direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Koemeersdijk Wintelre
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0770.BPWkmd6001-VAST

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische activiteiten;
  • b. extensief recreatief medegebruik;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt het volgende:

  • a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het agrarisch grondgebruik worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 2,0 m, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen maximaal 1,5 m mag bedragen;
    • 2. het oprichten van sleufsilo's niet is toegestaan;
    • 3. tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan, met een maximale bouwhoogte van 2,5 m (indien en voorzover er sprake is van een bouwwerk);
    • 4. overige teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boomteelthekken zijn niet toegestaan.
  • b. ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik is voorts uitsluitend het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan zoals banken, picknicktafels e.d. met een maximale bouwhoogte van 2,0 m.
  • c. paardenbakken zijn niet toegestaan.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Omgevingsvergunning paardenbak t.b.v. hobbymatig gebruik

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder c teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen deze bestemming paardenbakken toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de paardenbak wordt aansluitend aan het bouwvlak of het bestemmingsvlak Wonengesitueerd;
  • b. de paardenbak wordt zodanig gesitueerd en/of ingepast dat deze geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden vormt;
  • c. schuurtjes, lichtmasten en andere aan de paardenbak verwante bouwwerken zijn niet toegestaan;
  • d. de oppervlakte van de paardenbak bedraagt maximaal 800 m2;
  • e. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.