direct naar inhoud van Artikel 29 Waterstaat - Waterkering
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0779.RDBPbuitengebied-vs01

Artikel 29 Waterstaat - Waterkering

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. het treffen van voorzieningen ten behoeve van het kwantitatieve waterbeheer;
  • b. behoud, bescherming en het vervullen van een waterkerende functie, onder meer door middel van de aanleg en instandhouding van een dijklichaam.
29.2 Bouwregels

Ten aanzien van bebouwing, zijn op of in de in 29.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming.

29.3 Afwijken van de bouwregels
29.3.1 Omgevingsvergunning bouwen gebouwen t.b.v waterkering

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 29.2 voor de bouw van gebouwen ten behoeve van de bestemming Waterstaat - Waterkering, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. de bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan 30 m2;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 5 m;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats of kan ontstaan van de belangen van de waterkering en het kwantitatieve waterbeheer;
  • d. het gebouw is noodzakelijk in het kader van de belangen van de waterkering en/of het kwantitatieve waterbeheer;
  • e. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de waarden die zijn geformuleerd binnen de nadere detaillering van de onderliggende bestemming;
  • f. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
29.3.2 Omgevingsvergunning bouwen t.b.v. andere bestemming

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 29.2 voor de bouw van bouwwerken die zijn toegelaten op grond van de aan de desbetreffende gronden gegeven hoofdbestemming, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de waterkering en het kwantitatieve waterbeheer. Daartoe wordt vooraf advies ingewonnen van de beheerder van de waterkering.