direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk
Plan: Centrum, stationsgebied e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0753.BPcentrumstationeo-VG01

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats en urnenmuur;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'woonzorgcentrum', uitsluitend een woonzorgcentrum met maximaal 27 daarbij behorende zelfstandige wooneenheden;
  • d. bestaand wonen;

met de daarbijbehorende:

  • e. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. tuinen en erven;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels

Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van de in artikel 13.1 omschreven bestemmingen, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

13.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het maximum bebouwingspercentage bedraagt 100%, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander bebouwingspercentage is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', mag 15 m2 aan gebouwen worden gebouwd tot een hoogte van 2,5 meter;
  • d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' is aangegeven;
  • f. ter plaatste van de aanduiding 'woonzorgcentrum' bedraagt de dakhelling minimaal 30 graden;
  • g. aanvullende nieuwbouw van woningen is niet toegestaan.
13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen, met uitzondering van:
    • 1. vlaggenmasten, waarbij de bouwhoogte maximaal 6 meter bedraagt.
  • b. voor het bouwen van overkappingen zijn de bepalingen van artikel 13.2.1 overeenkomstig van toepassing.
13.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in artikel 13.1 lid a en toestaan dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen niet meer bedraagt dan de oppervlakte van het bouwvlak en niet meer dan 15% van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak wordt gebouwd;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
13.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de aanduiding 'begraafplaats' of 'wonen' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd.