direct naar inhoud van 7.3 Ontwikkeling van de intensieve veehouderij, glastuinbouw en boomteelt versus ecologie, woon- en leefomgeving
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

7.3 Ontwikkeling van de intensieve veehouderij, glastuinbouw en boomteelt versus ecologie, woon- en leefomgeving

In deze paragraaf wordt ingegaan op een aantal specifieke agrarische ontwikkelingen: de ontwikkelingsmogelijkheden van intensieve veehouderij, glastuinbouw en boomteelt in relatie tot ecologie en de woon- en leefomgeving. Deze afweging is overigens ook reeds gemaakt bij de opstelling van het reconstructieplan.

Versterking van functies onderling

Er is nauwelijks sprake van een onderlinge versterking van deze functies.

Strijdigheid van functie-eisen

De schaalvergroting van de intensieve veehouderij kan zorgen voor grotere geurhinder bij geurgevoelige objecten. In de gebieden met een overwegende landbouwfunctie is dit niet of in beperkte mate het geval.

De schaalvergroting van de intensieve veehouderij nabij natuurgebieden zorgt voor een toename van stikstofdepositie op natuurgebieden. Naarmate intensieve bedrijven op grotere afstand van natuurgebieden liggen zijn deze effecten kleiner.

Glastuinbouw en boomteeltbedrijven met een aanzienlijk areaal teeltondersteunende voorzieningen zorgen met name voor visuele hinder bij bewoners en gebruikers van het buitengebied.

Afweging en conclusie

De functies ecologie en woon- en leefomgeving staan op gespannen voet met de ontwikkeling van de intensieve veehouderij, glastuinbouw en boomteelt. Gestreefd wordt naar scheiding van deze functies in het buitengebied, om aan de wensbeelden van de verschillende functies te kunnen voldoen.

In het landbouwontwikkelingsgebied Moersedreef kunnen intensieve veehouderij, glastuinbouw en boomteelt de ruimte krijgen. Grondgebonden bedrijven kunnen er omschakelen naar intensievere bedrijfsvormen en er zijn mogelijkheden voor de nieuwvestiging van deze bedrijven. In deze gebieden moet voorkomen worden dat de intensieve landbouwfuncties in de toekomst belemmeringen ondervinden van andere functies.

In de extensiveringsgebieden wordt gestreefd naar een vermindering van het aantal intensieve veehouderijen. De bestaande bedrijven die in deze gebieden overblijven worden beperkt in hun uitbreidingsmogelijkheden om een toename van stikstofdepositie en geurhinder te voorkomen.

In de tussenliggende gebieden wordt per afzonderlijke situatie beoordeeld of de intensieve veehouderij zich hier verder kan ontwikkelen, de zogenaamde duurzame locaties in verwevingsgebieden uit het reconstructieplan.

Naast de geboden mogelijkheden voor glastuinbouw in het landbouwontwikkelingsgebied staat de gemeente voor de keuze hoe om te gaan met de mogelijke doorgroeilocatie voor glastuinbouw in het gebied begrensd door de Vaartweg, Bosweg, Fazantenweg en de Onkelsloot.

Een mogelijk doorgroeigebied kan de status van doorgroeigebied krijgen op grond van een door de gemeente, in overleg met belanghebbenden, op te stellen duurzaam en strak begrensd inrichtings- en bestemmingsplan. In dit plan moeten de mogelijkheden tot voortzetting of uitbreiding van de bestaande positief bestemde glastuinbouwbedrijven worden beschreven in relatie tot in het gebied aanwezige waarden en belangen van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige, milieuhygiënische of recreatieve aard alsmede de wijze waarop het gebied wordt ingericht en synergievoordelen kunnen worden gehaald.

In een doorgroeigebied kan de uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven tot een maximum van 5 ha mogelijk worden gemaakt mits verdiend op basis van een afgewogen ruimtelijk plan.

Nieuwvestiging van een glastuinbouwbedrijf en herschikken van bouwblokken is op beperkte schaal mogelijk.

De gemeente laat in haar keuze meewegen dat:

  • de glastuinbouw een belangrijke economische factor is in de lokale economie;
  • er mogelijkheden voor nieuwvestiging worden geboden in het LOG Moersedreef; in het doorgroeigebied wil de gemeente terughoudend zijn met nieuwvestiging en geen nieuwe bouwvlakken meer toestaan;
  • de huidige, in het vigerende bestemmingsplan Dongen Buitengebied 1997 opgenomen glastuinbouwconcentraties bewust zijn gesitueerd aan de minder waardevolle delen van de bebouwingslinten, rekening houdend met de ontwikkelingsmogelijkheden van andere agrarische sectoren en op plaatsen waar al een relatief groot oppervlakte aan kassen voorkomt;
  • er behoefte is aan uitbreidingsmogelijkheden bij de bestaande bedrijven in de huidige glastuinbouwconcentraties;
  • uitbreiding niet zonder meer kan worden toegestaan maar afhankelijk is van de mate waarin individuele ondernemers met een ruimtelijk plan kunnen aantonen dat de gevraagde ontwikkeling noodzakelijk is, op welke wijze bijgedragen wordt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit (onder andere met aandacht voor de lengte-breedte verhouding van kassen, onderlinge afstanden en landschappelijk inpassing) en of er synergievoordelen worden behaald.


Gelet hierop en gezien de voorgeschiedenis (gedeeltelijke onthouding van goedkeuring vigerende bestemmingsplan op dit onderdeel en partiële herziening uit 2006) wordt het vigerende beleid voor de glastuinbouwconcentraties voortgezet en vormt het de vertaling van de aanduiding "mogelijk doorgroeigebied".