direct naar inhoud van Artikel 23 Waarde - Leefgebied soorten van half-open cultuurlandschap - 2
Plan: Buitengebied Boxtel, Ontwikkelplan 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP01ontwplan2013-ONH1

Artikel 23 Waarde - Leefgebied soorten van half-open cultuurlandschap - 2

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Leefgebied soorten van half-open cultuurlandschap - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het leefgebied van soorten van half-open cultuurlandschap, waaronder begrepen agrarische gronden met een half-open karakter en de daarbij behorende natuurkwaliteiten, extensief gebruikte perceelsranden en overhoekjes;
  • b. het behoud van de openheid en de bescherming van het landschappelijke karakter van het waardevolle beekdal.

23.2 Specifieke gebruiksregels
23.2.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor:

  • a. teelt van houtgewas met agrarische productiefunctie.

23.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

23.3.1 Verbod

Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Leefgebied soorten van half-open cultuurlandschap - 2' aangewezen gronden de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken, uit te voeren:

  • a. grondwerkzaamheden zoals het afgraven, ophogen, vergraven en egaliseren van gronden;
  • b. waterhuishoudkundige ingrepen zoals het aanleggen van een drainagestelsel en het aanbrengen van onderbemaling, tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaand drainagestelsel door een gelijkwaardig stelsel, waaronder een peilgestuurd stelsel;
  • c. het aanleggen, dempen of wijzigen van sloten, greppels, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het verwijderen of rooien van bos- , natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
  • e. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen voor zover groter dan 200 m² per ingreep;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur waarbij de breedte van de grondwerken meer dan 50 cm bedraagt;
  • g. het verwijderen of wijzigen van perceelsgrenzen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilranden, landschapselementen en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
  • h. het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen met een tijdelijk karakter.

23.3.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 23.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden betreffen;
  • b. het normale agrarisch gebruik betreffen;
  • c. plaatsvinden binnen de bestemmingen 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Bedrijf', 'Horeca', 'Recreatie - Dagrecreatie', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en 'Wonen';
  • d. plaatsvinden binnen de bestemming 'Natuur';
  • e. plaatsvinden in het kader van natuurontwikkeling of -beheer;
  • f. die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.

23.3.3 Afwegingskader

De in 23.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de waarden van deze gronden kan plaatsvinden. Onder de waarde van deze gronden wordt ondermeer verstaan de waarde als leefgebied voor soorten van halfopen cultuurlandschap, zoals deze waarde tot uitdrukking komt in de aanwezigheid van weide- en akkervogels, akkerland, natte of vochtige, matig voedselrijke kruidenrijke graslanden, slootranden en wegbermen en opgaande beplanting.