Plan: | Heisteeg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0785.BP2010012Heisteeg-vg01 |
Het stedenbouwkundig plan bestaat uit maximaal 64 kavels, verdeeld over:
De nieuwe uitbreiding vormt de overgang tussen enerzijds het lint en anderzijds het landschap en er wordt een dorps en groen woonmilieu voorgesteld. Er is gestreefd naar een mix van woningtypes en kavelgroottes, waardoor de nieuwe woonbuurt een informele indruk geeft. Ook de tuinen spelen een belangrijke rol bij het verkrijgen van een groene, aantrekkelijke woonomgeving. In de tuinen is ruimte voor beplanting en groene erfafscheidingen zorgen voor een natuurlijke overgang tussen de kavels. Door de verschillende kavelgroottes en door te verspringen met rooilijnen wordt ook hierin zoveel mogelijk gevarieerd.
Het gebied vormt straks de nieuwe dorpsrand van Riel. De diversiteit in alle bovengenoemde ingrediënten zorgt voor een afwisselende dorpsrand, waar rood en groen elkaar ontmoeten en versterken.
Naast stedenbouwkundige aspecten speelt ook de architectuur een belangrijke rol. Hiervoor geldt dat deze aansluit op de typische dorpse architectuur in Riel. In een dorp is binnen de grote verscheidenheid ook een gemeenschappelijke deler te onderscheiden in kleurstelling, materiaalgebruik en bouwperiode. Voor deze informatie wordt verwezen naar het beeldkwaliteitsplan
Het woningbouwprogramma bestaat uit 44 vrijstaande woningen en 20 twee-onder-een kapwoningen. Voor de verschillende woning typologieën gelden specifieke beeldkwaliteitseisen. Binnen het programma voor vrijstaande woningen wordt een tweetal woningtypes onderscheiden; 34 dorpswoningen en 10 langgevelboerderijen. Binnen de categorie dorpswoningen zijn 7 kavels aangewezen, waarop een modern/eigentijdse vormgeving zou passen. Van deze 7 kavels valt er één binnen de wijzigingsbevoegdheid, waardoor er maar 6 zijn aangeduid op de verbeelding.
De langgevelboerderijen zijn op de verbeelding aangeduid door middel van de aanduiding "sba-vrij1". De 6 woningen die een moderne, eigentijdse vormgeving mogen krijgen zijn op de verbeelding aangeduid middels de aanduiding 'specifkieke bouwaanduiding - afwijkende dakvorm'.
De twee woningtypes die zich onderscheiden, verschillen in de goot- en bouwhoogte. Voor de twee-onder-één kapwoningen en vrijstaande woningen die onder de dorpswoningen vallen geldt een maximale goothoogte van 6 meter en een maximale bouwhoogte van 11 meter. Het andere woningtype is geïnspireerd op de streekeigen langgevelboerderij. Langgevelboerderijen komen van oudsher in de omgeving voor en zijn door uitbreidingen van dorpen ook onderdeel uit gaan maken van de dorpsbebouwing. Bij de woningen die zijn geïnspireerd op deze streekeigen langgevelboerderijen geldt een maximale goothoogte van 3,5 meter en een maximale bouwhoogte van 9,5 meter. De dorpswoningen waarbij ook een moderne architectuur is toegestaan, kunnen zich onderscheiden door een afwijkende dakvorm. Daarbij kan gedacht worden aan een plat dak of een combinatie van een plat dak en een hellend dakvlak. Bungalow-achtige woningen van één bouwlaag met een plat dak zijn uitgesloten. Deze woningen zijn op de verbeelding weergegeven met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende dakvorm'.
Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen hoofd- en bijgebouwen zowel in uitstraling, massa en positie. Bijgebouwen zijn vrijstaand of als ondergeschikte massa tegen het hoofdgebouw aan geplaatst of als onderdeel van het hoofdgebouw.
Het bijgebouw dient te allen tijde, dus zowel als het tegen het hoofdgebouw aangebouwd wordt of als het bijgebouw vrijstaand wordt gebouwd, minimaal 5 meter achter de voorgevel geplaatst te worden.
Voor het woningtype geïnspireerd op de langgevelboerderij worden aan- en uitbouwen aan de voor- en zijkanten niet passend gevonden, zij worden 'los' geplaatst ter ondersteuning van de architectuur. Ook de toepassing van erkers en serres past niet bij dit woningtype.
Voor de overige woningtypen geldt dat aan- en bijbouwen achter de voorgevel gebouwd worden, met uitzondering van entreepartijen en erkers, deze mogen maximaal 1 meter voor de voorgevel gebouwd worden. De aan- en bijgebouwen worden in dezelfde stijl en materiaalgebruik als het hoofdgebouw vormgegeven. De maximale goothoogte is 3,25 meter en de maximale bouwhoogte is 5 meter.