Plan: | Kom Vlierden, 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.BP201010-C001 |
In dit hoofdstuk wordt het ontstaan en de ontwikkeling van Vlierden tot op heden omschreven.
breuken in oostelijk Noord-Brabant en Midden Limburg
Vlierden ligt in een gebied dat wordt doorsneden door een zuidoost-noordwest gericht breukenstelsel, waarvan de Peelrandbreuk de belangrijkste is.
De Peelrandbreuk vormt de grens tussen de westelijke Centrale Slenk of Roerslenk en de oostelijk gelegen Peelschollen. De breuk is nog steeds in beweging.
Op navolgende afbeelding is de geomorfologische kaart weergegeven. Vlierden ligt op een dekzandrug. Aan de noord- en zuidzijde liggen de beekdalen Oude Aa en Astense Aa.
geomorfologische kaart Deurne
De eerste tekenen van vaste bewoning in Vlierden, genoemd naar het beekje de Vlier, stammen uit de vroege Middeleeuwen vanaf circa 500. De hoge en droge zandrug, gelegen tussen twee lage, natte beekdalen, was in de omgeving de gunstigste plek voor bewoning. Vlierden wordt voor het eerst in een geschrift uit het jaar 721 genoemd als “Fleodrodum”.
Vlierden is van oorsprong een akkerdorp. Het dorp is ontstaan tussen de beekdalen van de Oude Aa en de Astense Aa op een hoger gelegen dekzandrug en bestond uit verspreid gelegen kleine boerderijen. In de late Middeleeuwen lagen grotere hoeven buiten het dorp. Deze hoeven behoorden tot de abdij van Binderen, die in Brouwhuis - toen behorend tot de Vlierdense "Heerlyckheit" - in 1232 gesticht werd. In 1244 werd aan de Torenweg een kapel gebouwd, waarvan nog resten aanwezig zijn.
Een veel voorkomend kenmerk van Brabantse dorpen is de zogenaamde brink, die gevormd wordt door de samenkomst van drie wegen. Zo’n driehoekige ruimte was vaak een gemeenplaats, waaromheen gewoond werd. De bomen op de plaats werden voor gemeenschappelijk gebruik geplant. Ook in Vlierden komen een aantal brinken voor, zoals de samenkomst Brouwhuisweg - Schooteindseweg - Pastoriestraat.
De ontwikkeling van het dorpslint kreeg in 1672 een impuls met de bouw van een schuilkerk en de bouw van een raadhuis in 1767 (in 1902 geheel herbouwd). Los van het dorpslint lagen kleine groepjes boerderijen: Schooteind, Belgeren, de Hees, Vloeieind en Baarschot.
De circa 600 inwoners die Vlierden rond 1800 telde moesten zich tevreden stellen met een lage agrarische productie.
De schuilkerk werd in 1846 vervangen door een kerk in waterstaatsstijl, die na de Tweede Wereldoorlog is voorzien van een moderne gevel. De oude pastorie (nu woning) tegenover de kerk is gebouwd rond 1844. Een houten standerdmolen aan de Molenhuisweg werd na langdurig verval in 1832 gesloopt. In dezelfde straat, maar dichter bij de kern, werd een nieuwe molen gebouwd. Deze fraaie molen (gelegen buiten het plangebied) staat er nog en is, samen met het ernaast staande molenhuis, als rijksmonument beschermd. Vanwege de ligging aan een reisroute kende Vlierden veel herbergen en daarbij een brouwerij.
Vlierden bleef lange tijd een lineair dorp langs noordwest-zuidoost georiënteerde zandwegen van Helmond naar Liessel. Pas nadat aan het eind van de 19e eeuw de beekdalenstructuur wordt doorbroken, als de weg van Deurne naar Vlierden met Ommel wordt verbonden, verandert de oriëntatie geleidelijk. In 1925 worden de nieuwe pastorie en het klooster naast de kerk nog aan de oude hoofdweg gebouwd, maar in toenemende mate verschuift het accent van de bebouwing in deze eeuw in de richting van de huidige Vlierdenseweg.
In 1926 wordt Vlierden als zelfstandige gemeente opgeheven en bij Deurne gevoegd. In vervolg hierop wordt rond 1930 de weg tussen het dorp en Deurne verhard. De groei, nog steeds perceelsgewijs, richt zich daardoor meer in oostelijke richting.
Pas omstreeks 1950 komt er een einde aan de geleidelijke ontwikkeling van het dorp. Volgens moderne planningsprincipes wordt aan de noordzijde van het bebouwingslint aan de Pastoriestraat begonnen met de ontwikkeling van een nieuwe woonbuurt.
Aan de zuidoostzijde van de kern is in 2004 een randweg (Vlierdensedreef) aangelegd, die de (doorgaande) verkeersfunctie heeft overgenomen van de Vlierdenseweg.
Vlierden 1900 – 2000
Op navolgende afbeelding zijn topografische kaartfragmenten van Vlierden uit omstreeks 1900 en 2000 weergegeven. Vergelijking van beide kaartfragmenten geeft een indruk van de ontwikkeling van Vlierden (en omgeving) in de afgelopen eeuw.
Vlierden omstreeks 1900
Op bovenstaande afbeelding is weergegeven hoe Vlierden en omgeving er rond 1900 uitzagen. De hogere zandgronden vormen op de kaart een witte vlek ingesloten tussen (lichtgroene) gecultiveerde beekdalen aan de noord- en zuidzijde en de woeste heide- en bosgebieden aan de oost- en westzijde. De bebouwing ligt geconcentreerd in een lint langs Brouwhuisweg, de Schooteindseweg en de Pastoriestraat. De brink, waar genoemde wegen samenkomen, is ook deels bebouwd. Verder ligt aan de oostzijde van het plangebied aan de Kapelweg verspreide bebouwing.
Daarnaast is te zien hoe de, met een rode lijn aangeduide Vlierdenseweg (Asten-Ommel-Deurne), het oude Middeleeuwse patroon van wegen doorsnijdt.
Tevens is op het kaartfragment de locatie van de eerste kerk/kapel (ruïne) en de latere (huidige) locatie aangeduid.
Vlierden omstreeks 2000
Bovenstaande afbeelding toont de hedendaagse situatie. Duidelijk is de verstedelijking die in Vlierden en vooral ook in Deurne heeft plaatsgevonden in de twintigste eeuw. Deurne is naar Vlierden toegegroeid. Ook het omgevende agrarische landschap heeft een enorme schaalvergroting ondergaan. De beken zijn rechtgetrokken. Dit is ten koste gegaan van de oorspronkelijke meandering, met verlies van kwaliteit zowel vanuit het beeld als vanuit de natuur (flora en fauna).
Niet alleen zijn er in de loop der tijd een groot aantal (woon)straten aan het ‘oorspronkelijke’ patroon toegevoegd, ook zijn een aantal wegen komen te vervallen.
Op navolgende afbeelding is het historische stratenpatroon op de huidige kadastrale situatie ingetekend. De verdwenen wegen zijn in de vorm van kavelgrenzen vaak nog in de ondergrond aanwezig.
historisch wegenpatroon
Met de aanleg van de randweg aan de oostzijde van Vlierden is recentelijk een nieuw structuurelement aan het landschap toegevoegd. De landschappelijke basisstructuur bestaande uit zandrug, heide- en bosgebieden en beekdalen is ondanks genoemde ontwikkelingen nog steeds herkenbaar.