direct naar inhoud van Artikel 11 Horeca
Plan: Dongen Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0766.BP2009000001-0001

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horecabedrijven;

alsmede voor:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'feestzaal': tevens een café en zalenverhuur uit de categorie 2 van de Staat van Horecabedrijven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend parkeervoorzieningen en voorzieningen voor sport en spel;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

11.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'parkeerterrein' zijn gebouwen niet toegestaan;
  • b. per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' de bouw van een bedrijfswoning niet is toegestaan;
  • c. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen)   6 m   10 m   200 m²/750 m³  
bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen / per woning   3,5 m   7 m   80 m²  
bedrijfsgebouwen en overkappingen   4 m, tenzij anders op de kaart is aangegeven   maximaal 4 m meer dan de maximaal toelaatbare goothoogte   100% van het bestemmingsvlak tenzij de maatvoeringsaanduiding anders aangeeft  
bouwlagen onder peil       maximaal 1 bouwlaag uitsluitend onder het hoofdgebouw  

  • d. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 m;
  • e. de goothoogte van bedrijfswoningen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van de bedrijfswoning ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van de bedrijfswoning ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en antennes bedraagt ten hoogste 10 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m;
  • e. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 60 m².
11.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 11.2.1 onder c voor het bouwen van een groter gebouw of overkapping binnen het bestemmingsvlak, met in achtneming van het volgende:

  • a. het maximaal te bebouwen oppervlak mag met ten hoogste 15% worden vergroot;
  • b. voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing, die bestaat uit een beplantingsstrook met een dichte struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 3 meter;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • d. ontheffing is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering;
  • e. ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen op gronden gelegen tussen bedrijfsgebouwen en de meest nabij gelegen bestemming Verkeer is niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 meter is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. het gebruiken van een gebouw ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  • d. het gebruiken van gebouwen als seksinrichting is niet toegestaan;
  • e. het gebruiken van een bijgebouw ten behoeve van bewoning is niet toegestaan.
11.5 Ontheffing van de gebruiksregels
11.5.1 Ontheffing mantelzorg

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 11.4 onder c voor het bieden van mantelzorg in een bedrijfswoning, aan- of uitbouw of een bijgebouw bij een woning, met in achtneming van het volgende:

  • a. ontheffing wordt slechts verleend ter plaatse van percelen waarop krachtens het plan een woning is toegestaan die ook feitelijk aanwezig is;
  • b. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een goed woon- en verblijfsklimaat;
  • c. ontheffing wordt slechts verleend indien sprake is van een medische noodzaak, onderschreven door een indicatie-orgaan;
  • d. per woning is slechts 1 aan- of uitbouw of bijgebouw tot een maximale omvang van 80 m² als mantelzorgruimte toegestaan;
  • e. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
11.5.2 Ontheffing Staat van Horecabedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 11.1:

  • a. om bedrijven toe te laten in 1 categorie hoger dan op deze gronden in lid 11.1 is toegestaan, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 11.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horecabedrijven zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 11.1 genoemd.
11.6 Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, na bedrijfsbeëindiging de bestemming Horeca wijzigen in de bestemming Wonen-1 of Wonen-3 met dien verstande dat:

  • a. het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak en het bouwvolume van de gebouwen niet mogen worden vergroot;
  • b. voor de gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' de wijziging niet mag worden toegepast;
  • c. de maximaal toelaatbare goot- en bouwhoogte van de gebouwen niet mag worden gewijzigd.