Gemeente Etten-leur

Planteksten

Op deze pagina vindt u de planteksten behorende bij het plan Orgelhof 17-Troubadour.

Regels


Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Wijze van meten

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Groen

Artikel 4 Verkeer - Verblijf

Artikel 5 Wonen - Patio

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 6 Anti - Dubbeltelregel

Artikel 7 Algemene bouwregels

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

Artikel 10 Algemene wijzigingsregels

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 11 Overgangsrecht

Artikel 12 Slotregel

 

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

 

Artikel 1 Begrippen

 

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Orgelhof 17-Troubadour' met identificatienummer NL.IMRO.0777.0057ORGELHOF17-3005 van de gemeente Etten-Leur.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 aan- of uitbouw

een uit de gevel springend gebouw dat in architectonisch opzicht een ondergeschikt deel van een hoofdgebouw is en door haar indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt overeenkomstig de functie van het hoofdgebouw.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aan-huis-gebonden-beroep

het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten, op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen dienstverlenende beroepen en ambachtelijk en verzorgende bedrijven, zoals bijvoorbeeld een architect, tandarts, kunstenaar, edelsmid, adviseur en dergelijke.

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bestaand

bebouwing en/of gebruik bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.9 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.10 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 bijgebouw

een met het hoofdgebouw verbonden gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie of afmetingen en functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, zoals garages, bergingen en dergelijke.

1.12 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.13 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.14 bouwlaag

een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van zolder en onderbouw.

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.16 bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.19 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.20 erfafscheiding

bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein.

1.21 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.22 gevelvlak

een (denkbeeldig) vlak, gesloten danwel open, aan de buitenzijde van een bouwwerk dat de contouren van een bouwwerk aangeeft en waarbinnen de constructieve delen liggen.

1.23 hoofdgebouw

gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een bouwperceel en, indien meer gebouwen op het bouwperceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is.

1.24 huishouden

de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van verwanten of andere personen.

  • een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband.

 

1.25 normale onderhoudswerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van gronden en bouwwerken.

1.26 nutsvoorziening

voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals onder andere transformatorhuisjes, schakelgebouwen, gebouwen ten behoeve van de watervoorziening, duikers, gemaalgebouwen en telefooncellen.

1.27 ondergeschikte functie

functie waarvoor maximaal 30% van de gebruiksvloeroppervlak als zodanig mag worden gebruikt.

1.28 overkapping

een bouwwerk geen gebouw zijnde, voorzien van een dakconstructie.

 

1.29 (para)medische dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van medische diensten aan of ten gerieve van personen, zoals tandarts- en orthodontiepraktijken, dokterspraktijken, fysiotherapeuten, eerste hulpposten en dergelijke.

1.30 patiowoning

een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten onoverdekte binnenplaats of tuin (patio), gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.

1.31 perceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

1.32 praktijkruimte

een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden-beroep.

1.33 wet/wettelijke regelingen

indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar wettelijke regelingen cq. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan tenzij anders bepaald.

1.34 woning

een hoofdgebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

 

 

 

Artikel 2 Wijze van meten

 

2.1 Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt loodrecht gemeten, tenzij anders is aangegeven.

 

2.2 Bij het toepassen van deze planregels wordt als volgt gemeten:

 

2.2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

 

2.2.2 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 1,00 m buiten beschouwing blijven.

 

2.2.3 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

 

2.2.4 de gebruiksvloeroppervlakte

tussen de binnenwerkse gevelvlakken, op de vloer van de ruimten die ingevolge het bestemmingsplan worden of kunnen worden gebruikt voor de gegeven bestemmingen.

2.3 Overig

 

2.3.1 peil

de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

 

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

 

Artikel 3 Groen

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. plantsoen, bermen en overige groenvoorzieningen;

  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  3. fiets- en voetpaden;

 

alsmede voor bijbehorende:

  1. nutsvoorzieningen;

  2. speelvoorzieningen;

  3. kunstobjecten;

  4. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

 

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de onder lid 1 van dit artikel bedoelde bestemmingsomschrijving de volgende bouwwerken worden gebouwd:

 

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

a. er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd;

b. de oppervlakte per gebouw bedraagt maximaal 30 m²;

c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,50 m.

 

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt maximaal 3,25 m;

  2. de oppervlakte van overkappingen bedraagt maximaal 30 m²;

  3. de bouwhoogte van kunstobjecten bedraagt maximaal 15 m;

  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 m.

 

 

Artikel 4 Verkeer - Verblijf

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen, woonstraten en erven;

  2. fiets- en voetpaden;

  3. parkeervoorzieningen;

 

alsmede voor bijbehorende:

  1. groenvoorzieningen;

  2. speelvoorzieningen;

  3. kunstobjecten;

  4. nutsvoorzieningen;

  5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

  6. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

 

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend, ten dienste van de onder lid 1 van dit artikel bedoelde bestemmingsomschrijving, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

 

4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  1. er mogen uitsluitend gebouwen voor nutsvoorzieningen worden gebouwd;

  2. de oppervlakte bedraagt per gebouw maximaal 30 m²;

  3. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,50 m.

 

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt maximaal 3,25 m;

  2. de oppervlakte van overkappingen bedraagt maximaal 30 m²;

  3. de bouwhoogte van kunstobjecten bedraagt maximaal 15 m;

  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 m.

 

 

 

Artikel 5 Wonen - Patio

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Patio’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. patiowoningen;

 

alsmede voor bijbehorende:

  1. patio's, tuinen en overige verhardingen;

  2. aan-huis-gebonden beroep;

  3. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

 

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de onder lid 1 van dit artikel bedoelde bestemmingsomschrijving de volgende bouwwerken worden gebouwd:

 

5.2.1 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  1. woningen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;

  2. er mogen maximaal 12 woningen worden gebouwd;

  3. de oppervlakte van de patio bedraagt minimaal 16 m2 per bouwperceel;

  4. de bouwhoogte van een woning mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';

  5. de oppervlakte van de tweede bouwlaag van de woning bedraagt maximaal 60% van de oppervlakte van de eerste bouwlaag.

 

5.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Bij iedere patiowoning mogen aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd waarbij de volgende regels gelden:

  1. aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  2. de maximale gezamenlijke oppervlakte van aangebouwde bijgebouwen en overkappingen per bouwperceel bedraagt 50,00 m².

  3. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen bedraagt maximaal 0,30 m boven de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning.

  4. de bouwhoogte van vrijstaande overkappingen bedraagt maximaal 3,25 meter.

  5. aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen mogen tot op de zijdelingse perceelsgrenzen worden gebouwd.

  6. per bouwperceel dient een patio aanwezig te blijven met een minimale oppervlakte van 16 m².

 

5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde bedraagt maximaal 2 m.

 

5.3 Specifieke gebruiksregels

 

5.3.1 Aan-huis-gebonden-beroep

Het gebruik van een woning, aan-of uitbouw of bijgebouw ten behoeve van een aan-huis-gebonden-beroep is niet strijdig met lid 1 van dit artikel, mits:

  1. het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden en naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming is.

  2. de praktijkruimte maximaal 1/3 van het gebruiksvloeroppervlak van de woning inclusief aan- en uitbouw of maximaal 50 m² van de bijgebouwen beslaat.

  3. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert tevens gebruiker van de woning is.

  4. het geen verkeersaantrekkende activiteit betreft die kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.

  5. er geen uitoefening van detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van ter plaatse vervaardigde producten.

 

 

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

 

 

 

 

 

 

Artikel 6 Anti - Dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene bouwregels

 

7.1 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels.

  1. binnen het bouwvlak zijn ondergrondse bouwwerken toegestaan met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 4 meter.

 

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

Het is verboden de in dit bestemmingsplan bedoelde gronden en/of bouwwerken te gebruiken en/of te laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming.

 

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

 

  1. de bestemmingsgrenzen en toestaan dat het profiel van wegen en/of openbaar gebied wordt aangepast indien de verkeersveiligheid en/of de noodzakelijke inrichting van het openbaar gebied daartoe aanleiding geeft. Hierbij zijn verschuivingen van maximaal 3 meter ten opzichte van de bestemmingsgrenzen toelaatbaar.

  2. het in geringe mate aanpassen van het plan zoals een bouwgrens, bestemmingsgrens of bouwvlak indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst of noodzakelijk is met dien verstande dat de grenzen en/of bouwvlakken met niet meer dan 3 meter mogen worden verschoven.

  3. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoeringen met maximaal 10%.

 

 

Artikel 10 Algemene wijzigingsregels

 

10.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een betere realisering van een aangrenzende bestemming of voor een ruimtelijk of technisch betere plaatsing van bouwwerken danwel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van maximaal 5 meter ten opzichte van de bestemmingsgrens toelaatbaar.

 

10.2 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van een andere situering/begrenzing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, bestemmingsvlakken, bouwpercelen danwel bouwvlakken indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met ingekomen aanvragen om omgevingsvergunning nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel danwel bouwvlak niet meer dan 15% worden gewijzigd.

 

 

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

 

 

 

Artikel 11 Overgangsrecht

 

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

 

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  • gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  • na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid a met maximaal 10%.

  2. Lid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

11.2 Overgangsrecht gebruik

 

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  3. Indien het gebruik, bedoeld in lid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  4. Lid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

 

Artikel 12 Slotregel

 

Deze regels worden aangehaald onder de naam:

 

Regels van het bestemmingsplan 'Orgelhof 17-Troubadour'.