direct naar inhoud van Artikel 16 Sport
Plan: Kom Haaren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0788.BPHaaren-VA02

Artikel 16 Sport

16.1 Bestemmingsomschrijving
16.1.1 Algemeen

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportactiviteiten;
  • b. gebouwen ten behoeve van sportieve doeleinden, met de daarbijbehorende voorzieningen, zoals een kantine;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege;

met bijbehorende, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, horeca, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

16.1.2 Bedrijfswoningen

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak, met dien verstande, dat buiten het bouwvlak gebouwen ten behoeve van opslag, stalling en onderhoud zijn toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 150 m2 per bestemmingsvlak en een bouwhoogte van maximaal 3 m;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven maximale bebouwingspercentage.

16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal voor:

  • a. speelinstallaties, lichtmasten en ballenvangers 8 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m.
16.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.2.2 onder avoor het toestaan van lichtmasten met een een maximale bouwhoogte van 18 m, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.