24.2 Bouwregels
24.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak´ van het bouwperceel worden gebouwd;
-
b. de maximale goothoogte en maximale bouwhoogte van een hoofdgebouw: als bestaand tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
-
c. bouwwijze: gesloten bebouwing tenzij in de bestaande situatie sprake is van een andere bouwwijze.
24.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen achter de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan te worden gebouwd;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan:
-
1. 75 m2 met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel voor wat betreft het gedeelte gelegen buiten de aanduiding 'bouwvlak' en voor zover gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw c.q. de denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan; de oppervlakten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor zover gesitueerd binnen het bouwvlak, worden niet in mindering gebracht op de in dit lid genoemde oppervlaktematen en percentages;
-
2. 100 m² bij een bouwperceel groter dan 500 m², met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 % van de oppervlakte van het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak en voor wat betreft het gedeelte achter de voorgevel van het hoofdgebouw c.q. de denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan; de oppervlakten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor zover gesitueerd binnen het bouwvlak, worden niet in mindering gebracht op de in dit lid genoemde oppervlaktematen en percentages;
-
c. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m bedragen, met dien verstande dat de goothoogte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer mag bedragen dan de goothoogte van het hoofdgebouwen;
afwijken van de goothoogte is toegelaten indien zulks wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van de aan-/uitbouw of het bijgebouw bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;
-
d. indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte niet hoger zijn dan 4,5 m;
-
e. indien de maatvoering in de bestaande legale situatie afwijkt van de onder b, c en d genoemde maatvoering dan gelden deze afwijkende maten als maximum.
24.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw c,.q. het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 1 m;
-
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, behoudens in het geval het beeldende kunstobjecten betreft, niet meer dan 3 m bedragen.