Plan: | Juvenaat, voormalig Edward Poppeterrein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0777.0148JUVENAAT-3001 |
het bestemmingsplan Juvenaat, voormalig Edward Poppeterrein met identificatienummer NL.IMRO.0777.0148JUVENAAT-3001 van de gemeente Etten-Leur;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten, op administratief, juridisch,
medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch gebied of hiermee gelijk te stellen dienstverlenende beroepen en ambachtelijke en verzorgende bedrijven;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1,00 m achter de voorgevel;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
legale bebouwing en/of gebruik bestaande ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijk of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd zulks met uitzondering van de onderbouw (kelder);
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
iedere bovenbeëindiging van een bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten behoeve van verkoop, het
verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of
aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder tevens
afhaalpunten worden verstaan;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gevel met een geluidbelasting van meer dan 48 dB vanuit het wegverkeerslawaai na correctie ex. artikel 110g Wet geluidhinder of 55 dB vanuit het spoorweglawaai;
gebouw, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
een zone van een weg als bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder;
een (denkbeeldig) vlak, gesloten dan wel open, aan de buitenzijde van een bouwwerk dat de contouren van een bouwwerk aangeeft en waarbinnen de constructieve delen liggen;
een al dan niet uit meerdere bouwlagen bestaande woning, deel uitmakend van een gebouw waarin meerdere woningen zijn ondergebracht, zodanig dat deze boven dan wel beneden elkaar zijn gesitueerd, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het afgewerkte maaiveld, gewaarborgd is zoals een appartementengebouw;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een bouwperceel en, indien meer gebouwen op het bouwperceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is;
de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder mede wordt begrepen:
zorg, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening voortvloeit uit de sociale relatie. Het gaat om zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is;
een huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder j van het Besluit ruimtelijke ordening;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van gronden en bouwwerken;
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals onder andere transformatorhuisjes, schakelgebouwen, gebouwen ten behoeve van de watervoorziening, gemaalgebouwen, koude warmteopslag e.d.;
bouwdeel van beperkte afmetingen, dat buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteekt zoals liftschachten, ventilatiekanalen, schoorstenen, overstekende daken en balkons. Voor balkons geldt dat deze ondergeschiktheid geldt tot een diepte van 2,5 m.
een bouwwerk geen gebouw zijnde, voorzien van een dakconstructie;
een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd voor de uitoefening van een (aan huis gebonden) beroep of bedrijf;
voorziening ter stimulering van het klim-, klauter- en balanceergedrag van kinderen, al dan niet functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens, zoals hangnetten, schommels, glijbanen, speelforten en dergelijke;
de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan conform het gestelde in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze verstaan;
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de gevellijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterretentie, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, zoals die luidde op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;
indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald;
een hoofdgebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
een (tijdelijke) woonunit voor huisvesting ten behoeve van mantelzorg bestaande uit een demontabel en / of relatief eenvoudig verwijderbaar gebouw, onder welke benaming ook aangeduid, doch in het spraakgebruik als woonunit wordt aangemerkt, bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dagen / of nachtverblijf.
Bij de toepassing van deze regels wordt loodrecht gemeten, tenzij anders is aangegeven. Bij de toepassing van deze regels wordt verder als volgt gemeten:
2.1.1 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te
stellen constructiedeel, ondergeschikte bouwonderdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend.
2.1.2 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de
scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.1.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met
uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.1.4 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.1.5 de breedte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse zijgevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande, dat wanneer de betreffende zijgevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat.
2.1.6 de (horizontale) diepte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voor- en achtergevel en/of tot het hart van de scheidingsmuren.
2.1.7 de afstand van bouwwerken
afstanden van bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot de bouwperceelsgrens alsmede afstanden van bouwwerken tot de openbare weg worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.1.8 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 1,00 m buiten beschouwing blijven.
2.1.9 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.1.10 de gebruiksoppervlak
tussen de binnenwerkse gevelvlakken, op de vloer van de ruimten die ingevolge het bestemmingsplan worden of kunnen worden gebruikt voor de gegeven bestemmingen.
2.2.1 peil
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
2.2.2 hoogte van de weg
de hoogte van de weg zoals die door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor bijbehorende:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met
inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen en erf- en terreinafscheidingen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 3.2.1 voor de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen tot een hoogte van maximaal 5,00 m.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 3.1 ten behoeve van de aanleg van wegen en woonstraten, fietspaden en in- en uitritten indien dit noodzakelijk dan wel gewenst is ten behoeve van een veilige verkeersontsluiting.
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor bijbehorende:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met
inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:
De voor 'Wonen' aangegeven gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor bijbehorende:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bouwen van de woningen zoals bedoeld in artikel 5.1 is uitsluitend toegestaan wanneer uit een dynamische berekening van de trillingssterkte blijkt dat de streefwaarden voor 'Wonen bestaande situatie', zoals bedoeld in Richtlijn deel B van Stichting Bouwresearch, niet worden overschreden.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 van dit artikel voor de bouw van een praktijkruimte voor een aan-huis-gebonden-beroep waarbij de volgende regels gelden:
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en 5.2.1 voor de plaatsing van een (tijdelijke) woonunit waarbij de volgende regels gelden:
Het gebruik van een woning ten behoeve van een aan-huis-gebonden-beroep is niet strijdig met lid 5.3.1., mits:
Het gebruik van de gronden en de daarop aanwezige bebouwing conform de bestemming is uitsluitend toegestaan indien de parkeerplaatsen op eigen terrein zoals bedoeld in lid 5.2.3 zijn aangelegd en in stand worden gehouden.
Voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor bijbehorende:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met
inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Per woning is een inpandig bijgebouw toegestaan met een maximale oppervlakte van 10 m2 per woning.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bouwen van de woningen zoals bedoeld in artikel 6.1 is uitsluitend toegestaan wanneer uit een dynamische berekening van de trillingssterkte blijkt dat de streefwaarden voor 'Wonen bestaande situatie', zoals bedoeld in Richtlijn deel B van Stichting Bouwresearch, niet worden overschreden.
Het bouwen van de woningen zoals bedoeld in artikel 6.1 aanpalend aan de gronden met de aanduiding 'parkeergarage' is uitsluitend toegestaan wanneer ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' voorzien wordt in een voorziening voor gebouwd (geheel of gedeeltelijke ondergronds) parkeren.
Het gebruik van de gronden en de daarop aanwezige bebouwing conform de bestemming is uitsluitend toegestaan indien de parkeerplaatsen op eigen terrein zoals bedoeld in lid 6.2.4 zijn aangelegd en in stand worden gehouden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, loggia's, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 2 meter bedraagt.
Het is verboden de in dit bestemmingsplan begrepen gronden, alsmede gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming.
Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een betere realisering van aangrenzende bestemming of voor een ruimtelijk of technisch betere plaatsing van bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van maximaal 5,00 m ten opzichte van de bestemmingsgrens toelaatbaar.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, bestemmingsvlakken, bouwpercelen danwel bouwvlakken indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met ingekomen aanvragen om omgevingsvergunning nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel danwel bouwvlak niet meer dan 10% worden gewijzigd.
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Juvenaat, voormalig Edward Poppeterrein'.