Plan: | II De Halve Maan (woningen Drents Dorp) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80139-0501 |
Met de Flora- en faunawet worden veel inheemse plant- en diersoorten beschermd. Middels deze wet is de Europese Habitatrichtlijn in nationale wetgeving verankerd. De belangrijkste bepalingen in de Flora- en faunawet zijn de volgende:
In bepaalde gedefinieerde gevallen kan onder strikte voorwaarden ontheffing van deze bepalingen worden verleend. In bepaalde nader gedefinieerde gevallen geldt een vrijstelling van ontheffing.
Onderzoek Flora en Fauna 2004 - 2005
Om na te gaan of de integrale wijkvernieuwing in Drents Dorp in strijd is met de Flora- en faunawet is onderzoek uitgevoerd. Daartoe heeft op 27 augustus 2004 een veldbezoek plaatsgevonden waarmee aanwezige soorten zijn bepaald. Daarnaast is middels bronnenonderzoek en aan de hand van aanwezige biotopen bepaald welke soorten in het gebied kunnen worden verwacht. Ook is de betekenis van het gebied voor aanwezige en te verwachten soorten bepaald (foerageergebied, overwinteringgebied etc.).
Tijdens het veldbezoek zijn Konijn, molshopen en muizenholen waargenomen. Te verwachten zijn verder Brede wespenorchis, Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger, Bosmuis, Bunzing, Dwergspitsmuis, Eekhoorn, Egel, Gewone bosspitsmuis, Hermelijn, Huisspitsmuis, Tweekleurige bosspitsmuis, Veldmuis, Wezel, Bruine kikker, Gewone pad, Groene kikker complex en een aantal broedvogels. Er dient nog nader onderzoek plaats te vinden naar de betekenis van het plangebied voor de Gewone dwergvleermuis en de Laatvlieger. Vervolgens zal voor zover nodig ontheffingaanvraag worden voorbereid.
Eind augustus 2005 is voor Drents Dorp het aanvullend vleermuizenonderzoek in het kader van de Flora- en Faunawet afgerond. Hiermee zijn alle lopende onderzoeken inzake de Flora- en Faunawet voor Drents Dorp verricht. Hierbij de resultaten en consequenties van dit onderzoek.
Algemene soorten: geen ontheffing
In de groepen planten, zoogdieren en amfibieën zijn een aantal beschermde soorten aangetroffen. Bijna alle aangetroffen planten en dieren vallen onder 'Algemene soorten: algemene vrijstelling of ontheffing/lichte toets'. In het kort komt het er op neer dat we voor deze algemene soorten geen ontheffing hoeven aan te vragen.
Ontheffingplichtig
Voor Drents Dorp hebben we te maken met twee soorten die ontheffingplichtig zijn, dan wel en gedragscode nodig hebben: eekhoorn en gewone dwergvleermuis.
De eekhoorn behoort tot de groep waarvoor je een vrijstelling van ontheffing krijgt als er een goedgekeurde gedragscode bestaat. De gedragscode beschrijft hoe wij in het werk schade aan de beschermde dieren en planten zullen voorkomen of tot een minimum zullen beperken. Deze gedragscode heeft Eindhoven niet. Voor het opstellen van deze gedragscode liggen ook geen plannen. Dat houdt in dat we voor de eekhoorn een ontheffing aan zullen moeten vragen.
Voor de gewone dwergvleermuis zijn geen vaste rust- of verblijfsplaatsen waargenomen. Wel zijn er twee vliegroutes gezien: de bomenrijen aan de Lochemstraat en aan de Koenraadlaan. Als deze bomenrijen in het plan worden opgenomen is geen ontheffing noodzakelijk. Zodra één of meer bomen uit deze rij worden gekapt zal vanwege 'het verstoren van een vliegroute' een ontheffingsaanvraag noodzakelijk zijn.
Algehele zorgplicht
Uiteraard geldt wel de algehele zorgplicht. Voor de wet zijn alle dieren van onvervangbare waarde en mogen mensen daar niet onzorgvuldig mee omspringen. Vanuit deze gedachte is de zorgplicht in artikel 2 van de wet opgenomen. De zorgplicht houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren (en dus niet alleen de beschermde) en hun leefomgeving. Dit is een algemene fatsoenseis die voor iedereen geldt. Overigens geldt de zorgplicht ook voor planten.
Voor de vogels geldt dat het broedseizoen in acht genomen dient te worden. Alle vogels in Nederland zijn gelijk beschermd. Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waardoor hun nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord, zijn verboden. Voor vogels geldt overigens dat vooral in het broedseizoen sprake zal zijn van verontrusting, doden of verstoren van nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen. Als uw werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden zal in het algemeen niet snel een ontheffing nodig zijn.
Bij de uitvoering zullen de volgende acties worden ondernomen:
Quick scan Flora en Fauna 2011
Omdat de onderzoeken die in 2004 en 2005 in het kader van Flora en Fauna zijn uitgevoerd, zijn verouderd is in juli 2011 een Quickscan Flora en Fauna uitgevoerd (zie 'Quickscan flora en fauna; lokatie Drents Dorp Noord Eindhoven' d.d. 21 juli 2011 van IJzerman Advies). Uit de Quickscan blijkt dat de geplande ontwikkelingen geen nadelige effecten op de beschermde natuurgebieden of de EHS hebben. Een vergunning op de natuurbeschermingswet is niet aan de orde. Algemeen voorkomende soorten kunnen mogelijkerwijs worden aangetroffen. Deze soorten zijn weliswaar beschermd middels de Flora- faunawet, maar hiervoor hoeft in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen geen ontheffing meer te worden aangevraagd. Het voorkomen van deze soorten wordt door de geplande ontwikkelingen niet in gevaar gebracht. Het is echter wel noodzakelijk om voldoende zorg te dragen voor de aanwezige individuen en al het redelijkerwijs mogelijke dient gedaan te worden om het doden van individuen te voorkomen. Hierbij valt te denken aan het uitvoeren van de meest verstorende werkzaamheden in de maanden september en oktober. Voor overige strikt beschermde soorten is nader onderzoek niet noodzakelijk door het ontbreken van geschikte biotopen. De locatie is niet in gebruik als vaste verblijfslocatie voor strikt beschermde soorten. Ten tijde van de veldinspectie zijn geen nesten die jaarronde bescherming genieten, zoals van huismussen, boerenzwaluwen, kerkuilen of steenuilen aangetroffen. Er zijn geen negatieve effecten zijn op lokale populaties strikt beschermde soorten. Er is een zeer klein risico dat braakliggende bouwterreinen door rugstreeppadden kunnen worden gekoloniseerd. Ter voorkoming hiervan wordt aangeraden om geen pas gegraven ondiepe open wateren of poelen te maken of te laten bestaan in de voortplantingsperiode (april tot en met juni) van de rugstreeppad.
Compenserende maatregelen
Uit de Quickscan kan dus geconcludeerd worden dat op het braakliggende terrein, na het verrichten van de sloopwerkzaamheden, geen bijzondere soorten meer aangetroffen zijn. In het advies van 'IJzerman Advies' staan uitsluitend een aantal algemene punten waar iedere initiatiefnemer rekening mee moet houden. Echter in 2004, vóór het verrichten van de sloopwerkzaamheden, is door Ecologica eveneens een Quickscan uitgevoerd (Quickscan 'Beschermde flora en fauna Drents Dorp te Eindhoven' augustus 2004). In deze quickscan is geconstateerd dat door de kap van bomen en de sloop van de oude bebouwing mogelijk vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen verstoord kunnen worden. Huismussen en Gierzwaluwen zijn niet geïnventariseerd, terwijl deze er vrijwel zeker gebroed zullen hebben. Nesten van Huismussen en Gierzwaluwen zijn jaarrond wettelijk beschermd.
Het aantonen van de daadwerkelijke aanwezigheid van vleermuizen, Huismussen en Gierzwaluwen is alleen mogelijk als vóór de sloopwerkzaamheden een vervolg- of uitgebreid flora- en fauna-onderzoek zou zijn uitgevoerd. Dit is niet gebeurd. Mocht dat wel zijn gebeurd dan zou dit vrijwel zeker tot compenserende maatregelen hebben geleid. Derhalve is met Woonbedrijf afgesproken enkele maatregelen uit te voeren ten behoeve van de 'gunstige staat van instandhouding' van soorten als de Gierzwaluw en de Huismus en vleermuissoorten. Per nieuwbouwwoning met een pannendak wordt 1 vogelvide en 1 gierzwaluwpan aangebracht. Alle woningen worden voorzien van 1 inbouwvleermuissteen.
Met Woonbedrijf is afgesproken waar de maatregelen aangebracht moeten worden. Hierbij zijn de overheersende wind- en regenrichting, alsmede de zon- en schaduwzijde van belang. Per woning wordt een vleermuissteen (koker) aangebracht (merk Waveka type 2FR HB). Deze past in de spouw en krijgt een gevelopening van ca. 2 cm hoog en baksteen breed. De woningen met een pannendak worden allemaal voorzien van een gierzwaluwpan en een vogelvide. De vogelvide wordt woningbreed.