direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf-1 tot en met 10': een bedrijfsactiviteit zoals hierna in de tabel genoemd;

aanduiding   bedrijfsactiviteit  
specifieke vorm van bedrijf -1   opslagbedrijf met tentenverhuur  
specifieke vorm van bedrijf -2   aannemersbedrijf  
specifieke vorm van bedrijf -3   slachterij  
specifieke vorm van bedrijf -4   metaalbewerking  
specifieke vorm van bedrijf -5   garagebedrijf  
specifieke vorm van bedrijf -6   verhuisbedrijf  
specifieke vorm van bedrijf -7   vervallen  
specifieke vorm van bedrijf -8   meubelstoffeerderij  
specifieke vorm van bedrijf -9   tuinontwerp en -aanleg  
specifieke vorm van bedrijf -10   stalling en reparatie van bronneringswerktuigen  

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': opslag van goederen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': een garagebedrijf en tevens detailhandel in motorbrandstoffen- met uitzondering van de verkoop van LPG;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

6.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' de bouw van een bedrijfswoning niet is toegestaan;
  • b. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • c. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • d. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen)   6 m   10 m   200 m²/750 m³  
bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen / per woning   3,5 m   7 m   80 m²  
bedrijfsgebouwen en overkappingen   6 m, tenzij anders op de kaart is aangegeven   maximaal 4 m meer dan de maximaal toelaatbare goothoogte   100% van het bestemmingsvlak, tenzij de maatvoeringsaanduiding anders aangeeft  
bouwlagen onder peil       maximaal 1 bouwlaag uitsluitend onder het hoofdgebouw  

  • e. alle gebouwen worden in of achter de dichtst bij de weg gelegen bestaande voorgevelrooilijn gebouwd;
  • f. de goothoogte van bedrijfswoningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de bedrijfswoning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de bedrijfswoning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en antennes bedraagt ten hoogste 10 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m met dien verstande dat voor de gronden met de aanduiding 'maximale goothoogte' bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, tot een bouwhoogte van ten hoogste 7 m zijn toegestaan;
  • d. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 60 m².
6.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.2.1 onder d voor het bouwen van een groter gebouw of overkapping binnen het bestemmingsvlak, met in achtneming van het volgende:

  • a. het maximaal te bebouwen oppervlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot;
  • b. voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 3 m;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • d. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;
  • e. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen op gronden gelegen tussen bedrijfsgebouwen en de meest nabij gelegen bestemming Verkeer is niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. de opslag van bagger en grondspecie is op de onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • d. zelfstandige kantoren en detailhandel zijn niet toegestaan, met uitzondering van het bepaalde in 6.1 onder c;
  • e. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • f. het gebruiken van een gebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • g. het gebruiken van een bijgebouw ten behoeve van bewoning is niet toegestaan;
  • h. Wgh-inrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan.
6.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.4 onder f voor het bieden van mantelzorg in een bedrijfswoning, aan- of uitbouw of een bijgebouw bij de woning, met in achtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse van percelen waarop krachtens het plan een woning is toegestaan en ook feitelijk aanwezig is;
  • b. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • c. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een medische noodzaak, onderschreven door een indicatie-orgaan;
  • d. per woning is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw tot een maximale omvang van 80 m² als mantelzorgruimte toegestaan;
  • e. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
6.6 Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, na bedrijfsbeëindiging de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen-1 of Wonen-3 met dien verstande dat:

  • a. het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak en het bouwvolume van de gebouwen niet mogen worden vergroot;
  • b. de maximaal toelaatbare goot- en bouwhoogte van de gebouwen niet mag worden gewijzigd.