4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijven met de volgende bedrijvigheid/functie:
(1) Grotestraat 18: assembleren van zonwering en rolluiken;
(2) Grotestraat 31a: installatiebedrijf;
(3) Grotestraat 80 en 80a: automatiseringsbedrijf (kantoor, groothandel en opslag);
(4) Sint Janslaan 11a en 11b: reviseren van startmotoren en dynamo’s;
(5) Stalenberg 16: aannemersbedrijf;
(6) Stalenberg 18: sloopbedrijf;
(7) Torenstraat 65: hoveniersbedrijf;
(8) Zandsteeg 3 opslag;
b. bedrijfswonen met bijbehorende bouwwerken;
c. een puinbrekerij ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – puinbrekerij’;
d. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
e. verkoop van (werk)kleding ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’;
f. een geluidwal ter plaatse van de aanduiding ‘geluidwal’;
g. nutsvoorzieningen, uitsluitend ter plaats van de aanduiding ‘nutsvoorziening’;
h. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen; met de daarbij behorende:
i. tuinen, erven en terreinen;
j. parkeervoorzieningen;
k. bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.1 Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen en daarbij behorende bouwwerken, gelden de volgende bepalingen:
a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
b. het bouwvlak mag worden bebouwd tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ vermelde bebouwingspercentage;
c. ten aanzien van de goot- en nokhoogte van de bedrijfsgebouwen gelden de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ opgenomen maximale hoogten.
d. ten behoeve van gebouwen voor nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
1. de inhoud mag niet meer dan 50 m³ bedragen;
2. de nokhoogte mag niet meer dan 3,20 meter bedragen;
4.2.2 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
a. de bedrijfswoning mag uitsluitend binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ worden gebouwd;
b. de bedrijfswoning moet met één gevel in, dan wel tot maximaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
c. ten aanzien van de goothoogte en hoogte van de woning gelden de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ opgenomen maximale hoogten.
4.2.3 Bij bedrijfswoningen behorende bouwwerken
Voor het bouwen van bij bedrijfswoningen behorende bouwwerken, voor zover gelegen buiten de aanduiding bedrijfswoning, gelden de volgende bepalingen:
a. de bijbehorende bouwwerken dienen binnen het bouwvlak en minimaal 1 meter achter de voorgevel c.q. de denkbeeldige lijn evenwijdig aan de voorgevel van de woning te worden gebouwd;
b. in afwijking van het bepaalde onder a. geldt, dat vóór de naar de weg toegekeerde zijde (voorgevel) van de woning een bouwwerk mag worden gebouwd, met dien verstande dat:
1. de afstand tot de aan de wegzijde gelegen perceelsgrens minimaal 1,5 meter bedraagt;
2. de goothoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag bedraagt;
3. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de voorgevel van de woning;
4. de diepte maximaal 1,5 meter bedraagt, gemeten vanaf de voorgevel van de woning;
c. het gezamenlijk oppervlak van de bijbehorende bouwwerken mag per perceel ten hoogste 60 m² bedragen;
d. indien de grondoppervlakte achter de voorgevelrooilijn groter is dan 200 m², dan mag de onder c. genoemde oppervlakte overschreden worden met 10% van het meerdere, echter tot maximaal 90 m²;
e. de goothoogte en hoogte mogen respectievelijk niet meer dan 3 meter en 5,5 meter bedragen;
f. naast het bepaalde onder c. en d. mag bij iedere woning een overkapping worden gebouwd waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
1. de oppervlakte mag niet meer dan 25 m² bedragen;
2. de hoogte mag maximaal 3 meter bedragen.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a. de bouwwerken geen gebouwen zijnde, moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b. de hoogte mag maximaal 3 meter bedragen, uitgezonderd erf- en terreinafscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2 meter, en vlaggenmasten waarvan de hoogte maximaal 8 meter mag bedragen.