Plan: | Dongen Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001 |
De mogelijkheden voor nieuwe economische dragers in het buitengebied worden beschreven in de provinciale notitie Buitengebied in ontwikkeling (BIO).
Algemeen
Nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven zijn op basis van de provinciale nota BIO alleen toelaatbaar indien het gebruik ook als vervolgfunctie aanvaardbaar is. De achtergrond daarvan is dat lastige handhavingssituaties (waarbij een nevenfunctie moet worden beëindigd, omdat de functie niet toelaatbaar is als vervolgfunctie) zo kunnen worden voorkomen.
Als vervolgfunctie en derhalve als nevenactiviteit zijn in het algemeen toegestaan functies die passen bij het buitengebied (landbouw, natuur, recreatie en stedelijk uitloopgebied). Daarbij kunnen de volgende categorieën functies worden onderscheiden:
Voor deze nevenactiviteiten en vervolgfuncties geldt dat hiervoor uitsluitend de bestaande bebouwing kan worden gebruikt. Afhankelijk van de toegestane functie kan de noodzaak aanwezig zijn om een aanvullend maximum te stellen aan het aantal m² dat voor deze functie kan worden benut.
Bebouwingsconcentraties
Voorts heeft de gemeente conform de nota BIO de mogelijkheid om op basis van een gebiedsgerichte visie ruimhartiger om te gaan met neven- en vervolgfuncties in bebouwingsconcentraties, met als uitgangspunt dat de ruimtelijke kwaliteit in brede zin daardoor moet worden verbeterd.
Ten opzichte van de mogelijkheden buiten de bebouwingsconcentraties is in de bebouwingsconcentraties de volgende verruiming aanvaardbaar:
Gemeentelijk beleid
De gemeente Dongen wil haar eigen beleid op onderdelen liberaler en ruimhartiger formuleren met het toestaan van neven- en vervolgfuncties, dan het provinciaal beleid. Kleinschalige horeca-activiteiten, dienstverlenende bedrijven zonder baliefunctie, detailhandel (niet verwant aan de agrarische sector maar gerelateerd aan het buitengebied) en (verblijfs)recreatieve functies worden niet uitsluitend in de bebouwingsconcentraties maar ook daarbuiten (met uitzondering van het landbouwontwikkelingsgebied) toelaatbaar geacht. Bovendien is de vestiging van neven- en vervolgactiviteiten niet uitsluitend voorbehouden aan agrarische bedrijfslocaties en voormalige agrarische bedrijfslocaties. Ook bij andere burgerwoningen zijn neven- en vervolgactiviteiten toegestaan.
De ontwikkeling van bedrijfsmatige activiteiten met een geringe milieubelasting (milieucategorie A, B1 of B2) acht het gemeentebestuur, overeenkomstig het provinciale beleid, uitsluitend in de bebouwingsconcentraties gewenst.
Gelet op het streven naar verbetering van de ruimtelijke kwaliteit worden aan de voorgestelde verruimingen de volgende, algemene voorwaarden gesteld:
Voor de bebouwingsconcentraties die in Dongen zijn onderscheiden worden de volgende aanvullende voorwaarden gehanteerd voor het toepassen van de beschreven extra ontwikkelingsmogelijkheden.
Klein Dongenseweg
Vaartweg
Groenstraat
Westerlaan
Doelstraat
In de landbouwontwikkelingsgebieden zijn er beperkte mogelijkheden voor nieuwe economische dragers, namelijk alleen voor agrarisch-verwante neven- en vervolgfuncties. Gelet op het beleid gericht op ontwikkeling van de intensieve veehouderij, boomteelt en glastuinbouw, worden de ontwikkelingsmogelijkheden voor andere nevenactiviteiten en vervolgfuncties beperkt.
In tabel 3.3 is weergeven welke niet-agrarische functies als nevenfunctie of als vervolgfunctie toelaatbaar zijn, binnen en buiten de bebouwingsconcentraties.
Bouwmogelijkheden nieuwe economische dragers
Ondanks verruimde (gebruiks)mogelijkheden voor nieuwe economische dragers binnen en buiten de bebouwingsconcentraties blijft het noodzakelijk om de bouwmogelijkheden te beperken ten behoeve van het behoud van het landelijke karakter van het buitengebied en het tegengaan van ongewenste verstening.
Niet-agrarische neven- en vervolgfuncties mogen gevestigd worden binnen het bouwvlak in de bestaande bedrijfsgebouwen.
Voor alle neven- en vervolgfuncties wordt als richtgetal een maximaal toegestane oppervlakte aangehouden (binnen de bestaande bebouwing) voor het nieuwe gebruik van 400 m². Hiervan kan in incidentele gevallen worden afgeweken tot maximaal 1.000 m² voor bedrijven die, gezien de aard en omvang van de activiteiten een groot ruimtebeslag kennen zoals agrarische loonbedrijven.
Voor een aantal neven- en vervolgfuncties gelden kleinere maximumoppervlaktematen ten aanzien van het gebruik. Het brutovloeroppervlak, in gebruik voor een kleinschalige horecagelegenheid mag bijvoorbeeld niet meer dan 100 m² bedragen. Voor verkoop aan huis van boerderij- en streekeigen producten geldt een maximale verkoopvloeroppervlakte van 100 m², zodat geen concurrentie met het voorzieningenniveau in de kernen ontstaat.
Bij het ontwikkelen van een niet-agrarische neven- of vervolgfunctie dient zorg te worden gedragen voor een goede landschappelijke inpassing. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden binnen het bouwvlak.