Plan: | Waterrijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80056-0301 |
Wegverkeer
Het plangebied is op dusdanige afstand van de A2 / E25 gelegen dat transport van gevaarlijke stoffen over deze weg voor het betreffende gebied geen risico's met zich meebrengt.
Railverkeer en waterwegen
Het plangebied ligt buiten het onderzoeksgebied voor risico's die verbonden zijn aan het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor en waterwegen.
Gasleiding
Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van bestaande gastransportleidingen is de richtlijn 'Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen' van het ministerie van VROM van 26 november 1984 nog van toepassing. Uit operationele en veiligheidsoverwegingen is het van belang dat aan weerszijden van de leiding een strook vrij blijft. Tevens is het van belang een afstand aan te houden tot gebouwen of plaatsen waar frequent en/of langdurig personen verblijven. Uitgangspunt van deze regeling is de zogenoemde toetsingsafstand. Deze afstand is in principe zodanig dat daarbuiten de invloed van de leiding op de omgeving verwaarloosbaar mag worden geacht. Het streven van de regeling is erop gericht deze toetsingsafstand aan te houden. Omdat dit in de praktijk niet altijd mogelijk zal zijn vanwege planologische, technische of economische belangen, is in de richtlijn tevens vermeld welke minimum-afstanden (de zogenoemde bebouwingsafstanden) gelden indien de toetsingsafstand niet gerealiseerd kan worden.
De minimale bebouwingsafstand is bedoeld om de effecten op de omgeving bij een eventuele leidingbreuk te beperken, niet om die effecten volledig uit te sluiten. Binnen deze zone mag geen bebouwing worden opgericht.
De vrijwaringszone is ter waarborging van een veilig en bedrijfszeker gastransport en ter beperking van gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving van de leidingen en dient in principe obstakelvrij te zijn. Voor Waterrijk gaat het hier om het energietracé langs de Rundgraaf (oostelijke oever) en langs de Strijpsebaan (zuidzijde).
De nieuwe AMvB externe veiligheid buisleidingen evenals de Structuurvisie buisleidingen zullen eerst eind 2008 gereed zijn. Vooruitlopend hierop wordt van de zijde van het Ministerie van VROM geadviseerd om binnen een afstand van 100 meter van een aardgastransportleiding, dit komt overeen met de PR 10-6/jaar contour, geen nieuwe woningen op te richten, teneinde mogelijke conflicten en het ontstaan van nieuwe saneringssituaties te voorkomen.
Deze zone is op de plankaart aangegeven en heeft als consequentie dat er specifieke eisen worden gesteld aan het bebouwen van kavels aan de oostzijde van het gebied.
Luchtverkeer
Het plangebied is gelegen op enige afstand van Eindhoven Airport / Vliegbasis Eindhoven. Deze vliegbasis is een militair vliegveld met medegebruik door de burgerluchtvaart. De luchtvaart wordt beschouwd als een risicovolle activiteit. Om kwetsbare bestemmingen (woningen, scholen, recreatieterreinen, bedrijven, kantoren enzovoort) tegen luchtvaartactiviteiten te beschermen, is op rijksniveau een beleid voor externe veiligheid geformuleerd.
Het beleid dat ontwikkeld wordt om de veiligheid voor de omgeving van een luchthaven te optimaliseren, heeft enerzijds betrekking op de omgeving zelf, anderzijds heeft het beleid betrekking op veiligheid aan de bron.
In het voorjaar van 2003 is gestart met de voorbereiding van nieuwe wetgeving op het gebied van milieu, externe veiligheid en ruimtelijke ordening voor o.m. de regionale en kleine luchthavens. In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn geen milieukwaliteitseisen opgenomen voor externe veiligheid van deze luchthavens.
De risico's ten gevolge van het militaire en het burgerluchtvaartverkeer zijn ten behoeve van het Milieueffectrapport (MER) voor het luchtvaartterrein in opdracht van de Koninklijke Luchtmacht door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) berekend. De resultaten zijn in de rapportage NLR-Memorandum ATEP-2005-090 van september 2005 beschreven en weergegeven.
Het MER en de berekeningen ten behoeve van de externe veiligheidscontouren zijn in het kader van de aanwijzingsbesluiten ten behoeve van het aanwijzen van het militaire luchtvaartterrein Eindhoven en het vaststellen van de geluidszone, samen met de aanwijzing over de planologische doorwerking van het besluit naar bestemmingsplannen, vanaf 24 juli tot en met 4 september 2006 ter inzage gelegd.
De verwachting is dat het plangebied in de maximale groeivariant van de luchthaven blijvend buiten de PR 10-6 en 10-7/jaar contouren is gelegen.