Plan: | 's Gravenmoer Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0766.BP2013000014-VG01 |
In dit hoofdstuk wordt een beknopte ruimtelijke en functionele analyse van het plangebied gegeven. In paragraaf 2.2 zijn de belangrijkste beleidsuitgangspunten en randvoorwaarden benoemd die bij het opstellen van het bestemmingsplan zijn gehanteerd.
Historische ontwikkeling plangebied
Het plangebied bestaat in ruimtelijk-functioneel opzicht uit vier deelgebieden (zie figuur 2.1):
Dit onderscheid komt voort uit de ontstaansgeschiedenis van het plangebied. De ontginning van het oorspronkelijke veengebied is bepalend geweest voor de ontwikkeling en structuur van de kern. De systematische ontginning van het veen dateert van het eind van de 13e eeuw tot begin 19e eeuw.
De ontginning is vanaf de hoge oeverwal van de Donge gestart. Toen de eerste bebouwing nabij de Donge in verval raakte, heeft zich, ter plaatse van de huidige Hoofdstraat, evenwijdig aan de rivier een nederzetting gevormd als een lang lint met tweezijdige agrarische bebouwing. Voor het bereiken van de drassige moergronden en voor het vervoer van de gestoken turf is vervolgens de Molenvaart aangelegd, die evenwijdig aan en naast de Dwarsdijk heeft gelegen. Later heeft zich evenwijdig aan de Hoofdstraat en de Molenvaart een tweede ontginningsbasis gevormd. De 's Gravenmoersche Vaart, waaraan deze tweede nederzetting is ontstaan, en de Vaartweg zijn vóór het midden van de 16e eeuw gegraven c.q. aangelegd. De beide nederzettingen en de Donge werden in oost-westelijke richting verbonden door de Kerkdijk, Molendijk en Julianalaan.
De voor veenontginningen zo kenmerkende slagenstructuur van smalle, langgerekte percelen is voor een groot deel nog onveranderd. Het oorspronkelijke watersysteem is daarentegen aangepast. De watergang in de Hoofdstraat is in de 17e eeuw gedempt. Ook de Molenvaart, waaraan de vroegere haven lag, is gedempt. Alleen de 's Gravenmoersche Vaart met zijn vele bruggetjes toont nog het karakteristieke beeld. In de 2e helft van de vorige eeuw zijn in de kern aan de oost-west-as planmatige uitbreidingen en een sportpark toegevoegd.
De bebouwingslinten en de kern worden omgeven door landbouwgronden. Met name voor het karakter van de bebouwingslinten is de visueel-ruimtelijke relatie met de agrarische percelen van groot belang. Ook is de agrarische oorsprong van de bebouwing in de linten kenmerkend.
Het landbouwkundig gebruik in 's Gravenmoer bestaat vooral uit grondgebonden veehouderij, open grondtuinbouw (fruitteelt en boomteelt) en glastuinbouw.
Figuur 2.1. Ruimtelijke opbouw met deelgebieden
Ruimtelijk-functionele analyse deelgebieden
Hierna worden de stedenbouwkundige opzet en de ruimtelijke karakteristiek van de verschillende deelgebieden beknopt en puntsgewijs beschreven. In de beschrijvingen wordt ingegaan op de ontsluitingsstructuur, de groenstructuur, bebouwingskenmerken en specifieke kwaliteiten en knelpunten.
Deelgebied | Beschrijving ruimtelijke karakteristiek |
Bebouwingslinten | |
Algemeen | In de bebouwingslinten is de ontstaansgeschiedenis van 's Gravenmoer nog duidelijk herkenbaar. Dit komt onder meer tot uiting in het bebouwingspatroon, de functies, het veelal beeldbepalend karakter van de bebouwing, de monumentale beplanting, de profielopbouw en de contrastrijke overgang naar het aangrenzende landelijk gebied. Tussen beide linten (Hoofdstraat en Vaartweg-Waspikse weg) zijn verschillen die vooral worden bepaald door de mate van samenhang van de karakteristieke elementen en de profielopbouw. Hierna worden beide linten afzonderlijk beschreven. |
Hoofdstraat | De Hoofdstraat vormt het oudste deel van de kern. Kenmerkend voor het bebouwingspatroon zijn: - het vrijstaand karakter van de bebouwing op relatief smalle maar diepe percelen; - de afwisselende rooilijn; - de verdichting bij de oude dwarsverbindingen Molendijk en Wilhelminalaan; - de variatie in de hoogte, vorm en bouwstijl; - de overheersende nokrichting haaks op de weg; - de grote onbebouwde ruimtes bij de agrarische functies (voorerf, agrarische percelen tot aan de weg) met name in het middelste gedeelte; - de cultuurhistorische waarde van vele panden; - het groene karakter door de monumentale laanbeplanting, erfbeplanting en tuinaanleg; - het voorkomen van sloten/vaarten in de bebouwde kom. De Hoofdstraat heeft een gemengd functiepatroon. De woonfunctie overheerst, maar wordt afgewisseld met agrarische bedrijven, niet-agrarische bedrijven, detailhandel, kantoren, horeca en maatschappelijke functies (dorpshuis en dergelijke). Er is sprake van een concentratie van functies bij het knooppunt met de Molendijk. Behalve door bebouwing wordt het ruimtelijk beeld in de Hoofdstraat ook bepaald door het laankarakter en de erfbeplanting. De traditionele erfbeplanting met heggen, leilinden en boomgaard is nog volop aanwezig. Bij sommige oudere panden is sprake van een monumentale tuinaanleg met diverse oude bomen. De cultuurhistorische waarde van de panden in de bebouwingslinten komt tot uiting in het grote aantal gemeentelijke en rijksmonumenten. Door de sterke onderlinge samenhang en de relatie met de omgeving zijn deze panden van groot belang voor de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. |
Vaartweg-Waspikse weg | Dit bebouwingslint heeft in hoofdzaak dezelfde kenmerken als de Hoofdstraat, zoals een open bebouwingswijze, smalle en diepe percelen, variatie in maat en schaal, de nokrichting (veelal haaks op de weg), de cultuurhistorische waarde van veel panden en het groene karakter. Er zijn echter ook duidelijke verschillen. - Het functiepatroon is minder afwisselend. Wonen en agrarische bedrijfsfuncties (met name fruitteelt, potplantkwekerij en grootschalige kassenbedrijven) overheersen in grotere mate en zijn meer gemengd dan in de Hoofdstraat. Andere functies komen nauwelijks voor. - De 's Gravenmoersche Vaart aan de oostzijde van de weg is van groot belang uit cultuurhistorisch (een turfvaart uit de 15e en 16e eeuw) en ruimtelijk-visueel (profielopbouw, laanbeplanting, bruggetjes per perceel) oogpunt. - Het aantal cultuurhistorisch waardevolle panden is geringer dan aan de Hoofdstraat. Door de spreiding en de relatie met de 's Gravenmoersche Vaart is echter sprake van een zeer sterke samenhang. |
Woonstraten en -gebieden | |
Algemeen | De woongebieden en woonstraten worden gekenmerkt door een overwegende woonfunctie en zijn doorgaans tot stand gekomen door een planmatige woningbouwontwikkeling. |
Kerkwijk | Dit gebied omvat het woongebied Kerkwijk, gelegen tussen de Hoofdstraat-Wielstraat en de Donge. Het betreft een woongebied dat voor het overgrote gedeelte in de jaren '70 is gerealiseerd. In de jaren '80 en '90 is de buurt planmatig verder ontwikkeld. Bijzonder is de ligging van de Nederlands Hervormde Kerk en het Kerkebos, centraal in de buurt. Kenmerkend voor het gebied is de aanwezigheid van verschillende woningtypes. Naast bejaardenwoningen zijn patiobungalows, vrijstaande bungalows en vrijstaande, halfvrijstaande en aaneengebouwde eengezinswoningen gerealiseerd. De bungalows zijn gesitueerd op relatief kleine percelen (350 m2 - 400 m2) aan de rand van het Kerkebos en aan de Donge. De bejaardenwoningen zijn geconcentreerd op twee locaties, namelijk aan de Kerkebosdreef (zuidrand van de buurt) en aan de Zwaanstraat tegenover het kerkplein. Bijzonder is het groene karakter van Kerkwijk. Anders dan bij de bebouwingslinten is niet zozeer de erfbeplanting van bijzondere waarde als wel het boomrijke openbaar groen. |
Wielstraat | De Wielstraat wordt gekenmerkt door vrijstaande woonhuizen met een beperkte variatie in vorm en perceelsbreedte. De woningen zijn van recentere datum en hebben niet het karakter van de woningen in de Hoofdstraat. Daarom is de Wielstraat niet als onderdeel van het bebouwingslint Hoofdstraat meegenomen. |
Den Bieselaar | Het woongebied Den Bieselaar is gerealiseerd in de jaren '80. Het betreft een planmatig opgezet woongebied met woningen in laagbouw (goothoogte 4 tot 6 meter). In de stedenbouwkundige structuur en het stratenpatroon is aansluiting gezocht bij de overwegend oostwest gerichte watergangen en kavelgrenzen van het oorspronkelijke slagenlandschap en -patroon. Behalve de woonfunctie zijn er in het gebied ook enkele maatschappelijke voorzieningen (scholen) aanwezig. Met uitbreiding van het woongebied Den Bieselaar eind jaren '80 (Den Bieselaar II) en midden jaren '90 (Den Bieselaar II, 2e fase) is de stedenbouwkundige ontwikkeling aan de noord- en noordoostkant van de kern nagenoeg afgerond. Alleen op een perceel ten oosten van de Lange Veertel en ten zuiden van 't Bieslant is nog woningbouw mogelijk. In het bestemmingsplan 's Gravenmoer Dorp uit 2003 is woningbouw mogelijk gemaakt, in combinatie met de realisatie van een groene zone langs het oude Vaartje. Hoewel er nog geen concrete plannen voor de locatie zijn opgesteld, valt de ontwikkeling daarvan wel binnen de planperiode te verwachten. Het woongebied wordt aan de noordzijde afgerond door het wandelgebied 't Bieslant. |
Elzenweide - Oude Vaartje | Ten oosten van het woongebied Den Bieselaar, aan de waterloop Oude Vaartje ligt de meest recente uitbreiding van de kern: Elzenweide. De voormalige paardenweide ten westen van Oude Vaartje en het voormalige Cebeco-terrein, ten oosten van het Oude Vaartje zijn getransformeerd tot woningbouw. Het oostelijk deel bestaat voornamelijk uit aaneengebouwde woningen en halfvrijstaande woningen. Deze uitbreiding sluit stedenbouwkundig aan bij de bestaande stedenbouwkundige structuur van de wijk. Op deze manier vindt een duidelijke afronding plaats van de bestaande wijk. De transformatie van dit gebied krijgt een landelijk karakter. Centraal in dit plandeel zal een openbaar gebied worden gerealiseerd, dat aan de noordelijke zijde grenst aan het buitengebied. Het openbaar gebied is, samen met het Oude Vaartje, een belangrijk 'venster' naar het buitengebied. Doorzichten naar het open landschap richting het noorden worden in dit plandeel zo veel mogelijk behouden en versterkt, waardoor de beoogde landelijke sfeer wordt versterkt. De randen grenzend aan het buitengebied worden zoveel mogelijk ingevuld met groenvoorzieningen, zodat een 'zachte' overgang met het buitengebied wordt gevormd. |
Wilhelminalaan-Capelseweg | De Wilhelminalaan ligt ten zuiden van de bebouwde kom, tussen de Hoofdstraat en de gemeentegrens. In westelijke richting, op de overgang van de Donge in de Onkelsloot, eindigt de Wilhelminalaan op de gemeentegrens. Het bebouwingslint echter loopt in westelijke richting door in de kern Oosteind (gemeente Oosterhout). De Capelseweg ligt, voor zover behorend tot de gemeente Dongen, in het noordoosten van het plangebied. Beide bebouwingslinten liggen enigszins geïsoleerd ten opzichte van de bebouwde kom. De Wilhelminalaan is over het algemeen enkelzijdig bebouwd. In oostelijke richting, nabij de Hoofdstraat, is het bebouwingslint over een beperkte lengte tweezijdig. In westelijke richting, nabij de gemeentegrens, is de Wilhelminalaan nagenoeg onbebouwd. De Capelseweg is een kort dubbelzijdig bebouwingslint. Aan de overzijde van de gemeentegrens (de gemeente Waalwijk) is de Capelseweg nagenoeg onbebouwd. Beide bebouwingslinten hebben uitsluitend een woonfunctie. Het betreft met name vrijstaande en halfvrijstaande woningen op grote kavels met beperkte variatie in vorm en perceelsbreedte. |
Emmalaan- Julianalaan |
De Emmalaan is een nagenoeg enkelzijdig bebouwingslint dat onderdeel uitmaakt van de bebouwde kom. Ten behoeve van de verkeersveiligheid is eenrichtingsverkeer ingesteld. De Emmalaan staat in rechtstreekse verbinding met de Molendijk en indirect met de Dwarsdijk die uitsluitend voor fietsers en voetgangers toegankelijk is en het buitengebied ten zuiden van de bebouwde kom tussen de Hoofdstraat en Vaartweg in twee delen splitst. Aan de Emmalaan wordt uitsluitend gewoond. Met de Molendijk vormt de Julianalaan de verbinding tussen de Hoofdstraat-Wielstraat en de Vaartweg-Waspikse weg, de belangrijkste toegangswegen tot de kern 's Gravenmoer. De Julianalaan is een tweezijdig bebouwingslint waaraan vrijwel uitsluitend wordt gewoond. Het betreft voornamelijk vrijstaande woonbebouwing op ruime percelen. |
Molendijk- Havenkade |
De Molendijk en de Havenkade zijn woonstraten in de bebouwde kom van 's Gravenmoer. De Molendijk vormt evenals de Julianalaan een schakel in de verbinding tussen de Hoofdstraat-Wielstraat en de Vaartweg-Waspikse weg. Deze woonstraten hebben duidelijk een ander karakter dan de woonstraten Emmalaan en Julianalaan. Aan de Molendijk zijn enkele bedrijven, commerciële en maatschappelijke voorzieningen gevestigd. Aan de Molendijk bevinden zich enkele cultuurhistorisch waardevolle panden. De zichtbare kenmerken van de oude turfhaven en het Oude Vaartje, zijn eveneens van cultuurhistorisch belang. |
Sportpark | |
Sportpark 't Wiel |
Dit deelgebied is voor een belangrijk gedeelte in recreatief gebruik. In het gebied is grofweg een zonering aanwezig van intensief naar extensief, van zuidoost naar noordwest, zowel naar inrichting als naar gebruik. De sportzaal, de kleedruimte voor de tennisvereniging en de tennisvelden worden gekenmerkt door de meest intensieve inrichting en gebruik, gevolgd door de kleedruimte van de voetbalvereniging en de voetbalvelden. De inrichting van het sportpark in de richting van de Donge (trainingsveld) is extensief. |
Landelijk gebied | |
Algemeen | Dit deelgebied wordt gekenmerkt door een overwegend agrarisch grondgebruik met een kleinschalig open graslandkarakter. Het oude ontginningspatroon is nog goed herkenbaar (slagenverkaveling) en leidt, in combinatie met de bebouwingslinten, de oude dijken en de beplantingsstructuur, tot een hoge waardering in cultuurhistorisch en landschappelijk opzicht. De combinatie van deze oorspronkelijke elementen die de typerende ontginningsgeschiedenis van de omgeving van 's Gravenmoer illustreren is van grote landschappelijke en cultuurhistorische waarde. De oude dijken (langs de Donge, de Dwarsdijk, Brouwersdijk en de Lage Dijk) zijn daarin naast de bebouwingslinten zeer kenmerkend, door de begeleidende beplanting en de onverharde paden. |
Landelijk gebied Donge-Hoofd- straat |
Het gebied tussen de Donge/Kerkdijk en de Hoofdstraat is, afgezien van de bebouwing aan de Wilhelminalaan nagenoeg onbebouwd. Het gebied heeft in hoofdzaak een agrarische functie. De verkavelingsstructuur (gekoppeld aan de bebouwingsstructuur) is van cultuurhistorische betekenis en als zodanig waardevol. De Wilhelminalaan doorkruist het deelgebied en verdeelt het in twee delen. Het gebied ten noorden van de Wilhelminalaan heeft door de begrenzing die wordt gevormd door het woongebied Kerkwijk, de Donge/Kerkdijk, de Wilhelminalaan en de Hoofdstraat een besloten karakter. Het gebied ten zuiden van de Wilhelminalaan is kleinschalig en wordt begrensd door de Wilhelminalaan, Hoofdstraat, Brouwersdijk en de Donge. In het gebied is sprake van verschillende vormen van grondgebruik zoals grasland en fruitteelt. De huiskavels van de agrarische bedrijven zijn gelegen in het bebouwingslint van de Hoofdstraat. De Donge, evenals de in het plangebied gelegen dijken en de waterlopen langs de dijken (boezemsloten) zijn landschappelijk en ecologisch waardevol. |
Landelijk gebied Hoofdstraat- Vaartweg |
Het relatief open gebied tussen de Hoofdstraat en de Vaartweg, ten zuiden van de Julianalaan en Emmalaan, heeft in hoofdzaak een agrarische functie. In het deelgebied is sprake van verschillende vormen van grondgebruik zoals grasland, kassen en boomgaarden. Het gebied is grotendeels ingeklemd door bebouwing. Aan de noordzijde wordt het gebied begrensd door de Emmalaan en de Julianalaan, aan de oostzijde door de Vaartweg en aan de westzijde door de Hoofdstraat. Aan de zuidzijde grenst het gebied aan de Hoge Dijk en Lage Dijk en het agrarisch gebied ten zuiden daarvan. Het gebied wordt door de Dwarsdijk en de bijbehorende beplanting in twee compartimenten verdeeld. Het gebied heeft daardoor een relatief besloten karakter. De vorm (splitsing door de Dwarsdijk) en omvang van het gebied alsmede de geïsoleerde ligging ten opzichte van het noordelijk gelegen buitengebied beperken de agrarische ontwikkelingsmogelijkheden. De aan de Vaartweg gelegen glastuinbouwbedrijven zijn sterk bepalend voor het karakter van het gebied ten oosten van de Dwarsdijk. Het fietspad op de Dwarsdijk is van recreatieve betekenis. De verkavelingsstructuur (gekoppeld aan de bebouwingsstructuur) is cultuurhistorisch waardevol. De Hoge Dijk en Lage Dijk en de Dwarsdijk hebben een landschappelijke en ecologische waarde. Dit deelgebied behoort tot het gebied dat in de Provinciale Verordening ruimte is aangeduid als Verwevingsgebied. Voor een dergelijk gebied is sprake van een menging van functies. Er gelden beperkingen voor de uitoefening van agrarische bedrijven. Binnen het gebied zijn geen intensieve veehouderijen aanwezig. |
Landelijk gebied Vaartweg- gemeentegrens |
De gronden ten oosten van de Vaartweg-Waspikse weg worden door de aanwezige waterloop op de grens met de gemeente Waalwijk begrensd en beperkt tot een smalle strook agrarisch gebied. Hierdoor is sprake van een zekere geïsoleerde ligging ten opzichte van het overige buitengebied hetgeen beperkingen oplegt aan de agrarische gebruiksmogelijkheden mede gelet op de nabijheid van woonbebouwing. De gronden gelegen binnen het gebied zijn met name in gebruik door agrarische bedrijven gelegen in het bebouwingslint Vaartweg-Waspikse weg. In het gebied is met name sprake van grondgebruik in de vorm van grasland. Binnen het gebied zijn geen intensieve veehouderijen aanwezig. |
Landelijk gebied ten noorden van sportpark 't Wiel | De zone direct ten noorden van de kern (ten zuiden van de Slapende Dijk) heeft een geheel eigen karakter. Het gebied wordt gekenmerkt door een kleinschalig landschap, smalle kavels met kavelgrensbeplanting en een afwisselend bodemgebruik. Het betreft een waardevol restant van het slagenlandschap. De gronden zijn cultuurhistorisch en landschappelijk waardevol door de opstrekkende verkaveling en de kavelgrensbeplanting. Het gebied is in hoofdzaak in gebruik als grasland. Dit deelgebied behoort tot het gebied dat in de Provinciale Verordening ruimte is aangeduid als groenblauwe mantel (zie paragraaf 2.2). Voor de groenblauwe mantel wordt ingezet op behoud en herstel van watersystemen en ambities op het vlak van ecologie. Er gelden beperkingen voor de uitoefening van agrarische bedrijven. Binnen het gebied zijn geen intensieve veehouderijen aanwezig. |
Ruimtelijke ontwikkelingen blijven de komende jaren naar verwachting vooral beperkt tot vervangende woningbouw en aanpassingen (uitbreiding, beëindiging) van maatschappelijke functies en bedrijven. Op beheersniveau zullen ontwikkelingen aan de orde zijn, gericht op het inspelen op actuele eisen en wensen met betrekking tot de woonomgeving (onder andere groen- en verkeersstructuur) en de woningvoorraad (bouw- en woontechnische aanpassingen).