direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Boxtel-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP04boxteloost2012-ONH1

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend een nutsvoorziening;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', uitsluitend een zend-/ontvangstinstallatie;


met de daarbij behorende:

  • c. erven en terreinen;
  • d. groenvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter.

3.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van zend-/ontvangstinstallaties mag niet meer dan 45 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10 m² bedraagt;
  • b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 5 meter;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie; en
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 22 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. geluidszoneringsplichtige en BEVI-inrichtingen;
  • b. wonen;
  • c. detailhandel;
  • d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  • e. opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn.
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in artikel 3.1.
  • g. een seksinrichting.