Plan: | Kom Liessel, 2e herziening |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.BP201201-D001 |
Liessel is ontstaan tussen enkele gehuchten, zoals Loon, Leensel en Hoek, op de dekzandrug langs de Astense Aa. De eerste vermelding van Liessel dateert van 1340. Al in 1420 is er sprake van een kapel.
In de late Middeleeuwen en de 16e en 17e eeuw werden agrarische ontginningen meermalen gesplitst. Hierdoor ontstonden kleine agrarische nederzettingen rondom de oorspronkelijke hoeven.
Tussen de hoeven groeide de nederzetting Liessel. Lange tijd betrof het niet meer dan een verzameling van losse boerderijen en gehuchten. De ontginning van de schrale gronden rond de gehuchten hield in eerste instantie gelijke tred met de bevolkingsgroei. Liessel heeft meerdere keren getracht een vorm van zelfstandigheid te verkrijgen, maar dit heeft nooit lang stand gehouden. In 1851 werd de St. Willibrordusparochie opgericht. Toen de bevolking in de tweede helft van de 19e eeuw in de regio sterk toenam als gevolg van de grootschalige ontginningen, volgden ook andere voorzieningen: de kerk, het klooster, de eerste school en het patronaatsgebouw.
2.1 topografische situatie omstreeks 1850
2.2 topografische situatie omstreeks 1900
2.3 topografische situatie omstreeks 1950
2.4 topografische situatie omstreeks 2010
Liessel 1850 - heden
Op de afbeeldingenreeks 2.1 tot en met 2.4 zijn topografische kaartfragmenten van Liessel uit omstreeks 1850, 1900, 1950 en 2010 weergegeven. Vergelijking van deze kaartfragmenten geeft een indruk van de ontwikkeling van Liessel in de afgelopen honderdzestig jaar.
Tot rond 1950 groeide Liessel als agrarisch dorp, pand voor pand. Daarna bereikt de naoorlogse stedelijke expansie ook Liessel.
Afbeelding 2.4 illustreert de grote verstedelijking van Liessel na 1950, met de uitbreidingswijken Sintenbuurt, Buntsche Akkers en de Wel.