9.2 Bouwregels
9.2.1 hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd;
-
b. de oppervlakte van een bouwperceel dient minimaal 400 m2 bedragen;
-
c. de oppervlakte van een hoofdgebouw mag maximaal 60 % van het bouwperceel bedragen;
-
d. de maximale bouwhoogte van een hoofdgebouw is 11 m;
voor het minimum aantal parkeerplaatsen gelden de parkeernormen zoals opgenomen in Bijlage 2;
-
e. het oprichten van woningen en andere geluidsgevoelige functies is slechts toegestaan indien de woningen voorzien zijn van een dove gevel tenzij:
-
1. de woningen voldoen aan de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde (voor rail- en wegverkeerslawaai) en de woningen niet meer dan 55 dB aan industrielawaai op de gevel van de hoofdmassa hebben;
-
2. of de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
9.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan op een afstand van minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
-
b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen mag per bouwperceel niet bedragen dan:
-
1. 75 m2 met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 65 % van het bebouwbaar erf;
-
2. 100 m2 bij een bouwperceel groter dan 500 m2 met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 % van het bebouwbaar erf;
-
c. de goot- en bouwhoogte van een aan- en uitbouw en bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 m met dien verstande dat de goot- en bouwhoogte nooit meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw; indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen.
9.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is 2 m, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan 1 m is;
-
b. de maximale bouwhoogte van palen en masten is 6 m;
-
c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 3 m.