direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Tilburgseweg 153
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0785.BP2010001Brederode-oh01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. erven, tuin en verhardingen;
  • c. parkeren;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. de woning en/of daarbij behorende aangebouwde bijgebouwen mogen tevens worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande, dat maximaal 30% van het bestaande vloeroppervlak van de woning en/of aangebouwde bijgebouwen tot een oppervlakte van maximaal 60 m², mag worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
  • f. de woning en/of daarbij behorende aangebouwde bijgebouwen mogen tevens worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, met dien verstande, dat maximaal 30% van het bestaande vloeroppervlak van de woning en/of de aangebouwde bijgebouwen, tot een oppervlakte van maximaal 60 m², mag worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
  • g. aangebouwde bijgebouwen mogen worden gebruikt voor wonen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. toegestaan zijn:
    • 1. woningen;
    • 2. daarbij behorende bijgebouwen;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. buiten het bouwvlak en het gebied ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' [bg] mogen geen gebouwen worden gebouwd;
  • c. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak, tot een verticale diepte van maximaal 5 meter;
  • d. een bouwperceel mag voor niet meer dan 60% worden bebouwd.

3.2.2 De woning

Voor het bouwen van het hoofdgebouw, zijnde de woning, gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw zijn ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' [vrij]: uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
  • b. woningen zijn uitsluitend toegestaan binnen een bouwvlak;
  • c. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan zoals ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' staat aangegeven;
  • d. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' mag de goothoogte van gebouwen niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan in het bouwvlak is aangegeven;
  • g. de woning dient met de voorgevel in of op een afstand van niet meer dan 2 meter uit het naar de weg gekeerde deel van de begrenzing van het bouwvlak te worden gebouwd.

3.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. bijgebouwen mogen worden gebouwd binnen het bouwvlak en op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' [bg];
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag bij een bouwperceel kleiner dan 150 m² niet meer bedragen dan 50 m²;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag bij een bouwperceel van 150 m² tot 200 m² niet meer bedragen dan 60 m²;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag bij een bouwperceel van 200 m² tot 250 m² niet meer bedragen dan 68 m²;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag bij een bouwperceel van 250 m² tot 500 m² niet meer bedragen dan 75 m²;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag bij een bouwperceel van 500 m² of meer niet meer bedragen dan 100 m²;
  • g. de goothoogte van bijgebouwen mag maximaal 3,25 meter bedragen;
  • h. de bouwhoogte van bijgebouwen mag maximaal 5 meter bedragen.

3.2.4 Carports

Voor het bouwen van een carport gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van een carport mag niet meer dan 30 m2 bedragen;
  • b. de carport dient minimaal 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning te worden gebouwd;
  • c. carports moeten grotendeels worden opgericht naast de zijgevel van de woning;
  • d. op een bouwperceel mag maximaal één carport worden opgericht;
  • e. de bouwhoogte van een carport mag niet meer dan 3,25 meter bedragen.

3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van overige erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van overige erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van antenne- en vlaggenmasten mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die buiten het op de plankaart aangegeven 'bijgebouwen' [bg] mag niet meer dan 1,5 meter bedragen met een bruto-vloeroppervlakte van 2 m2;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die binnen het op de plankaart aangegeven 'bijgebouwen' [bg] mag niet meer dan 3,25 meter bedragen;
  • e. zwembaden mogen uitsluitend worden gebouwd op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' [bg].

3.3 Specifieke gebruiksregel

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.