direct naar inhoud van 7.4 Wonen
Plan: Buitengebied 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.Bp01buitengeb2011-onh1

7.4 Wonen

7.4.1 Bestaande burgerwoningen

De bestaande woningen en de bijbehorende bijgebouwen in het buitengebied worden, wanneer niet illegaal opgericht, positief bestemd.

Woningen van ondermaatse omvang en kwaliteit (noodwoningen en dergelijke) moeten gesaneerd of positief bestemd worden. Positief bestemmen is alleen toegestaan als zicht bestaat op een verhoging van de beeldkwaliteit van woning en woonomgeving.

7.4.2 Uitbreiding van woningen

Voor de bestaande burgerwoningen wordt in het bestemmingsplan de volgende ontwikkelingsruimte geboden:

  • Burgerwoningen mogen worden vergroot naar een maximum van 600 m³, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt naar ligging. Daarbij worden ondergrondse ruimten zoals kelders niet meegeteld.
  • Bedrijfswoningen mogen worden vergroot naar een maximum van 750 m³.
  • Bij vergroting van karakteristieke woningen en bijgebouwen zoals voormalige landarbeiderswoningen, bakhuizen en Vlaamse schuren moet worden aangesloten bij de karakteristieke kenmerken. Op deze wijze wordt een positieve bijdrage gegeven aan de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Het Groene Woud.

7.4.3 Bijgebouwen

Bijgebouwen mogen maximaal 100 m² in oppervlak bedragen. Met het oog op het saneringsbeleid van de gemeente Boxtel mag hiervan worden afgeweken wanneer de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen reeds meer bedraagt dan 100 m².

Op grond van het bestemmingsplan Buitengebied 2011 is een verruiming van de maximale oppervlakte van bijgebouwen (tot maximum 250 m2) toegestaan als op het perceel of elders in het plangebied gebouwen worden gesloopt, waarbij het te slopen oppervlak het vijfvoudige dient te bedragen van het terug te bouwen oppervlak. Zie 7.4.4 voor een toelichting op de bonussloopregeling.

7.4.4 Bonussloopregeling

Het bestemmingsplan "Buitengebied 2006" kende een bonusregeling voor het bouwen van extra bijgebouwen bij burgerwoningen, agrarische bedrijfswoningen en bedrijfswoningen bij niet-agrarische bedrijven. Op grond van deze regeling was een verruiming van de maximale oppervlakte van bijgebouwen (tot maximum 250 m2) toegestaan als op het perceel of elders in het plangebied gebouwen werden gesloopt, waarbij het te slopen oppervlak het vijfvoudige diende te bedragen van het terug te bouwen oppervlak tot maximaal 250 m2.


In de nieuwe regeling is opgenomen dat het mogelijk is om bebouwing op andere locaties in het buitengebied te betrekken bij de verzilvering van de bonussloopregeling. Om te borgen dat op de slooplocatie geen nieuwe bebouwing wordt opgericht dient op de slooplocatie de bestemming te worden gewijzigd. Daarmee is veiliggesteld dat daadwerkelijk sprake is van ontstening in het plangebied.


Verder wil de nieuwe regeling de mogelijkheid bieden om de sloop niet alleen te verzilveren in de vorm van extra bijgebouwen. Deze herziening biedt de mogelijkheid om de sloop naar keuze in te zetten voor extra bijgebouwen óf voor een vergroting van de inhoudsmaat van de woning. Het zal duidelijk zijn dat de sloop slechts eenmalig kan worden ingezet.

7.4.5 Toevoegen woningen door middel van nieuwbouw en woningsplitsing

Nieuwe burgerwoningen worden in principe niet toegestaan, tenzij in het geval van Ruimte voor Ruimte-locaties. Het bestemmingsplan Buitengebied 2011 biedt hiervoor geen wijzigingsbevoegdheid. Dergelijke ontwikkelingen worden via een aparte planoloogische procedure mogelijk gemaakt.

Naast het bestemmingsplan Buitengebied 2011 wordt een apart bestemmingsplan voor concrete ontwikkelingen (genaamd het ontwikkelplan) in procedure gebracht. In dit ontwikkelplan (de eerste partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied 2011) wordt een aantal nieuwe ontwikkelingen gebundeld. Dit ontwikkelplan bevat ondermeer enkele initiatieven voor Ruimte voor Ruimte woningen.


Toevoeging van burgerwoningen door splitsing van gebouwen is niet toegestaan. Toevoeging van burgerwoningen door splitsing van traditioneel aanwezige langgevelboerderijen is echter wel toegestaan, omdat dit kan bijdragen aan het behoud van de voor het buitengebied kenmerkende boerderijgebouwen. Hierbij geldt als voorwaarde dat de bijbehorende bedrijfsgebouwen worden gesloopt, tenzij ze monumentale kwaliteiten bezitten, dat er geen nieuwe (vrijstaande) woning wordt opgericht (door het vervangen van de gesplitste woning door een vrijstaande woning) en dat rekening wordt gehouden met stankcirkels. Ze mogen functionerende agrarische bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden beknotten. In het buitengebied is ook toevoeging van burgerwoningen door splitsing van karakteristieke gebouwen die in gebruik waren voor zorg of religieuze doeleinden toegestaan, omdat dit kan bijdragen aan het behoud van deze panden.


De panden die in aanmerking komen voor splitsing zijn rijks- en gemeentemonumenten (op de verbeelding aangeduid als specifieke bouwaanduiding - monument) en beeldbepalende elementen (in een lijst als bijlage bij de regels).

7.4.6 Niet-woonfuncties aan huis

Aan huis gebonden beroepen en bedrijven zijn beperkt toegestaan tot 50 m2 mits dit niet tot overlast van de omgeving leidt (hierbij wordt met name gelet op de verkeersaantrekkende werking).

Wanneer de activiteit een grotere omvang heeft, is deze op de plankaart aangeduid met "bedrijf aan huis" en in het geval van een agrarisch bedrijf als hoofdactiviteit: "bedrijf". In de regels is vervolgens de aard van de nevenactiviteit, en de oppervlakte die hiervoor mag worden gebruikt, vastgelegd.

Bij het beoordelen van de inpassingsmogelijkheden dient de ruimtelijke impact het leidend principe te zijn, en dan in het bijzonder de verkeersaantrekkende werking.

Bed and breakfast is onder voorwaarden toegestaan. Zie hiervoor paragraaf 7.2.2.