18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin - Haerens Hof' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen
Uitsluitend uitbouwen en erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd, mits:
-
a. de horizontale diepte niet meer bedraagt dan 1,5 meter, met dien verstande dat de diepte niet meer bedraagt dan 50% van de diepte van de gronden bestemd tot Tuin;
-
b. de breedte niet meer bedraagt dan 60% van de breedte van de voorgevel;
-
c. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
-
d. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 meter.
18.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal voor:
-
a. erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn van het hoofdgebouw 1 meter;
-
b. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw 2,25 meter;
-
c. pergola's 2,25 meter;
-
d. vlaggenmasten 6 meter;
-
e. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,75 meter.
18.2.3 Reclame-uitingen beroep aan huis
Reclame-uitingen ten behoeve van een beroep aan huis voldoen aan de volgende kenmerken:
-
a. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 0,20 m²;
-
b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 1,20 meter.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 18.2.1 voor het bouwen van al dan niet vrijstaande overkappingen behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits:
-
a. de horizontale diepte gemeten vanaf de voorgevellijn maximaal 1 meter is, met dien verstande dat:
-
1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 25 m2;
-
2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
-
3. er maximaal 1 overkapping wordt opgericht;
-
b. een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a kan slechts worden verleend, mits:
-
1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
-
2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.