direct naar inhoud van Regels
Plan: 4e uitwerking Blixembosch Noordoost (Velden)
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80226-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Relatie met het moederplan

1.1 Blixembosch Noordoost

Dit plan is een gedeeltelijke uitwerking van artikel 10 'Woongebied - Uit te werken - 3' en artikel 11 'Woongebied - Uit te werken - 4' van het bestemmingsplan Blixembosch Noordoost dat door de gemeenteraad van Eindhoven is vastgesteld op 15 maart 2011;

1.2 Regels

Op de bij dit plan behorende verbeelding en de hierna volgende regels zijn de algemene en bijzondere bepalingen van het bestemmingsplan Blixembosch Noordoost onverminderd van toepassing, tenzij in dit uitwerkingsplan een afwijkende regeling is opgenomen over hetzelfde onderwerp. De regels Groen en Verkeer-Verblijfsgebied zijn letterlijk overgenomen uit het bestemmingsplan om digitaal een goede koppeling te kunnen maken met de regels en de verbeelding.

1.3 Verbeelding

De verbeelding van het bestemmingsplan Blixembosch Noordoost wordt herzien, zoals weergegeven op de bij dit plan behorende verbeelding. Voor het overige blijft de verbeelding van toepassing.

Artikel 2 Aanvullende begripsbepalingen

Ter aanvulling op de begripsbepalingen als vermeld in artikel 1 van het bestemmingsplan Blixembosch Noordoost wordt in de navolgende regels verstaan onder:

2.1 plan:

het uitwerkingsplan 4e uitwerking Blixembosch Noordoost (Velden) met identificatienummer NL.IMRO.0772.80226-0301 van de gemeente Eindhoven.

2.2 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en dakopbouw en/of zolder, met uitsluiting van onderbouw.

2.3 dove gevel

een bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidswering - conform NEN 5077 - die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB (ingeval van wegverkeerslawaai) en 35 dB(A) (ingeval van industrielawaai), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

Artikel 3 Wijze van meten

Ter aanvulling op de regels met betrekking tot 'wijze van meten' als vermeld in artikel 2 van het bestemmingsplan Blixembosch Noordoost wordt, ten behoeve van dit uitwerkingsplan, het volgende toegevoegd:

3.1 Bouwdiepte

gemeten vanaf de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld tot aan het laagste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde.

3.2 ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van de bouwgrens door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, reclameaanduidingen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken e.d. buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrens niet meer dan 1 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Groen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. fietspaden;
  • c. woonstraten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkeer';
  • d. geluidschermen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm';
  • e. geluidwal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal';
  • f. parkeervoorzieningen, waaronder parkeergarages, uitsluitend ter plaatse van de
    aanduiding 'parkeergarage';
  • g. verblijfsdoeleinden;
  • h. bermen en beplanting;
  • i. paden;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. waterlopen, waterpartijen en waterberging;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. werken;
  • n. grondkerende voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • o. vverhardingen;
  • p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een bouwwerk ten behoeve van een
    fietsbrug over de Kennedylaan.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van een geluidscherm is 7 m;
  • b. de maximale bouwhoogte van lichtmasten is 6 m;
  • c. de maximale bouwhoogte van een fietsbrug is 10 m;
  • d. de maximale bouwhoogte van grondkerende voorzieningen is 8 m;
  • e. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 4 m.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat - en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.4 Procedureregels

Bij het nemen van een besluit omtrent een nadere eis nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht:

  • a. het ontwerpbesluit ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  • b. van de terinzagelegging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven;
  • c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen;
  • d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.

Artikel 5 Verkeer-Verblijfsgebied

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Verkeer - Verblijfsgebied´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woonstraten;
  • b. pleinen;
  • c. voet- en fietspaden;

met de daarbij behorende:

  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. grondkerende voorzieningen;
  • j. werken;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is 1 m;
  • b. de maximale bouwhoogte van lichtmasten is 6 m;
  • c. de maximale bouwhoogte van grondkerende voorzieningen is 8 m;
  • d. de maximale hoogte voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer is is 10 m;
  • e. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 4 m.

5.2.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stallen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, voor de verkeersveiligheid of sociale veiligheid.

5.2.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders wijken bij omgevingsvergunning af voor het gebruik van gronden en gebouwen dat in strijd is met lid 5.1 indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

5.2.5 Procedureregels

Bij het nemen van een besluit omtrent een nadere eis of een besluit tot afwijking van het bestemmingsplan gelden de volgende regels:

  • a. het ontwerpbesluit ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  • b. van de terinzagelegging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven;
  • c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen;
  • d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.

Artikel 6 Wonen - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Bestemming

De voor `Wonen - 1´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • b. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbij behorende:

  • c. tuinen en erven;
  • d. parkeervoorzieningen, paden e.d ;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan -huis-verbonden-beroep niet meer dan 50 m2 mag bedragen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend grondgebonden woningen worden gebouwd, met dien verstande dat het aantal wooneenheden en het aantal aaneen te bouwen wooneenheden niet meer mag bedragen dan het aantal dat is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', respectievelijk 'maximum aaneen te bouwen wooneenheden';
  • b. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de maximum bouwhoogte is 12 m, met dien verstande dat boven peil maximaal drie bouwlagen zijn toegestaan;
  • d. de gevels van de woningen op de derde bouwlaag dienen als dove gevel uitgevoerd te worden;
  • e. ondergronds bouwen is toegestaan waarbij de maximum bouwdiepte 4 m bedraagt;
  • f. de afstand van dat gedeelte van het hoofdgebouw, anders dan een patiowoning, dat niet aaneengebouwd is tot de zijdelingse perceelsgrens, niet zijnde openbare ruimte, bedraagt tenminste 3 m;
  • g. de dakhelling bedraagt maximaal 55 graden;
  • h. voor het aantal parkeerplaatsen, gelden de parkeernormen zoals opgenomen in Bijlage 2 Parkeernormen.

6.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen het bouwvlak worden gebouwd als ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 75 m2 met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing (inclusief hoofdgebouw) niet meer bedraagt dan 60% van de oppervlakte van het bouwperceel;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen.

6.2.3 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de maximum hoogte is 3 meter;
  • b. de maximum oppervlakte is 15 m2.

6.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen de aanduiding 'bouwvlak' achter het verlengde van de voorgevelrooilijn en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de maximum bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen is 2 m;
  • c. de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 2 m.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het vereiste van een dove gevel zoals bedoeld in artikel 6.2.1 onder d, mits uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting (vanwege het wegverkeer) op de gevels van de woning(en) op de 3e bouwlaag niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB;
  • b. de maximale goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zoals bedoeld in artikel 6.2.2 onder c, indien dat wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van het bijbehorende bouwwerk bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Algemeen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m2 met een maximum van 75 m2, is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • d. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de in Bijlage 1 opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen behorende tot de categorie 1, alsmede voor zover het bedrijfsactiviteiten betreft die niet in deze lijst zijn opgenomen maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als genoemd in deze lijst;
  • g. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen betreffen die niet vallen onder de sub f genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub f.

6.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.1.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.

Artikel 7 Wonen - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Bestemming

De voor `Wonen - 2´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
  • b. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbij behorende:

  • c. tuinen en erven;
  • d. parkeervoorzieningen, paden e.d ;
  • e. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan -huis-verbonden-beroep niet meer dan 50 m2 mag bedragen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwenen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend grondgebonden woningen worden gebouwd, met dien verstande dat het aantal wooneenheden niet meer mag bedragen dan het aantal dat is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • b. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • c. de maximum bouwhoogte is 8 m, met dien verstande dat boven peil maximaal twee bouwlagen zijn toegestaan;
  • d. de zuid- en oostgevels van de woningen op de 2e bouwlaag dienen als dove gevel uitgevoerd te worden;
  • e. ondergronds bouwen is toegestaan waarbij de maximale bouwdiepte 4 m bedraagt;
  • f. de maximum dakhelling is 15 graden;
  • g. voor het aantal parkeerplaatsen gelden de parkeernormen zoals opgenomen in Bijlage 2 Parkeernormen.

7.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen.

7.2.3 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de maximum hoogte is 3 meter;
  • b. de maximum oppervlakte is 15 m2.

7.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen de aanduiding 'bouwvlak' achter het verlengde van de voorgevelrooilijn;
  • b. de maximum bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen is 2 m;
  • c. de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 2 m.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het vereiste van een dove gevel zoals bedoeld in artikel 7.2.1 onder d, mits uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting (vanwege het wegverkeer) op de oost- en zuidgevels van de woning(en) op de 2e bouwlaag niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB;
  • b. de maximale goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zoals bedoeld in artikel 7.2.2 onder b, indien dat wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van het bijbehorende bouwwerk bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;

7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Algemeen

Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m2 met een maximum van 75 m2, is toegestaan mits:

  • a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
  • b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden;
  • c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten;
  • d. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
  • e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend;
  • f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de inBijlage 1 opgenomen Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen behorende tot de categorie 1, alsmede voor zover het bedrijfsactiviteiten betreft die niet in deze lijst zijn opgenomen maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als genoemd in deze lijst;
  • g. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen betreffen die niet vallen onder de sub f genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub f.

7.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.1.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
8.2 Afwijken

burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.1 met maximaal 10%.

8.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 8.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

8.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 8.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

8.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 8.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

8.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 8.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het uitwerkingsplan 4e uitwerking Blixembosch Noordoost (Velden).