Plan: | Binnenstad |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80096-0301 |
Ambities modal split in Eindhoven
De gemeente Eindhoven heeft ambities om in de toekomst de modal split van de verplaatsingen in Eindhoven te veranderen. Daarmee dienen meer verplaatsingen met het openbaar vervoer en de fiets gemaakt te worden. Concreet betekent het dat we in 2020 ten opzichte van 2007 afgerond de volgende, te verwachten ontwikkelingen in de aandelen in de Modal Split van de verschillende vervoerwijzen nastreven:
Autoverkeer
Verkeerstructuur autoverkeer
De binnenstad heeft een zeer dynamisch karakter. Dit uit zich ook in de diversiteit van het verkeer die naar en door dit gebied beweegt. Het gebied kenmerkt zich vooral als winkelgebied. Een groot gedeelte is dan ook ingericht als voetgangersgebied. Voor het gemotoriseerd verkeer geldt dat dit winkelgebied alleen binnen bepaalde venstertijden bereikbaar is. Buiten de venstertijden is het gebied afgesloten voor het gemotoriseerd verkeer.
De wegen in de gemeente Eindhoven zijn gecategoriseerd in verschillende type wegen. Figuur 1 geeft deze categorisering weer.
Figuur 1: wegcategorisering gemeente Eindhoven
Onderscheid wordt gemaakt in de volgende type wegen In Eindhoven:
De gemeente wil het centrum aantrekkelijker maken en de luchtkwaliteit daar verbeteren. Daarvoor is het noodzakelijk om de druk van (doorgaand) autoverkeer te verminderen, meer ruimte te maken voor groen, de oversteekbaarheid van de binnenring te verbeteren en in het centrumgebied voorrang te geven aan voetganger, fiets en openbaar vervoer.
Fietsverkeer
De fiets vervult in het vervoerspatroon van Eindhoven een belangrijke rol. Aangezien deze vorm van vervoer tot de meest milieuvriendelijke vorm van transport wordt gezien stimuleert de gemeente Eindhoven het gebruik van de fiets. Om het fietsgebruik te faciliteren en optimaliseren kent de gemeente een fietsnetwerk. Figuur twee geeft dit netwerk weer.
Figuur 2:fietsnetwerk gemeente Eindhoven
Voetgangers
Een groot gedeelte van het plangebied is als voetgangersgebied ingericht. Dit gebied is alleen toegankelijk voor laad- en losverkeer tussen 7:00 uur en 11:00 uur 's ochtends. De gemeente Eindhoven wil graag dat de openbare ruimte voor iedereen zo goed mogelijk toegankelijk is. Daarom is er een praktisch handboek opgesteld dat is vastgesteld door het college. Het handboek bevat richtlijnen voor de manier waarop bijvoorbeeld pleinen, straten en parken of bushaltes ingericht kunnen worden, zodat het voor iedereen toegankelijk is.
Openbaar vervoer
De gemeente Eindhoven heeft voor ogen om in 2020 het aantal openbaar vervoer verplaatsingen met 50% te doen stijgen ten opzichtte van 2007. Gezien het lage aandeel openbaar vervoer voor interne verplaatsingen kan nog flinke winst worden geboekt. Dit is echter bij uitstek ook het marktgebied van de fiets voor kortere verplaatsingen.
De OV-doelstellingen voor Eindhoven zijn ambitieus, maar ook reëel. OV-aandelen als in meer openbaar vervoer georiënteerde steden als Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Leiden (17,5 – 25%) zijn een stap te ver gezien onze uitgangssituatie. Eindhoven positioneert zich hiermee wel in de subtop (10-15%) met steden zoals Nijmegen, Arnhem, Groningen en Almere. En dat in afstemming met de ambities voor de fiets.
Om deze doelstellingen te halen heeft de gemeente Eindhoven een OV-agenda en als onderdeel van de agenda een HOV-strategie. Binnen deze HOV-strategie is de binnenring gekenmerkt als zoekgebied voor de aanleg van een Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) verbinding.
Parkeren/parkeerbeleid
Het gebied trekt als centrumgebied verschillende type parkeerders aan, zoals bewoners, bezoekers en werknemers. Per type parkeerder verschilt de parkeerduur en de acceptatie van loopafstand tussen de parkeeraanbod en bestemming. Hiervoor zijn in het plangebied verschillende parkeervoorzieningen gerealiseerd.
Echter, de ruimte in de stad is beperkt en kostbaar. Daarom is de gemeente Eindhoven gedwongen er voor zorgen dat de schaarse ruimte efficiënt wordt gebruikt. Mede daarom stelt de gemeente Eindhoven bij het verlenen van een vergunning voor het bouwen eisen aan het aantal te realiseren parkeerplaatsen. Door het hanteren van zogenaamde parkeernormen wordt er voor gezorgd dat een bouwplan niet leidt tot een onacceptabel parkeerdruk in de directe omgeving. Tegelijkertijd mag het echter niet zo zijn dat door het hanteren van de parkeernormen de groei van de stad ernstig wordt belemmerd en gewenste ontwikkelingen niet kunnen plaatsvinden. De vigerende parkeernormen zijn in 2008 vastgesteld. In de loop der jaren en mede vanwege de huidige economische situatie is de behoefte ontstaan om meer flexibiliteit. Met het oog hierop hebben burgemeester en wethouders op 24 april 2012 de nota Parkeernormen gemeente Eindhoven maart 2012 en de Beleidsregels toepassing parkeernormen gemeente Eindhoven maart 2012 vastgesteld.
Uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen is dat deze hun parkeerbehoefte op eigen terrein opvangen. In de bouwverordening is de eis opgenomen dat een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen is onderworpen aan een toets aan de parkeernormen. Met het oog op het vervallen verklaren van deze bepaling in de bouwverordening dient regulering van de parkeernorm thans in bestemmingsplan plaats tevinden. Voor het stellen van een parkeereis worden in de nieuwe bestemmingsplannen van de gemeente Eindhoven regels opgenomen. De toets aan de parkeernorm is in de nieuwe bestemmingsplannen niet alleen beperkt tot vergunningplichtige bouwactiviteiten doch ook tot gebruiks- c.q. functiewijzigingen. Ook is de afwijkingsbevoegdheid bij deze regels opgenomen. De parkeernormen die de gemeente hanteert zijn in de regels van het bestemmingsplan opgenomen. In bovengenoemde nota's staat beschreven hoe met het bepalen van de parkeerbehoefte middels deze normen wordt omgegaan. In de beleidsregels is vastgelegd hoe de afwijkingsbevoegdheid wordt toegepast. . Voor het plangebied is van belang dat in de beleidsregels is bepaald dat van de parkeereis zonder meer kan worden afgeweken in het geval dat het om een woonfunctie in de binnenstd gaat.
Voor de opvang van de parkeerbehoefte van de binnenstad is in het plangebied voorzien in openbare parkeervoorzieningen, namenlijk parkeergarages en parfkeerterreinen, voor betaald parkeren. De exploitatie van (openbare) van parkvoorzieningen voor betaald parkeren (commercieel parkeren) wordt aangemerkt als een bedrijfsmatige activiteit. In de bestemmingsplanpraktijk wordt deze activiteit als 'bedrijf' gekwalificeerd en als zodanig bestemd. De bestaande parkeergarages en parkeertterrein in het plangebied zijn gesitueerd binnen de gronden die op de verbeelding van het bestemmingsplan respectievelijk zijn aangewezen als 'Centrum-1' ,'Verkeer-Verblijfsgebied' en 'Kantoor' en hebben daarin de bestemming bedrijf gericht op de explotatie van (openbare) parkeervoorzieningen.