direct naar inhoud van Artikel 14 Sport
Plan: Woongebied Rijen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0784.BPWoongebiedRijen-VG01

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden en water zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt;

  • c. gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals, nutsvoorzieningen, toegangswegen, paden, bruggen en duikers, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 100% bebouwd worden tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bebouwingspercentage (%)' een ander maximaal bebouwingspercentage is aangegeven;
  • c. het hoofdgebouw dient te worden afgedekt met en plat dak of door een hellend dakvlak, met dien verstande dat de helling minimaal 35º en maximaal 60º bedraagt;
  • d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.
14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2,5 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van speeltoestellen en tribunes mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van verlichtings- en vlaggenmasten en ballenvangers mag niet meer dan 10 meter bedragen;
  • d. De bouwhoogte van andere bouwwerken, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
14.3 Nadere eisen
14.3.1 Eisen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de bebouwingsdiepte, hoogte en de dakvorm van hoofd- en bijgebouwen en van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

14.3.2 Voorwaarden
  • a. De onder artikel 14.3.1 genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met inachtneming van de bebouwingsregels:
    • 1. indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit, het stedenbouwkundig beeld en handhaving van het historisch beeld dan wel indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en/of architectonische inpassing in de bestaande bebouwing;
    • 2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 3. voor het behoud van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol pand'.
  • b. Van een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige samenhang is sprake als door een bebouwings- of gebruiksinitiatief:
    • 1. de karakteristiek van de openbare ruimte wordt aangetast;
    • 2. de diversiteit (qua verschijning, functie of tijdsbeeld) en de historische of stedenbouwkundige betekenis van de bebouwing wordt aangetast.
14.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik van de grond wordt in ieder geval verstaan:

  • a. tijdelijke of permanente bewoning;
  • b. het gebruik als standplaats voor woonwagens;
  • c. het gebruik als kampeerterrein;
  • d. seks- en/of pornobedrijf en prostitutie.