direct naar inhoud van 10.1 Vooroverleg
Plan: Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0796.0002025-1501

10.1 Vooroverleg

Voorontwerpbestemmingsplan

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de volgende instanties:

  • Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving van Noord-Brabant;
  • Rijkswaterstaat, directie Noord-Brabant;
  • Ministerie van LNV;
  • Waterschap Aa en Maas;
  • Waterschap De Dommel;
  • VROM-inspectie regio Zuid;
  • Stichting Wijkraad Zuid.

Er zijn schriftelijke reacties ontvangen van de Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving, Rijkswaterstaat, Waterschap Aa en Maas, Waterschap De Dommel en de VROM-inspectie regio Zuid ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan Zuid.

Hieronder zal op deze reacties nader worden ingegaan. De overige vooroverleginstanties hebben niet gereageerd.

Opmerking ingebrachte opmerkingen in het kader van het vooroverleg

Commentaar gemeentelijk commentaar

1. De Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving van de provincie Noord-Brabant

Opmerking

Bij de afweging van de provinciale belangen, zijn de Interimstructuurvisie Brabant in Ontwikkeling en de Paraplunota ruimtelijke ordening in aanmerking genomen. Deze documenten consolideren inhoudelijk grotendeels de beleidsuitgangspunten zoals neergelegd in het streekplan 2002.

In de beleidsbrief Handleiding Ruimtelijke Plannen; bedrijventerreinen, kantoren, voorzieningen en detailhandel is het provinciaal beleid verder uitgewerkt. Uitgangspunt is dat vanuit zuinig ruimtegebruik op bedrijventerreinen in de stedelijke regio's in het algemeen geen milieucategorie 1 en 2 bedrijfsactiviteiten op bedrijventerreinen gewenst zijn. In onderhavig bestemmingsplan zijn binnen de bestemming 'Bedrijventerrein' in de milieucategorie 1, 2 en 3 rechtstreeks toegestaan. Het betreft een bestaand bedrijventerrein dat volledig is uitgegeven. Vanuit zuinig ruimtegebruik dient bij vertrek van bestaande bedrijven hervestiging in de milieucategorie 1 en 2 te worden uitgesloten. De directie verzoekt de bestemmingsregeling hierin te laten voorzien door de planregels aan te vullen met een wijzigingsbevoegdheid.

De directie komt tot de conclusie dat met de ontwikkeling van dit bestemmingsplan de provinciale belangen op onvoldoende wijze zijn geborgd. Hervestiging van bedrijven in de milieucategorie 1 en 2 dient te worden uitgesloten.

Commentaar

De opmerking van de dROH wordt niet overgenomen nu er redenen zijn om in dit bestemmingsplan de bedrijvigheid in categorie 1 en 2 op te nemen.

Beheersbestemmingsplan

Allereerst wordt opgemerkt dat het bestemmingsplan 'Zuid' een beheersbestemmingsplan is. Dit houdt in dat het de bestaande situatie vastlegt, waarbij rekening wordt gehouden met het vigerende bestemmingsplan alsmede met het bestaande gebruik. In de vigerende bestemmingsplannen wordt geen onderscheid gemaakt in bedrijven en de toegestane categorieën. Bedrijven in milieucategorie 1 en 2 zijn in de vigerende bestemmingsplannen dan ook rechtstreeks toegestaan.

Bovendien heeft in de voorbereiding van onderhavig bestemmingsplan een inventarisatie plaatsgevonden waarbij is bekeken, welke bedrijven reeds op onderhavig bedrijventerrein zijn gevestigd. Hierin komen diverse bedrijven in de milieucategorie 1 en 2 voor. Aan de hand van deze inventarisatie van de bestaande gevestigde bedrijven is de Staat van bedrijfsactiviteiten – bedrijventerrein opgesteld. Hiermee zijn de bestaande bedrijven dan ook rechtstreeks toegelaten in dit bestemmingsplan. Het uitsluiten van deze bedrijven zou dan ook kunnen leiden tot planschadeclaims.

Op het bedrijventerrein Zuid '66 zijn daarnaast een tweetal bedrijven gevestigd die vallen onder de definitie 'zware bedrijven'. Deze bedrijven vallen in de categorie 4.2 en betreffen een betonmortelcentrale en een melkproductenfabriek. Vanwege de aanwezigheid van deze twee bedrijven moet het bedrijventerrein Zuid worden aangemerkt als een (middel) zwaar bedrijventerrein.

De aanwezige bedrijven zijn conform de huidige situatie met een aanduiding bestemd, nu het niet wenselijk is hier andere zware bedrijvigheid toe te staan gezien de korte nabijheid van woningen.

Bovendien is in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten – bedrijventerrein', welke gekoppeld is aan de regels, bedrijfsmatige uitoefening van administratieve diensten, detailhandel, horeca, maatschappelijke voorzieningen en leisurevoorzieningen, voor zover niet direct verband houdend met een of meer op het desbetreffende terrein gelegen bedrijven, uitgesloten.

Bij het opstellen van de Staat van Bedrijfsactiviteiten – bedrijventerrein is dan ook aangesloten bij de huidige situatie en is derhalve maatwerk geleverd om oneigenlijk gebruik zo veel als mogelijk uit te sluiten.

2. Rijkswaterstaat

Opmerking 1

Rijkswaterstaat verzoekt om bouwplannen richting de A2 aan de wegbeheerder voor te leggen ter consultatie en hierbij binnen het plan een overlegzone op te nemen van 75 meter aan weerszijden van de A2, conform het bestemmingsplan Maaspoort/Oud Empel.

Op pagina 25 wordt bijvoorbeeld gesproken over de druk op het ontwikkelen van alternatieve locaties, nu Kloosterstraat als ontwikkellocatie niet doorgaat. De gemeente spreekt over toenemende druk op locaties als Meerendonk en Avenue2, waarbij langs de A2 kantoorachtige gebouwen zijn voorzien.

Commentaar

Het bestemmingsplan “Zuid” is een beheersbestemmingsplan. Dit houdt in dat het de bestaande situatie vastlegt, waarbij rekening wordt gehouden met het vigerende bestemmingsplan. De in het bestemmingsplan “Zuid” opgenomen bouw- en gebruiksmogelijkheden voor de door Rijkswaterstaat genoemde gronden bestonden reeds onder de vigerende bestemmingsplannen “Zuid 1966'. Door het vastleggen van de bestaande vigerende situatie zijn bestaande rechten overgenomen. Indien en voor zover er gronden binnen een straal van 75 meter van de weg liggen, blijven de bouwmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan bestaan en zijn deze als zodanig overgenomen in dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan “Zuid” perkt derhalve geen bestaande rechten in. Het advies van Rijkswaterstaat wordt derhalve niet overgenomen.

Overigens wordt opgemerkt dat, indien er nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in procedure worden gebracht nabij de Rijksweg A2, de gemeente deze plannen vanzelfsprekend aan Rijkswaterstaat zal voorleggen in het kader van het wettelijk vooroverleg en per ontwikkeling zal bezien of Rijkswaterstaat reeds in een eerder stadium dan het vooroverleg dient te worden betrokken. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij het projectbesluit 'Kantoorontwikkeling Meerendonkweg'. Nieuwe ontwikkelingen binnen een straal van 75 meter van de Rijksweg A2 worden in dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt en op dit moment spelen er geen concrete ruimtelijke ontwikkelingen in deze zone. Het informeren van Rijkswaterstaat is dan ook op dit moment niet aan de orde.

Opmerking 2

Ondanks het beheerskarakter van het plan worden er toch ontwikkelingsmogelijkheden voorgesteld, zoals bijvoorbeeld op pagina 23 (bebouwing langs het kanaal). Rijkswaterstaat verzoekt in ieder geval een beheer- en onderhoudzone van 10 meter om onderhoud van het kanaal mogelijk te maken.

Commentaar

Het bestemmingsplan 'Zuid' is een beheersplan. In de toelichting, die niet juridisch bindend is, zijn een aantal visies opgenomen over mogelijke ontwikkelingen die in de toekomst worden voorzien. Echter, deze ontwikkelingen zijn thans niet concreet en zijn ook niet juridisch-planologisch mogelijk gemaakt in onderhavig (beheers)bestemmingsplan. In de verbeelding en regels zijn immers de bouw- en gebruiksmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan overgenomen. Er wijzigt dan ook niets ten opzichte van de huidige situatie.

Bovendien zijn op de gronden binnen een zone van 10 meter van de Zuid-Willemsvaart in het plangebied van dit bestemmingsplan vrijwel overal de bestemmingen 'Verkeer' en 'Groen' gelegen, waarbinnen het oprichten van bouwwerken en gebouwen slechts binnen beperkte voorwaarden is toegestaan. Daar waar de bestemming anders is dan 'Verkeer' of 'Groen' is de vigerende bestemming opgenomen met bijbehorende bouw- en gebruiksmogelijkheden. Hierin verandert derhalve niets ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan en de huidige situatie. Bovendien zijn binnen elke bestemming de functies water en waterhuishoudkundige voorzieningen als ondergeschikte functies toegelaten en kan het beheer- en onderhoud gewoon plaatsvinden.

Het opnemen van een beheer- en onderhoudzone is dan ook niet noodzakelijk en de opmerking wordt dan ook niet overgenomen.

Opmerking 3

In hoofdstuk 7 wordt gesproken over de waterbeheerder. Rijkswaterstaat is beheerder van de Zuid-Willemsvaart. Rijkswaterstaat verzoekt om hen te betrekken bij de watertoets en het inzichtelijk maken van de plannen voor de Zuid-Willemsvaart.

Commentaar

In het bestemmingsplan 'Zuid' worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die van invloed zijn op de Zuid-Willemsvaart. De huidige situatie van de Zuid-Willemsvaart, alsmede de gronden daaromheen, zijn vastgelegd in het bestemmingsplan. Nieuwe bouw- en/of gebruiksmogelijkheden worden niet geboden. Indien er nieuwe plannen worden ontwikkeld, en daarvoor een planologische procedure wordt gestart welke invloed hebben op de Zuid-Willemsvaart, dan wordt Rijkswaterstaat in het kader van de watertoets en het wettelijk verplichte vooroverleg vanzelfsprekend betrokken.

3. Waterschap Aa en Maas

Opmerking 1

In het plan wordt een aantal ontwikkelingen op korte termijn beschreven (blz. 79). Bijbehorende hoeveelheden aan toename verhardingsoppervlak resulterend in m3 wateropgave zijn echter niet in het plan opgenomen.

Commentaar

In het voorontwerpbestemmingsplan 'Zuid' waren een drietal ontwikkelingen opgenomen.

De kantoorontwikkeling aan de Meerendonkweg heeft inmiddels een eigen planologische procedure doorlopen, waarbij bovenstaande opmerking van het waterschap reeds is beantwoord. Het project wordt in onderhavig bestemmingsplan niet meer beschouwd als nieuwe ontwikkeling.

Het project Sint Janslyceum 'Uitbreiding leslokalen en realisering sporthal' doorloopt ook een eigen procedure. Bovengenoemde opmerking zal dan ook in deze procedure worden beantwoord.

Ten aanzien van de vrije kavel aan de Geert Grootestraat is in de waterparagraaf het volgende toegevoegd:

In het plan wordt het principe gehanteerd dat afvalwaterstroom en regenwaterstroom gescheiden worden aangeleverd en dat het regenwater zoveel als mogelijk op het terrein wordt vastgehouden en geïnfiltreerd. De toename verhard oppervlak kan maximaal 267 m2 bedragen, het bouwvlak is 356 m2 groot en mag voor maximaal 75% worden bebouwd. Op basis van voorgenoemde getallen betekent dit een compensatie bij een waterhoogte van 0,3 meter, dat er circa 25 m2 moet ingericht worden voor watercompensatie. Dit houdt in dat er een totale bergingscapaciteit van 7,5m³ gerealiseerd dient te worden. Dit zou kunnen door bijvoorbeeld kratten en/of bergingskelders. Bij de uitgifte van de kavel kunnen hier voorwaarden aan gesteld worden. Uiteraard komen de kosten van bovenstaande maatregelen voor rekening van de ontwikkelaar.

Opmerking 2

Er zijn geen 'water en waterhuishoudkundige voorzieningen' opgenomen in de bestemming 'Wonen-Woonwagenstandplaats'.

Commentaar

De ondergeschikte voorzieningen bij de bestemming 'Wonen-Woonwagenstandplaats' zijn aan de regels worden toegevoegd. Hiermee zijn dan ook 'water en waterhuishoudkundige voorzieningen' mogelijk.

Opmerking 3

Met het oog op het vermijden van wateroverlast, adviseert het waterschap na te gaan wat er op de nieuwe ontwikkelingslocaties met het water gebeurt bij een T=100(+10%)-bui.

Commentaar

Bovenstaande opmerking heeft thans slechts betrekking op de ontwikkeling 'vrije kavel aan de Geert Grootestraat' nu in het kader van de afzonderlijke planologische procedures van het Sint Janslyceum en de kantoorontwikkeling aan de Meerendonkweg bovenstaande opmerking reeds beantwoord zijn en zullen worden.

De gemeente 's-Hertogenbosch heeft conform het in 2009 vastgestelde GRP- budget gereserveerd voor een klimaatscan stadsbreed. Het gebied Zuid, waar de projectlocatie onder valt, is gebruikt als pilot voor de rest van de stad.

Ten aanzien van de vrije kavel aan de Geert Grootestraat is op basis van de pilot geen noodzaak om aanvullende maatregelen te nemen.

Opmerking 4

Het aantal uitgangspunten dat het waterschap hanteert bij ruimtelijke ontwikkelingen is acht in plaats van de zes die nu in het voorontwerp zijn opgenomen.

Commentaar

Het advies wordt overgenomen en de uitgangspunten zijn in de waterparagraaf aangevuld.

Opmerking 5

Er dient een keurontheffing (in de toekomst watervergunning) te worden aangevraagd als het afgekoppelde verhard oppervlak groter is dan 2000 m2.

Commentaar

In het ontwerpbestemmingsplan 'Zuid' is nog slechts één nieuwe ontwikkeling opgenomen. Voor de vrije kavel aan de Geert Grootestraat blijft het verhard oppervlak onder de 2000 m2. Het aanvragen van een keurontheffing, hetgeen overigens een plicht is van de initiatiefnemer en dan ook geen onderdeel van de watertoets behoeft te zijn, is voor deze ontwikkeling dan ook niet aan de orde.

4. VROM-Inspectie

Opmerking

Het voorontwerpbestemmingsplan 'Zuid' geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Commentaar

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.

5. Waterschap De Dommel

Opmerking

Het waterschap geeft een positief wateradvies. Het voorontwerpbestemmingsplan 'Zuid' geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.

Commentaar

De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.