Plan: | Centrum, stationsgebied e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0753.BPcentrumstationeo-VG01 |
Exploitatieplicht
Voorliggend bestemmingsplan is grotendeels conserverend van karakter, waarbij de bestaande, feitelijke situatie wordt vastgelegd, met uitzondering van illegale situaties die vanuit ruimtelijk oogpunt niet gewenst zijn. De aanwezige ruimtelijke en functionele kwaliteit zal behouden blijven. De Wro maakt met het bepaalde in afdeling 6.4 het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten, wanneer deze planologisch mogelijk worden gemaakt in een bestemmingsplan en een wijziging van een bestemmingsplan. Bij ministeriële regeling is vastgesteld dat indien in het nieuwe bestemmingsplan geen sprake is van een ontwikkeling als hiervoor bedoeld, maar slechts sprake is van een onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan, deze dan niet vallen onder de exploitatiewetgeving. Het onderhavige bestemmingsplan betreft grotendeels een conserverend plan waarbinnen de bebouwing reeds aanwezig is. Voor dit deel is geen aanleiding tot kostenverhaal middels een exploitatieplan.
Voor de centrumontwikkeling is een planschaderisicoanalyse uitgevoerd en een grondexploitatie opgesteld. Kosten bestaan uit de kosten voor de inrichting voor het openbaar gebied, planontwikkeling, projectrisico en rente. Opbrengsten bestaan uit de opbrengst van grondverkopen, bijdragen vanuit het wegbeheerfonds, rioolbeheerfonds, de grondexploitatie van het project Molenstraat en de hiervoor gereserveerde middelen in de Reserve toekomstige vernieuwing Best. De kosten van het plan, zoals mogelijk gemaakt met het raadsbesluit van 18 maart, worden betaald uit deze inkomsten. Met voorliggend bestemmingsplan is op de te ontwikkelen gronden meer ruimte voor ontwikkeling dan bovenstaand benoemd. Dit vormt echter geen aanleiding tot meerkosten voor de gemeente waardoor de financiële haalbaarheid van het project niet wijzigd.
Op basis van het voorgaande is er voor het bestemmingsplan geen aanleiding tot kostenverhaal middels een exploitatieplan. Gelet op het vorenstaande is er dan ook geen verplichting om tegelijkertijd met het bestemmingsplan een exploitatieplan op te stellen.
Financiële haalbaarheid
Door het verkleinen van het commercieel programma zijn de geraamde grondopbrengsten gedaald en is er sprake van een nadelig saldo. Op 18 maart 2013 heeft de gemeenteraad besloten om voor de dekking van dit nadelige saldo middelen aan de Vrije algemene reserve van de gemeente te onttrekken.
Conclusie
De gemeente heeft de exploitatie van het van de voorgestelde centrumontwikkelingen inzichtelijk en acht het plan economisch uitvoerbaar.