1.7 Nieuwe Wet ruimtelijke ordening en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Per 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De wet heeft een aantal gevolgen voor de inhoud en procedure van (nieuwe) bestemmingsplannen:
- De procedure is korter dan voorheen omdat de goedkeuringsprocedure bij Gedeputeerde Staten (GS) is vervallen. GS krijgen wel de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen op een bestemmingsplan, tot het geven van een reactieve aanwijzing én de bevoegdheid om zelf een bestemmingsplan (c.q. inpassingsplan) op te stellen;
- De (binnenplanse) vrijstellingsmogelijkheid is met de Wro gewijzigd in een ontheffingsmogelijkheid. Met de inwerkingtreding van de Wabo is de ontheffing onderdeel geworden van de omgevingsvergunning. Er wordt niet meer gesproken van ontheffingsregels, maar van ‘afwijkingsregels’;
- De mogelijkheid voor het opnemen van wijzigingsbevoegdheden, uitwerkingen en aanlegvergunningenstelsels zijn gebleven, een nieuw instrument is de sloopvergunning. Met de inwerkingtreding van de Wabo zijn de aanlegvergunning en sloopvergunning onderdeel geworden van de omgevingsvergunning.
Er wordt niet meer gesproken van een aanlegvergunning, maar van een ‘omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden’;
- De mogelijkheid van een Beschrijving in Hoofdlijnen is vervallen;
- Een aantal procedures en bepalingen die tot nu toe in het bestemmingsplan zelf waren opgenomen zijn in de Wet ruimtelijke ordening of het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) komen te staan (procedures wijzigingen en uitwerkingen, strafbepalingen, algemene gebruiksbepaling);
- Voorschriften heten voortaan ‘regels’ en plankaart heet voortaan 'verbeelding';
- Vanaf 1 januari 2010 moeten nieuwe bestemmingsplannen digitaal gemaakt en raadpleegbaar zijn en moeten bestemmingsplannen voldoen aan de vormvereisten c.q. de DURP-standaarden waaronder het SVBP 2008.
Het bestemmingsplan is opgesteld conform de eisen van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008). Hierdoor kan het bestemmingsplan op een eenvoudige manier worden uitgewisseld met andere overheden, zoals de provincie.
De nieuwe digitale systematiek heeft weliswaar gevolgen voor het vertrouwde kaartbeeld en de opbouw van de planregels, maar sluiten naadloos aan bij de in de toekomst aan een bestemmingsplan te stellen eisen.