direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Liempde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP07liempde2012-VST1

Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie

22.1 Bestemmingsomschrijving

22.1.1 Bescherming

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische waardevolle elementen, patronen en gebieden, en met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' of de 'specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monument' de monumenten.

22.1.2 Belangen

De belangen van de in lid 22.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende enkelvoudige bestemmingen.

22.2 Bouwregels

Er mag uitsluitend worden gebouwd conform het bepaalde omtrent het bouwen voor de aldaar voorkomende onderliggende basisbestemming, indien uit een cultuurhistorisch basisonderzoek blijkt dat de cultuurhistorische waarden niet wordt verstoord of vernietigd, met in achtneming van het volgende:

  • a. behoud onderhoud en versterken gaat voor vernieuwen en ontwikkelen;
  • b. vernieuwen en ontwikkelen geschiedt vanuit en met respect voor de cultuurhistorische waarden, waarbij wordt getoetst aan de positionering van hoofd- en bijgebouwen op het perceel, de parcellering, de goot- en bouwhoogte, de kapvorm en -richting, de bouwwijze van het hoofdgebouw, het kleur- en materiaalgebruik en de geveltypering en -geleding;
  • c. het bevoegd gezag vraagt vooraf schriftelijk advies aan een ter zake deskundige of wordt voldaan aan bepaalde in sub b.

22.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van bouwwerken

22.3.1 Omgevingsvergunning voor het slopen

Het is verboden op of in de in lid 22.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag geheel of gedeeltelijk te slopen (omgevingsvergunning voor het slopen); het aantasten of vernietigen van cultuurhistorische elementen van dominante, beeldbepalend/kenmerkend cultuurhistorische waardevolle bouwwerken wordt gelijkgesteld met het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken.

22.3.2 Uitzondering

Het bepaalde in lid 22.3.1 is niet van toepassing op werken:

  • a. welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerking treden van dit bestemmingsplan;
  • b. waarvoor ten tijde van het inwerking treden van dit bestemmingsplan reeds een omgevingsvergunning is verleend;
  • c. welke voortvloeien uit bouwactiviteiten waarvoor omgevingsvergunning is verleend.

22.3.3 Criteria voor omgevingsvergunning voor het slopen

De omgevingsvergunning kan worden verleend indien:

  • a. indien uit een cultuur-/bouwhistorisch projectonderzoek blijkt, dat de cultuurhistorische waarden niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord, casu quo worden behouden, versterkt en/of ontwikkeld;
  • b. indien uit een onderzoek als genoemd onder sub a blijkt dat de aanwezige waarden worden verstoord dan wel vernietigd:
    • 1. wordt gemotiveerd hoe men vanuit die waarden nieuwe ontwikkelingen realiseert die binnen de karakteristiek als gebleken uit het cultuurhistorische basisonderzoek passen;
    • 2. documentatie plaats vindt van de te slopen waarden;
    • 3. voor bijzondere materiële relicten een duurzaam toekomstperspectief ex situ wordt gewaarborgd.

22.4 Wijzigingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag is bevoegd de in lid 22.1 bedoelde dubbelbestemming te wijzigen indien van rijkswege de grenzen van het beschermde dorpsgezicht zijn aangepast.