direct naar inhoud van Artikel 17 Maatschappelijk
Plan: Dorpen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0744.BSPDorpen-d001

Artikel 17 Maatschappelijk

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woongebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, waaronder in ieder geval (intramurale en extramurale) zorgwoningen;
  • b. wonen op de verdieping, ter plaatse van de aanduiding 'maximum wooneenheden';
  • c. sociaal-culturele voorzieningen;
  • d. sociaal-medische voorzieningen;
  • e. onderwijsvoorzieningen;
  • f. overheidsvoorzieningen;
  • g. gezondheidsvoorzieningen;
  • h. religieuze voorzieningen, uitgezonderd begraafplaatsen;
  • i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' een begraafplaats;
  • j. voorzieningen van algemeen nut;

met daaraan ondergeschikt:

  • k. horeca, detailhandel en dienstverlening ten behoeve van de onder a genoemde voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • l. wegen en paden;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. speelvoorzieningen
  • p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • q. tuinen, erven en terreinen;
  • r. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage'. Daar geldt het aangeduide percentage als maximum te bebouwen oppervlak binnen het bouwvlak.
  • c. De goothoogte bedraagt maximaal 6 meter, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. Daar gelden de maten zoals op de verbeelding zijn weergegeven.
  • d. De bouwhoogte bedraagt maximaal 10 meter, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' of ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte'. Daar gelden de maten zoals op de verbeelding zijn weergegeven.

17.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' gelden de volgende regels:

  • a. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het aanduidingsvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak ter plaatse van het aanduidingsvlak mag volledig worden bebouwd.
  • c. De goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 3,5 meter.
  • d. De bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan 5,5 meter.

17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De bouwhoogte van erf-/terreinafscheidingen mag vóór de naar de weg toegekeerde bouwgrens maximaal 1 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van erf-/terreinafscheidingen mag achter de naar de weg toegekeerde bouwgrens maximaal 2 meter bedragen.
  • c. Uitgezonderd het bepaalde in sub a en b geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding' een bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen van maximaal 2 meter.
  • d. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen.

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van de directe omgeving);
  • c. de gebruiksmogelijkheden (op eigen terrein en op aangrenzende gronden);
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de parkeerruimte op eigen terrein;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de brandveiligheid.

17.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 17.2.1 sub a en toestaan dat het hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw ten hoogst gelijk zal zijn aan de oppervlakte van het bouwvlak;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de woonsituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

17.5 Specifieke gebruiksregels
17.5.1 Strijdig

Onder strijdig gebruik van de grond en bouwwerken, wordt in elk geval verstaan een gebruik van de grond en bouwwerken in strijd met de in lid 17.1 gegeven regeling en voorts:

  • a. het gebruik van bouwwerken voor wonen anders dan in lid 17.1 sub a en b omschreven;
  • b. het gebruik van de grond en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf anders dan in lid 17.1 omschreven;
  • c. het gebruik van bouwwerken voor de uitoefening van een seksinrichting en/of escort-bedrijf.