direct naar inhoud van 2.1 Rijksbeleid
Plan: Steegsche Velden-oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0753.bpSteegscheV2011-VG01

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Nota Ruimte

Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. Hiermee is de weg vrij voor de uitvoering van het nieuwe nationale ruimtelijke beleid. In de Nota Ruimte gaat het om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020 met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke structuur van Nederland een belangrijke rol zal spelen.

In de nota staat 'ruimte voor ontwikkeling' centraal en gaat het kabinet uit van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Deze nota ondersteunt gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren. 'Ruimte voor ontwikkeling' betekent ook dat het rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang waarborgingen creëert om die te kunnen behouden en ontwikkelen.


Hoofddoel

Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is op een duurzame en efficiënte wijze ruimte te scheppen voor de verschillende ruimte vragende functies, de leefbaarheid van Nederland te waarborgen en te vergroten en de ruimtelijke kwaliteit van stad en platteland te verbeteren. Meer specifiek richt het kabinet zich op vier algemene doelen:

  • Versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • Bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • Borging en ontwikkeling van (inter)nationale waardevolle ruimtelijke waarden;
  • Borging van de veiligheid.


Stedelijke netwerken: Best als onderdeel van Brabantstad

De gemeente Best ligt zowel binnen het stedelijke netwerk 'BrabantStad' als binnen het economische kerngebied van de regio Zuidoost-Brabant / Eindhoven. De regio Zuidoost-Brabant/ Eindhoven is daarnaast aangemerkt als 'brainport' vanwege de vooraanstaande status op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.

BrabantStad bestaat uit 3 agglomeraties (Eindhoven-Helmond, Breda-Tilburg en 's-Hertogenbosch) met daartussen in een Nationaal Landschap; Het Groene Woud. De grote steden en de provincie Noord-Brabant zijn in 2001 een programmatische samenwerking aangegaan met als doel het stedelijke netwerk uit te bouwen én te versterken als derde Europese kennisregio. Dit alles in relatie tot een robuuste groenstructuur.


De vier grote opgaven voor BrabantStad zijn:

  • Stedelijkheid creëren en tegelijk het groene karakter van Brabant versterken;
  • Onderscheidende topvoorzieningen ontwikkelen, die BrabantStad op de kaart zetten, maar vooral ook tegemoet komen aan de vraag van de eigen inwoners;
  • De bereikbaarheid binnen de regio zodanig verbeteren, dat de grote steden en agglomeraties daadwerkelijk kunnen gaan functioneren als stedelijk netwerk;
  • Het kennis- en innovatieprofiel dusdanig verbreden, dat BrabantStad een nog aantrekkelijkere vestigingsplaats wordt voor (internationale) bedrijven.

Uitsnede kaart Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur: economie, infrastructuur, verstedelijking

afbeelding "i_NL.IMRO.0753.bpSteegscheV2011-VG01_0002.jpg"

Nationaal Landschap Het Groene Woud

In de nota ruimte zijn enkele waardevolle gebieden aangemerkt als 'Nationaal Landschap'. Deze Nationale Landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame en nationaal kenmerkende kwaliteiten op landschappelijk, cultuurhistorisch en natuurlijk gebied.

De kwaliteiten van deze gebieden moeten worden behouden, duurzaam worden beheerd en waar mogelijk versterkt.


Het plangebied ligt hemelsbreed op circa 600 meter ten zuiden van het Nationaal Landschap Het Groene Woud. De kernkwaliteiten van Het Groene Woud zijn het groene karakter, de kleinschalige openheid en het samenhangende complex van beken, essen, kampen, bossen en heides.

2.1.2 Realisatieparagraaf nationaal ruimtelijk beleid

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Dit heeft ook gevolgen voor de uitvoering van het nationale ruimtelijke beleid. Kern van de Wro is dat alle overheden vooraf hun belangen kenbaar maken en aangeven langs welke weg zij die belangen denken te realiseren. In juni 2008 heeft het Kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld. De realisatieparagraaf krijgt de status van structuurvisie en wordt als het ware toegevoegd aan de Nota Ruimte.

De realisatieparagraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder welke belangen zullen worden gewaarborgd in de 'AMvB Ruimte'. De AMvB zal gefaseerd worden opgesteld en in werking treden (1e tranche zal naar verwachting in 2011 worden vastgesteld).


Voor de ontwikkeling van het plangebied Steegsche Velden-oost zijn de onderstaande nationale belangen van toepassing:

  • Ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra, versterking van de kracht en diversiteit van de economische kerngebieden en verbetering van de bereikbaarheid (belang 01);
  • Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten (belang 07);
  • Het op orde brengen en houden van de regionale watersystemen (belang 12);
  • Behoud, beheer en versterking van de landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve kwaliteiten van de nationale landschappen (belang 14);
  • Ruimte voor groengebieden, volkstuinen, sportvoorzieningen en andere recreatiemogelijkheden in en om de stad bij nationale netwerken (belang 16);
  • Behoud en versterking van de kernkwaliteiten met betrekking tot natuur, architectuur, cultuurhistorie, gebruikswaarde en belevingswaarde van het landschap: landschappelijke kwaliteiten (belang 19);
  • Ruimtelijke aanpassing aan de gevolgen van klimatologische ontwikkelingen (belang 34);


Het kabinet zal de AMvB bevoegdheid onder andere inzetten op het onderwerp 'bundeling van verstedelijking en economische activiteiten'. Het beleidskader omvat een optimale benutting van bestaand bebouwd gebied, regime voor nieuwbouw in het buitengebied (inclusief uitzonderingsbepaling voor recreatiecomplexen) en locatiebeleid bedrijven en voorzieningen. Daarnaast zal ook 'behoud, beheer en versterking van de landschappelijke, cultuurhistorische en recreatieve kwaliteiten van de nationale landschappen' onderdeel uitmaken van de AMvB Ruimte.

2.1.3 Nota Mensen, Wensen, Wonen

De Nota Wonen (mei 2000) is opgezet onder het motto "de burger centraal". Daarbij wordt veel aandacht besteed aan de individualisering van de samenleving. In de nota wordt uitgegaan van drie uitgangspunten:

  • Meer keuzevrijheid voor burgers;
  • Aandacht voor maatschappelijke waarden;
  • Betrokken overheid bij beheerste marktwerking.


Aan de hand van deze drie uitgangspunten zijn vijf kernthema's benoemd:

  • Zeggenschap over woning en woonomgeving vergroten;
  • Kansen scheppen voor mensen in kwetsbare posities;
  • Wonen en zorg op maat bevorderen;
  • Stedelijk woonklimaat verbeteren;
  • Groene woonwensen faciliteren.

Deze nota geeft richting aan veranderingen in het woningbouwbeleid. Van de kwantitatieve woningbouwinspanningen vanuit de VINEX wordt nu de weg ingeslagen van de kwalitatieve woningbouw. Daarbij speelt de overheid een andere, meer betrokken rol.

In de interactieve samenleving, zo wordt gesteld, zal deze overheid het in toenemende mate van wilsovereenstemming moeten hebben. Het gaat om het principe van prestatie en tegenprestatie die als basis dient voor transacties tussen de partijen.

2.1.4 Visie architectuur en ruimtelijk ontwerp

Het kabinet ziet de structurele versterking van de rol van het ontwerp als voorwaarde voor een mooi en cultureel rijk Nederland: werken aan een mooier en duurzamer Nederland. Een stevige inbreng van het ontwerp is noodzakelijk om Nederland mooier te maken, maar het is niet de enige voorwaarde voor een mooi en duurzaam Nederland. De visie van het rijk op architectuur en stedenbouw maakt deel uit van het rijksbeleid voor een duurzame ruimtelijke inrichting.


Veel mensen hebben behoefte aan een onderscheidende, herkenbare leefomgeving. Gebouwen en gebieden winnen aan belevingswaarde als ze een uitgesproken identiteit hebben. Die kan geworteld zijn in het verleden of in de omgeving, maar ook worden ingebracht door een sterk nieuw ontwerp. Een sterke identiteit draagt ook bij aan duurzaamheid. Een duurzaam ingerichte leefomgeving kan zijn functie in sociaal, economisch, cultureel en ecologisch opzicht gedurende lange tijd blijven vervullen. Het is een leefomgeving die is voorbereid op de verwachte klimaatverandering en het gebruik van schone en vernieuwbare energiebronnen, waarin mensen gezond kunnen leven en waar ze niet te snel op zijn uitgekeken.

Mits goed ontworpen en ingepast, bieden nieuwe ruimteclaims en ontwikkelingen aanknopingspunten voor een ruimtelijke inrichting die duurzaam, functioneel en aantrekkelijk is. Ze kunnen worden benut om nieuwe ruimtelijke verbanden te leggen, karakteristieke elementen te versterken of toe te voegen, kwetsbare kwaliteiten te beschermen en te werken aan een duurzame energie- en waterhuishouding.