geleidelijk steeds meer ruimte.

In de directe nabijheid van de rivier waren vaker overstromingen en grover sediment. Hier ontstonden meer zavelige rivierkleigronden en oeverwallen. Deze gronden waren uitermate geschikt voor het beoefenen van landbouw en vormden mede vanwege hun hogere ligging al vroeg aantrekkelijke bewoningslocaties. Om overstromingen te beperken werd de Maas in de late Middeleeuwen bedijkt. Bebouwing ging zich hierdoor direct langs de dijk concentreren. De uiterwaarden beslaan het buitendijkse gebied waar de rivier nog kan overstromen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0009.png"

Zicht op de rivierpolders van de Maas

Op de komafzettingen verder van de rivier ontstonden laag gelegen rivierkleigronden, de zogenaamde kalkhoudende poldervaaggronden. Deze gebieden vormen door hun kale, open karakter een tegenstelling met de begroeide en bewoonde oeverwallen. De openheid is kenmerkend voor de komgebieden. Ze zijn vaak pas laat in cultuur gebracht en worden gekenmerkt door een strokenverkaveling. Het grondgebruik is overwegend grasland. Door ruilverkavelingen in de vorige eeuw zijn de stroken veelal gebundeld, maar de oude patronen zijn nog goed zichtbaar. Het maaiveld ligt relatief laag en de grondwaterstand is er hoog. Verspreid staan bosjes, groepjes wilgen en lokaal rietkragen. Dit landschap vindt men tussen de Hustenweg en Intratuin. Na de bedijkingen van de Maas en het buiten werking stellen van de zogenaamde overlaten heeft men het aangedurfd om boerderijen en woningen in de polder te bouwen.

In de komgronden staan twee grotere bebouwingsclusters. Dat zijn de Intratuin en het voormalige Proefstation voor de Varkenshouderij. Het proefstation gaat geheel verscholen achter het groen. Het landschap waaiert vanaf de Intratuin gezien steeds breder uit naar het noorden. Het wordt in het westen begrensd door de woonbebouwing van Empel en door de Rosmalense Plas met zijn bosrijke karakter. Aan de oostzijde vormt de Groote Wielen de begrenzing. Naarmate de bebouwing van de Groote Wielen verder wordt voltooid zal deze als een duidelijke bebouwingswand aan het gebied komen te liggen.

Langs de slingerende Empelsedijk liggen enkele wielen met opgaande begroeiing. Richting Gewande is er sprake van een mate van beslotenheid. Hier bevinden zich boerderijen en woningen die afgewisseld worden met boomgaarden en tuinen. Het landschapsbeeld wordt verrijkt met doorkijkjes en vergezichten richting de uiterwaarden, de polder en de Koornwaardplas. De Koornwaardplas is gegraven met het oog op zandwinning. Er ligt een initiatief om de plas weer te verondiepen met slib en onbruikbaar zand. Daarbij is het idee om de plas en de directe omgeving op te leveren als een aantrekkelijk natuur- en recreatiegebied. Naast de Koornwaard ligt een grote vuilstort. Deze is door Rijkswaterstaat in 2009-2010 met behulp van damwanden 'ingepakt'. Bovenop is afdekkende leeflaag aangebracht. Hiermee is het risico van verspreiding van verontreinigende stoffen letterlijk en figuurlijk ingedamd.

3.1.2 De Rosmalense dekzandruggen

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0010.jpg"

Tussen de de Bruistensingel en de A59 maakt het plangebied deel uit van de dekzandrug tussen 's-Hertogenbosch en Oss. De open ruimte op de dekzandrug is hier op zijn smalst. De bebouwing van Rosmalen en 's-Hertogenbosch naderen elkaar hier dicht.

Op de overgangen tussen de lager gelegen riviergronden en de hogere zandgronden ontstonden in de IJzertijd en de Romeinse tijd de eerste nederzettingen. Zo is de stad 's-Hertogenbosch gebouwd op hoger gelegen dekzandkopjes en ook Rosmalen ligt op de flank van de oostwest gelegen dekzandrug. De dekzandruggen bestonden uit podzolgronden en waren begroeid met bossen. Later werd door middel van bemesten (met plaggen) een deel omgezet in landbouwgronden (enkeerdgronden). Het gebied is lange tijd een kleinschalig kampenlandschap geweest met bossages, akkers en enkele weilanden.

Langs de westrand van Rosmalen loopt ondergronds de oude fortenlinie Stelling van Hintham. Deze werd rond 1838 aangelegd met als doel verdediging van de stad 's-Hertogenbosch. De forten werden verbonden met een stelsel van veelal bestaande dijken. In 1886 verviel deze verdedigingsfunctie en raakten de forten in verval.

Het gebied tussen de Graafsebaan en Bruistensingel

Het gebied tussen A2 en Rosmalen en tussen de Graafsebaan en Bruistensingel is sterk gefragmenteerd. Typisch zijn de twee wat hoger gelegen wegen de Heinis en de Burg. Jhr. Von Heijdenlaan. Deze omsluiten een soort komvormige laagte. De dijkjes zijn deels gelegen op uitlopers van de dekzandrug en deels opgeworpen vanwege de strijd tegen het water. De dijkjes zijn onderdeel van onder andere de 'stelling van Hintham' en de 'linie van 1629'. Langs de Heinis liggen verspreid enkele woningen en boerderijen op 'terpen' of op natuurlijke hoogtes in het landschap. De Heinisdijk is één van de oudste landschappelijke lijnen die nog duidelijk zichbaar is in het huidige landschap. Via deze dijk kon je van Rosmalen naar 's-Hertogenbosch komen.De Burgemeester J.H.R. von Heijdenlaan is eveneens een oude verbinding tussen de van oudsher bewoonde gebieden.

Het landschap is relatief open ondanks de verspreide bebouwing van voormalige boerderijen en burgerwoningen. De stad 's-Hertogenbosch is zichtbaar nabij. Rosmalen kent een groene dorpsrand met de Heer en Beekstraat en de Empelse weg als duidelijke begrenzing. Langs de Heer en Beekstraat bevinden zich landhuizen en villa's in het groen. Meer naar het noorden, langs de Empelseweg, maakt het gebied nu een rommelige indruk. Het landbouwkundige belang neemt steeds verder af door autonome ontwikkelingen, de ligging nabij de stad of Rosmalen en natuurlijk de komst van het kanaal. Door het wegvallen van de primair agrarische functie hebben zich hier allerlei typische stadsrandverschijnselen voorgedaan. Er bevinden zich verspreid burgerwoningen, bedrijfsgebouwtjes, schuren voor opslag en boomteelt. In het landschap zijn verspreid wat houtopstanden aanwezig. Deze zijn voornamelijk gekoppeld aan erven en infrastructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0011.png"

Empelseweg

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0012.jpg"

Heinis met aanliggende bebouwing

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0013.png"

De stad in zicht

Het gebied Graafsebaan e.o.

De naam Graafsebaan verwijst naar de weg naar Grave. Over de macadamweg kwam het verkeer van en naar de stad. Het dateert van eind jaren dertig. Het kaarsrechte beloop van de Graafsebaan is onder Napoleon (rond 1810) bepaald. De ligging is logisch als men het bekijkt vanuit het landschap. Het is de enige hooggelegen en droge verbinding met de stad.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0014.png"

Napoleon-tracé op dekzandrug

Tussen de A59 en de nieuwe Graafsebaan staat het landschap sterk onder druk. Naast een historische lintbebouwing langs de Graafsebaan bevinden zich hier de grootschalige complexen van gebouwen en parkeervoorzieningen van onder andere Heijmans en de Harense Smid. Ook de A59 en de A2 hebben een grote invloed op de beleving van het gebied. Deze stedelijke knoop heeft er voor gezorgd dat er geen enkele landschappelijke relatie meer bestaat tussen het beekdal van de Aa met aangrenzende landgoederenzone en het zand- en rivierenlandschap richting het noorden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0015.jpg"

Heijmans met A59

3.1.3 De beekdalen van de Aa

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0016.jpg"

Aadal en landgoederenzone

De landgoederenzone ten zuiden van de A59 behoort tot het dekzandlandschap. Het gebied ten zuiden van de dekzandruggen wordt gekenmerkt door het stroomgebied van de Aa. Ter hoogte van het huidige landgoed De Wamberg lopen de landschappen geleidelijk in elkaar over. Hoge dekzandruggen wisselen zich af met natte laagten en beken. Op de hogere delen werd vanaf de IJzertijd en de Romeinse tijd gewoond. Er zijn nog restanten van deze vroege bewoning in de ondergrond. Het beekdal tussen Berlicum en 's-Hertogenbosch is relatief open. Er bevinden zich verspreide boerderijen. Het grondgebruik is overwegend agrarisch in de vorm van grasland. De landgoederen De Wamberg en Coudewater zijn besloten. Het landschap kenmerkt zich door (historische) bebouwing, bos, houtwallen en bomenrijen langs fraaie lanen. Lokaal liggen er kleine beekjes zoals de Wambergse Beek en waterpartijen (grachten, vijvers e.d.). Naast beken liggen er ook enkele weteringen, die zorgen voor de afvoer van water uit het achterland. Het landschap rond de Groote wetering is relatief open en contrasteert met het besloten karakter van Landgoed De Wamberg en Landgoed Coudewater. Op Coudewater wisselen historische en moderne gebouwen elkaar af. Voor Coudewater is een masterplan opgesteld dat voorziet in herontwikkeling van het landgoed, een golfbaan en landschapsbouw. Hiervoor wordt een afzonderlijk bestemmingsplan opgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0017.png"

Landgoed Coudewater

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0018.png"

Zicht op beekdal van de Aa

afbeelding "i_NL.IMRO.0796.0002043-1401_0019.png"

Verspreide boerderijen in het beekdal

Stenenkamerplas

In de oksel van de A2, A59 en het bedrijventerrein De Brand liggen de Stenenkamerplas en een zandvang. Beide plassen komen ten westen van het nieuwe kanaal te liggen. De Stenenkamerplas is in gebruik als visplas. De zandvang vangt zand in dat via de Aa wordt aangevoerd. De zandvang zit op dit moment vol. Een fietspad loopt om het plassengebied heen en sluit aan op bedrijventerrein De Brand en loopt langs de StadsAa richting het centrum van de stad.