direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
Plan: Woongebied Rijen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPWoongebiedRijen-VG01

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen;
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. bushaltes inclusief bijbehorende abri's;
  • d. een onderdoorgang: ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • e. gemeentelijk monument: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument';
  • f. een kunstwerk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstwerk';
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. ondergrondse voorzieningen zoals bergbezinkbassins, drinkwatervoorzieningen en (hoofd)riolering;
  • j. groenvoorzieningen, inclusief waterpartijen en -gangen, kunstwerken, kunstobjecten, speeltoestellen en straatmeubilair.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van verlichtings- en vlaggenmasten en bewegwijzering mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • b. De bouwhoogte van een kunstwerk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstwerk' mag ten hoogste 5 meter bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 6 meter bedragen;
  • d. overkappingen, anders dan abri's en fietsenstallingen, zijn niet toegestaan.
15.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de schoorsteen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geheel of gedeeltelijk te slopen;
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.3 onder a kan slechts worden verleend, indien door het afbreken van bouwwerken de cultuurhistorische waarden van deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterken en/of herstel van die waarden niet worden verkleind;
  • c. In afwijking van het bepaalde in artikel 15.3 onder b kan een omgevingsvergunning verleend worden als op basis van technische en economische overwegingen instandhouding van het bouwwerk redelijkerwijs niet verlangd kan worden;
  • d. Het bepaalde in artikel 15.3 onder a is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden die het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.