Hoofdstuk 5 Beleidskader
De hoofdstukken 5 tot en met 7 bevatten een uitgebreide beschrijving van de bouwstenen die ten grondslag liggen aan de gebiedsvisie en beleidsthema's zoals beschreven in de hoofdstukken 2 en 3. Het bestemmingsplan buitengebied is niet alleen een belangrijk beleidsinstrument voor de uitvoering van het gemeentelijk beleid voor het buitengebied maar het dient ook ter uitvoering van het ruimtelijk beleid van rijk en provincie. Dit beleidskader is vastgelegd in een groot aantal wetten, nota's, plannen en andere documenten.
In dit hoofdstuk worden de voor het opstellen van de gebiedsvisie meest relevante onderdelen uit deze documenten kort samengevat. Een uitgebreid overzicht is opgenomen in bijlage 1.
Uit de verschillende rijks en provinciale beleidskaders (Nota Ruimte, Interimstructuurvisie en Paraplunota Noord-Brabant) kan de volgende hoofddoelstelling voor het buitengebied worden gedestilleerd.
Versterking van de vitaliteit van het platteland door:
- behoud en ontwikkeling van natuur- en cultuurhistorische waarde en ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit;
- duurzaam waterbeheer;
- duurzame en vitale landbouw, onder meer door mogelijkheden te bieden voor de primaire agrarische en verbrede bedrijfsvoering;
- vergroting van de toeristisch-recreatieve mogelijkheden;
- ruimte voor hergebruik van bebouwing en nieuwbouw in het buitengebied;
- ruimte voor nieuwbouw in combinatie met Ruimte-voor-Ruimteregeling inclusief de verbrede aanpak van ruimte voor ruimte.
Voor het onderhavige plangebied kunnen een aantal verbijzonderingen op dit beleid worden onderscheiden.
Interimstructuurvisie en Paraplunota provincie Noord-Brabant (2008)
In het provinciale beleid is aan het landelijke gebied van Dongen de volgende hoofdzonering toegekend:
- een gedeelte van de Polder van 's Gravenmoer is aangemerkt als Groene Hoofdstructuur - landbouw (subzone "leefgebied kwetsbare soorten"). Het betreft een leefgebied voor amfibieën en reptielen;
- de Polder van 's Gravenmoer is voor het overige aangeduid als Agrarische Hoofdstructuur- landschap (subzone "waterpotentiegebied"); de waterpotentiegebieden zijn landbouwgronden gelegen buiten de beekdalen die vanwege de (grond)watersituatie uitstekend geschikt zijn voor de ontwikkeling van nieuwe natuur; het gaat erom dat deze gebieden hun geschiktheid behouden voor mogelijke natuurontwikkeling in de verre toekomst;
- het resterende, overgrote deel van het plangebied is aangeduid als Agrarische hoofdstructuur, landbouw (AHS- landbouw);
- de gronden ten noordoosten van de kern Dongen zijn aangemerkt als glastuinbouwvestigingsgebied, een aanduiding die in het Reconstructieplan De Meierij is vertaald in een "mogelijk doorgroeigebied" en een "landbouwontwikkelingsgebied";
- het Wilhelminakanaal, de 's Gravenmoerse Noordkade en de Donge zijn aangewezen als natte ecologische verbindingszone;
- ten noorden van de Wildert is een droge verbindingszone geprojecteerd die de verbinding vormt tussen Boswachterij Dorst en Huis ter Heide;
- een gebied ten noorden van de kern 's Gravenmoer is aangewezen als "zoekgebied voor regionale waterberging"; deze aanduiding is niet concreet vertaald in het gebiedsplan de Wijde Biesbosch.
- ten westen van Dongen is op grondgebied van Dongen en Oosterhout een landschapsecologische zone geprojecteerd.
Figuur 5.1. Interimstructuurvisie en Paraplunota Noord-Brabant
Buitengebied in ontwikkeling (juli 2004)
In de nota is voor kernrandzones en andere bebouwingsconcentraties een ten opzichte van het toenmalige streekplan verruimd beleid ontwikkeld. Op basis van de bebouwingsdichtheid en de verscheidenheid aan functies, het vigerende bestemmingsplan Dongen Buitengebied en de Structuurvisie PLUS zijn de volgende bebouwingslinten als bebouwingsconcentratie als bedoeld in de nota aan te merken: Klein Dongenseweg, Vaartweg, Groenstraat, Eindsestraat / Breedstraat, Doelstraat en Westerlaan.
Reconstructieplan De Meierij en Gebiedsplan de Wijde Biesbosch (2005)
In deze plannen zijn de volgende relevante aanduidingen opgenomen:
- "ecologische verbindingszone" langs het Wilhelminakanaal, de 's Gravenmoerse Noordkade en de Donge;
- "landschapsecologische zone" ten noorden van De Wildert en tussen de kern Dongen en Oosteind;
- "te behouden en versterken natuurwaarden" in het noordoosten van de Polder van 's Gravenmoer;
- "ontwikkelen en versterken van landschaps-, cultuurhistorische en natuurwaarden" langs de Donge;
- "reserveringsgebied 2016" in de omgeving van de zandwinplas aan de Moersedreef;
- de aanwijzing van gebieden waar de intensieve veehouderij op termijn zal verdwijnen ("extensiveringsgebieden");
- de aanwijzing van gebieden met een gemengde functie waar uitbreiding van of omschakeling naar intensieve veehouderij mogelijk is, maar alleen op duurzame locaties ("verwevingsgebieden");
- de aanwijzing van gebieden waar sprake is van ruime ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij (uitbreiding, omschakeling en nieuwvestiging: "landbouwontwikkelingsgebieden" (LOG Moersedreef));
- "ruimte voor glastuinbouw en boomteeltzoekgebied" in het LOG Moersedreef;
- "mogelijk doorgroeigebied glastuinbouw" in het gebied begrensd door de Hoge dijk / Lage dijk, Vaartweg, Bosweg, Fazantenweg en Onkelsloot;
- "grondgebonden landbouw in een open landschap" in de Polder van 's Gravenmoer;
- "kansrijke extensieve recreatie" in een zone rond de kern Dongen tot de Vaartweg.
Figuur 5.2. Reconstructieplan de Meierij en gebiedsplan de Wijde Biesbosch
Structuurvisie PLUS (2001)
De gemeenteraad van Dongen heeft op 20 december 2001 de Structuurvisie PLUS vastgesteld. De structuurvisie is tot en met 2010 de leidraad en het toetsingskader voor het stimuleren en toelaten van nieuwe ontwikkelingen in de bebouwde kom en het buitengebied.
Relevante bouwstenen uit de structuurvisie voor het bestemmingsplan Buitengebied zijn:
- het streven de lange, harde kernranden langs de Noorderlaan en de Berlagestraat te verzachten, door het realiseren van kleinschalige landschapselementen; daarnaast is het gewenst om een aantal recreatieve paden te ontwikkelen, vanuit de kernen het landelijk gebied in;
- het streven de ruimtelijke stabiliteit in twee kernrandzones (gebied tussen de Westerlaan en de gemeentegrens en het gebied tussen de Eindsestraat en de Vierbundersweg) te vergroten; voor eerstgenoemd gebied verdient de ontwikkeling van een groene randzone aanbeveling waarin een aantal recreatieve functies kunnen worden ingepast;
- de volgende zonering van het landelijke gebied:
-
1. voor het gebied ten noorden van 's Gravenmoer ligt vanuit bodem en waterhuishouding een accent op de melkveehouderij; voor de rest van het buitengebied geldt een brede grondgebonden ontwikkelingsrichting;
-
2. voor de glastuinbouw worden ontwikkelingsmogelijkheden geboden zowel voor uitbreiding als nieuwvestiging; gezien de ruimtelijke implicaties van kassenbouw zijn de ontwikkelingsmogelijkheden beperkt tot bepaalde gebieden (de glastuinbouwconcentraties zoals die zijn opgenomen in het vigerende bestemmingsplan Dongen Buitengebied 1997);
-
3. bieden van mogelijkheden voor de intensieve veehouderij;
- versterking van de eigen identiteit van het Dongense landschap, afgestemd op de verschillende landschapstypen en ruimtelijke eenheden;
- realiseren van de provinciaal vastgestelde ecologische verbindingszones; de verbindingszone de Donge wordt gedeeltelijk ten oosten van de kern gerealiseerd (omleiding Onkelsloot);
- de aanduidingen beeldbepalend water (De Vaart, 't Molenvaartje, 's Gravenmoersche Vaart) en attentiegebied water (Polder van 's Gravenmoer).
Figuur 5.3. Structuurvisie PLUS
Landschapsplan / Ontwikkelingsplan LOG Moersedreef e.o.
De oorspronkelijke slagenverkaveling in het gebied Moersedreef vormt het uitgangspunt voor de landschappelijke inrichting die in het Landschapsplan is voorgesteld. Het landschapsplan voorziet in brede beplantingsstroken, haaks op de Vaartweg, afgewisseld met ontwikkelingsstroken voor intensieve veehouderij, glastuinbouw en boomteelt.
Voor de intensieve veehouderij is vervolgens een Ontwikkelingsplan opgesteld. In het Ontwikkelingsplan is een aantal ontwikkelingsscenario's doorgerekend. Daarbij is rekening gehouden met onder andere geur, ammoniak en de randvoorwaarden uit het Landschapsplan.
In het definitieve scenario is voor Dongen sprake van 2 locaties voor doorontwikkeling van rundveebedrijven, 2 tot 7 locaties voor doorontwikkeling of omschakeling intensieve veehouderij en 2 tot 5 nieuwvestigingslocaties voor intensieve veehouderij.
Figuur 5.4. Landschapsplan LOG Moersedreef
Kernteam LOG Moersedreef
In de provincie Noord-Brabant zijn 8 landbouwontwikkelingsgebieden als prioritair te ontwikkelen LOG aangewezen. Het landbouwontwikkelingsgebied Moersedreef heeft de status van een dergelijk prioritair LOG. Een kernteam van betrokken instanties richt zich op een integrale ontwikkeling van het LOG om te voorzien in de vestiging van intensieve veehouderijbedrijven. Ook de gemeente verkiest een integrale aanpak om zowel de vestiging van bedrijven als het landschappelijke raamwerk te realiseren. Vooralsnog verleent de gemeente geen medewerking aan individuele verzoeken teneinde de integrale aanpak niet te frustreren.