direct naar inhoud van Artikel 16 Leiding - Gas
Plan: Waterrijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80056-0301

Artikel 16 Leiding - Gas

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Leiding - Gas´ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een (ondergrondse) gastransportleiding;
  • b. met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Bouwen op grond van andere bestemmingen

In afwijking van het bepaalde bij de andere op de verbeelding aangewezen bestemmingen (basisbestemming) mogen op of in de gronden binnen het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak behorende bij deze bestemming geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd anders dan ten behoeve van deze bestemming.

16.2.2 Bouwen van gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

16.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1, en toestaan bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende basisbestemmingen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende bestemming van toepassing.

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden op de gronden met de bestemming Gasleiding zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden en/of het anderszins wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende en/of hoogopgaande beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
  • d. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.

16.4.2 Uitzonderingen

Het in artikel 16.4.1opgenomen verbod is niet van toepassing op werken welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

16.4.3 Toelaatbaarheid

De in artikel 16.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend,

indien het behoud van een veilige ligging van de leiding en de continuïteit van de functie van de betreffende leiding zijn gewaarborgd, met dien verstande dat:

  • a. alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in artikel 16.4.1wint burgemeester en wethouders advies in bij de betreffende leidingbeheerder.