Tegenbosch

4.7 Externe veiligheid

Bij het maken van ruimtelijke plannen is het van belang dat het bevoegd gezag rekening houdt met de risicocontouren rondom bedrijven en transportroutes. In het kader van het project basisnet maken V&W, VROM en overige betrokkenen met behulp van kaarten momenteel nzichtelijk welke gebruiksruimte nodig is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en welke veiligheidszones nodig zijn voor kwetsbare functies.

Voor inrichtingen gelden de grenswaarden/richtwaarden uit het BEVI. Het BEVI (art. 5) verplicht de toepassing van de (nieuwe) grenswaarden in het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), onder meer bij de vaststelling/herziening van een bestemmingplan. Bestemmingplannen vormen bij uitstek het instrument om het aspect externe veiligheid, voor zover het betrekking heeft op ruimtelijke ordening, juridisch te verankeren en zo ongewenste situaties in de toekomst te voorkomen.

De gemeente Eindhoven heeft in samenwerking met de brandweer met betrekking tot dit aspect een Visie Externe Veiligheid (Risico's de maat genomen, mei 2009) opgesteld. De visie is op 19 mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. De doelstelling het werken aan een veilige stad in balans wat impliceert dat ruimte voor risicovolle activiteiten alleen mogelijk is wanneer dit in balans is met de fysieke omgeving en beheersbaarheid. De kernpunten zijn:

• het saneren van bestaande knelpunten;
• het voorkomen dat nieuwe knelpunten ontstaan;
• het bieden van ruimte voor de uitbreiding of vestiging van risicovolle bedrijvigheid;
• het sturen op duurzaam gebruik van industriegrond;
• het stimuleren van gedeelde verantwoordelijkheid bij risicoveroorzakers;
• het realiseren van een basisniveau beheersbaarheid in gebieden met een verhoogd risico.

Om te beoordelen of er risicobronnen aanwezig zijn, is de risicokaart geraadpleegd.

Uit bovenstaande blijkt dat er geen overlap bestaat met de 10-6/jr plaatsgebonden risicocontour.

Wegverkeer

De Oirschotsedijk is een transportroute voor gevaarlijke stoffen. In 2006 is een onderzoek uitgevoerd naar de externe veiligheidsrisico’s van bulktransport over gemeentelijke wegen binnen Eindhoven2 .

Uit dit onderzoek blijkt dat het alleen zinvol is om voor de John F. Kennedylaan en de Leenderweg de veiligheidsrisico’s te berekenen, Voor de overige routedelen zijn de transportfrequenties in combinatie met de aanwezige bebouwing zodanig laag dat het niet zinvol is om de externe veiligheidsrisico’s gedetailleerd in beeld te brengen.

Uit de berekeningen blijkt dat er bij het transport van gevaarlijke stoffen in bulkhoeveelheden door de gemeente Eindhoven geen grens- en/of richtwaarden worden overschreden voor het plaatsgebonden risico.

Voor wat betreft het plaatsgebonden risico kan er geen 10-5 per jaar of 10-6 per jaar contour worden ‘getrokken’.

Uit de berekeningen blijkt dat er bij het transport van gevaarlijke stoffen in bulkhoeveelheden door de gemeente Eindhoven de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden. Dit bestemmingplan maakt de bouw van acht nieuwe woningen mogelijk. De geringe toename van het aantal bewoners heeft een marginale invloed op de rekenkundige hoogte van het groepsrisico. Gelet op de beperkte omvang van het bouwproject en het bovenstaande rapport kan daarom worden gesteld dat de oriëntatiewaarde van het groepsrisico ter plaatse van de bouwlocatie Tegenbosch niet zal worden overschreden.

De oriëntatie waarde van het groepsrisico is echter niet meer dan een ijkpunt in een totale afweging. Iedere relevante verandering van het groepsrisico – boven en onder de oriëntatie waarde – dient verantwoord te worden (zie verder onder ‘Toetsingskader’).

Begin 2008 zijn met de Regionale brandweer afspraken gemaakt dat zij in bepaalde gevallen niet om advies gevraagd hoeven te worden maar dat kan worden volstaan met een standaard advies. Het betreft de navolgende gevallen:

• Ontwikkelingen langs lokale wegen met kleine omvang (< 50 woningen);
• Ontwikkelingen langs spoor en andere wegen als de invloed op het groepsrisico marginaal is tenzij het gaat om beperkt zelfredzame personen.

Aangezien de omvang van het bouwproject beperkt is, de invloed op het groepsrisico marginaal is en er geen sprake is van een specifieke doelgroep die beperkt zelfredzaam is kan worden volstaan worden met een algemeen advies:

• het project moet voldoen aan de gemeentelijke beleidsregels bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid;
• er dient een mogelijkheid te zijn dat van de risicobron kan worden afgevlucht;
• eventueel zijn nadere ontruimingsafspraken noodzakelijk.

Vliegveld

De locatie ligt niet binnen de 10-6 per jaar contour voor het plaatsgebonden risico van het vliegveld Eindhoven. De locatie ligt wel binnen de 10-8 per jaar contour voor het plaatsgebonden risico van het vliegveld. Het invloedsgebied voor het vliegveld is nog niet vastgesteld. De 10-8 per jaar contour voor het plaatsgebonden risico is echter een doorgaans redelijk betrouwbare indicatie voor de grens van het invloedsgebied. Daarom kan worden aangenomen dat de locatie eveneens in het, voor het groepsrisico relevante, invloedsgebied (LC01) van het vliegveld ligt. Voor het groepsrisico bestaat echter nog geen toetsingskader.

• 2. Transport Gevaarlijke stoffen door de Gemeente Eindhoven: Royal HASKoning, 6 oktober 2006, Rapportnr. 9R8954/R00001/901866/DenB